Nieuws

dinsdag 25 juni 2024

beekman

RUI / WINTER: De geslachten blijven lang bij elkaar. In de regel worden de geslachten pas eind november uit elkaar gezet. Hierdoor blijven de duiven goed gekoppeld en ontstaan er nieuwe koppels zodat in het nieuwe jaar niet ‘getreurd’ wordt om de voormalige partner. Het late scheiden is qua planning geen probleem omdat er uit de vliegduiven in de regel niet gekweekt wordt . Alleen in 2011 is er op grote schaal gekweekt met de vliegduiven. Het vele werk en het gebrek aan tijd maken het kweken in deze tijd van het jaar echter een zware opgave.

In de winter komen de duiven weinig los, door tijd gebrek en de aanwezige roofvogels. De volieres bieden soulaas.

Veel zuurstof en een veilige gelegenheid tot het nemen van een bad. In de periode tussen het vliegseizoen en eind november wordt vrijwel het gehele vlieghok aan de duiven ter beschikking gesteld. Oud en jong lopen dan door elkaar. Slechts het deel waarin zomers de weduwduivinnen huizen is ‘ verboden’ terrein. Door deze methode zijn de jonge duiven al gewend aan hun nieuwe onderkomen voordat de geslachten gescheiden worden.

Duiventhee. Het ene jaar wordt het wel gezet, het andere niet!

In de ruiperiode wordt er zoveel als mogelijk aan gedaan om de duiven voorspoedig door de rui te krijgen. 2 dagen in de week Sedochol in het water, 2 dagen een Vitaminecomplex en 2 dagen appelazijn met knoflook. In 2009 is aan de watermixen nog een extra variant toegevoegd. in een cyclus van 8 dagen krijgen de duiven ook nog 2 dagen een oplossing van Oregano-olie door het water. Na een succesvolle rui bij de kwekers is deze methode ook bij de vliegers toegepast. Het resultaat een betere ‘natuurlijke’ gezondheid.

De aanvang van het kweekseizoen verschilt per jaar. Er wordt gekeken of de duiven er aan toe zijn en naar de plannen voor de winter (vakantie, uitjes). Idealiter worden de kwekers (vermeerderaars volgens velen) op alle twee de kweekhokken eind november / begin december gekoppeld. Doel is een grote ronde vroege jongen te kweken. Deze kunnen dan alle bij de start van het oude duivenseizoen onder controle worden gebracht. Gezien het grote aantal ‘kweekkoppels’ wordt er in de regel niet gekweekt uit de vliegduiven. Slechts de eieren van de beste vliegers worden daar waar mogelijk ondergelegd. De vliegers broeden de laatste jaren slechts eenmaal. De eerste jaren in Aalsmeer werd de vliegploeg twee keer gekoppeld, maar de laatste jaren heeft tijdgebrek (en de steeds vroegere startdatum van de wedvluchten) dit verhinderd.


In 2011 werden de eieren van de kwekers verlegd naar de vliegers. Deze brachten de jongen groot. Na twee weken azen werden de duivinnen weggehaald opm op tijd op weduwschap te gaan. Gezien de goede start in 2011 zal dit systeem in 2012 opnieuw worden toegepast. Wel valt het te bezien hoe de kweek in het volle oude duivenhok zal verlopen. Er zitten nu 72 koppels!

De jonge garde zit graag op het vlakke dak van het kweekhok, van vliegen is dan nog niet of nauwelijks sprake.

VOORJAAR. Aan het grondig uitwennen van de jonge duiven wordt grote waarde gehecht. Door de landelijke omgeving is het mogelijk de duiven ‘open hok’ te geven. Na enkele weken in de weekeinden en op een enkele vrije dag ‘onder begeleiding’ in vrijheid te zijn gesteld, worden de youngsters dagelijks voor vertrek naar het werk in vrijheid gesteld. D.w.z. ze worden ‘buitengesloten’, maar kunnen wel in de voliere. Bij thuiskomst wordt het feitelijke nachthok geopend en worden de duiven naar binnen geroepen.

In 2012 zal deze methode een beetje aangepast worden. De eerste weken zal de jonge garde slechts ’s middags uitgewend worden. Door gebruikt te maken van een magneetsluiting wordt het hok om 13:00 uur geopend. De jongen brengen wel de hele dag in de voliere door want om 10:00 uur zal de verduistering zichzelf op heffen en hierdoor de toegang naar het jonge duiven hok open. Voerautomaten zullen de jongen voorzien van voer. Kort na het voeren zal de verduistering zich sluiten waardoor de jongen niet meer terug kunnen in het nachthok.

De jonge garde gaat dagelijks los. Bij slecht weer ….

…en bij mooi weer is de schoorsteen een favoriet plekje

De jonge duiven moeten zich goed ontwikkelen. Veel vrijheid helpt hierbij. Door het dagelijkse open hok raken de jonge duiven geheel vertrouwd met de omgeving. De aanwezige roofvogels zorgen wel voor de nodige schade, maar zorgen er tegelijkertijd voor dat de duiven actief worden/blijven. Ook maken zij de jongen scherp want na verloop van tijd weten ze diverse veilige zitplaatsen te vinden om de roofvogel te ontlopen. Bijvoorbeeld in de voliere, maar ook eronder. Een nadeel hiervan is dat ze op een gegeven moment nog moeilijk de veilige voliers willen verlaten …… Mede om deze reden wordt in 2012 een ander systeem geprobeerd.

Training,
De oude duiven worden vanaf begin maart dagelijks losgelaten. Als het daglicht en de temperatuur het toelaten vliegen de duivinnen s ’s morgens tussen 07:00 en 08:00 uur. De training is verplicht, met de vlag. Zodra de zomertijd daar is worden de duivinnen ’s avonds losgelaten.

 

De weduwduivinnen vliegen eenmaal per dag, ’s avonds!

De duivinnen trainen tussen 17:30 en 20:00 uur afhankelijk van het tijdstip waarop Michel terugkomt van zijn werk. De dames vliegen verplicht. Binnen een week vliegen ze een uur. Een handje snoep voor het losgooien helpt hier ook een beetje bij.

In de loop van het seizoen gaan de doffers ook weer dagelijks los. Vroeger moest er door de (te) vroege start 1 of 2 weken vakantie worden genomen om dit te realiseren. Nu de doffers alleen nog op de navluchten gespeeld worden (en zich moeten invliegen op de jonge duivenvluchten) is dit een stuk gemakkelijker geworden. Eind mei gaan de jongen ’s morgens vroeg los en wordt er geprobeerd deze onder controle te krijgen. D.w.z. na het uitvliegen worden ze naar binnen geroepen (als Michel nog aanwezig kan zijn) .

Van het opleren van de jongen wordt veel werk gemaakt. Tien keer weg met de eigen auto, tot zo’n 35 kilometer

Zodra de duiven een week of drie goed trekken rond het hok, wordt er gestart met het opleren van de jonge duiven. De datum dat dit gebeurt verschilt van jaar tot jaar. Afgelopen jaren werd er wederom heel laat gestart met opleren. In april/mei zijn er regelmatig veel problemen met de gezondheid waardoor de duiven pas in mei voor het eerst goed op de vleugels gaan. In de tweede en derde week van juni worden de jongen duiven voor het eerst weggegbracht. In een periode van 10 dagen wordt de jonge garde (tussen de 100 – 140 stuks) 7 tot 15 keer weggebracht. Aanvankelijk slechts enkele kilometers, geleidelijk steeds verder. In de laatste week voor de eerste wedvlucht worden de duiven dinsdagmiddag en woensmiddag in Boskoop, respectievelijk Gouda gelost.

Met de container wordt niet meer opgeleerd, de jongen gaan direct op de eerste wedvlucht

In navolging van clubgenoot en sportvriend Cor Buis junior wordt in het geheel niet meer deelgenomen aan de opleervluchten van de afdeling. Zowel met de oude als de jonge duiven werd deze methode voor het eerst in het seizoen 2008 toegepast (met de jongen voor de navlucht was het al usance). Er zijn geen nadelige gevolgen van ondervonden.

In 2012 zal er enigszins van deze methode afgeweken worden. Door het gegeven dat er maar 35 duiven de onaangewezen punten kunnen behalen zal er worden deelgenomen aan tenminste een afdelingsdrachtvlucht. Dit betekent wel dat het schema eerder op punt moet komen!

Voor de jonge garde aan de start komt wordt er geleerd om te drinken in de mand.

Er wordt en groot belang gehecht aan het kunnen drinken in de mand. De jonge duiven wordt dit speciaal geleerd. Als de eerste afdelingsoefenvlucht op het programma staat zitten de duiven van Beekman-Tilmans ook in de mand. Niet om te vliegen, maar om te drinken. Twee tot drie dagen verblijven de jongen in de reismanden die in de vereniging achterblijven. Tweemaal daags worden de jonge duiven gevoerd in de mand. Het water wordt van enige hoogte in te drinkgootjes gegoten. Afhankelijk van de temperatuur drinken de jongen binnen een dag. Om het goed te leren wordt er dan even ‘doorgezet’. Na de drinkcursus worden de duiven bij de vereniging losgelaten. Tegenwoordig gaat dit nog eenvoudiger door het drinksysteem aan de nieuwe volieres. Hierdoor zijn de youngsters al gewend aan het drinken uit een gootje. Een nachtje in de mand volstaat.

De jongen worden verduisterd tot eind mei en vanaf de langste dag belicht! De oude duiven overigens ook!

Op de hokken van Beekman-Tilmans is het in het voorjaar vroeg donker want zowel de oude als de jonge duiven worden verduisterd. Met de duur van de verduisteringstijd moest een beetje worden geschipperd. 14 uur voor alle duiven was onmogelijk gezien de werktijden. In de praktijk werden de doffers een kleine 13 uur verduisterd en de duivinnen en de jongen een ruime 13 uur. In 2008 werden de doffers in het geheel niet verduisterd om de piek van de forme beter te verdelen. Vroeg in het seizoen dienden de doffers de punten binnen te halen, later in de tijd de duivinnen. Dit experiment is in 2009 niet worden voortgezet omdat het voordeel niet groot bleek. In april werd de verduistering weggenomen bij de doffers, begin/half mei bij de duivinnen en eind mei bij de jonge duiven. Doordat de doffers halverwege het oude duiven seizoen niet meer gespeeld konden worden vielen ze ondanks de verduistering vroeg in de rui.zodat er op de navluchten omvoldoende veren waren om deze nog succesvol (op weduwschap) te vliegen. Vanaf 2010 werden de doffers evenlang verduisterd als de jongen. Ook overdag is het dan nog redelijk schemerig in de hok omdat de verlichting in dat deel van het hok niet aan staat.. Doel is om de vleugels op de navluchten zo vol mogelijk te hebben. Dit lukt het ene jaar beter dan het andere. Het komende seizoen 2012 zal er automatisch verduisterd worden door middel van rolluiken die met een tijdklok bestuurd worden.

De verlichting brand de hele dag. Behalve in de periode dat de duiven verduisterd worden. Gebruik wordt gemaakt van daglichtlampen. TL buizen met een armatuur die zorgt voor dusdanig hoog frequent knipperen dat de duiven hiervan geen hinder ondervinden. Na de langste dag branden de lampen van ’s morgens 5:30 uur tot ’s avonds 22:45 uur. Dit komt overigens niet op een kwartiertje.

Bij warm weer zitten de jonge duiven in het vliegseizoen in de voliere. Anders niet!

ZOMER. In de warme zomermaanden wordt de duiven zoveel mogelijk zuurstof ter beschikking gesteld. De jonge duiven worden bij temperaturen boven de 25 graden Celcius in de voliere opgesloten. De duivinnen zitten standaard in de dichte en beschutte voliere.

De doffers zitten de laatste jaren ook in de voliere gedurende het seizoen. Bij hele zomerse dagen kan de zon worden geweerd door de aanwezige rolgordijnen. Deze dienden oorspronkelijk voor het verduisteren (dit wordt nu met luiken gedaan) maar fungeren nu als zonwering op hete dagen.

In de winter van 2010 zijn de oude volieres vervangen worden door ruimere en verbeterde exemplaren van de firma Habru. Doel is/was om het klimaat in de volieres beter te kunnen reguleren. Bijvoorbeeld door het gebruik van windbreekgaas.

maandag 24 juni 2024

LOSSING PAU

Maandag 24 juni
Op de vluchtlijn, is goed weer, een zwakke wind overwegend noordoost.
Ook op de losplaats zijn nu prima omstandigheden.

Hippodrome, de renbaan, in Pau. De coördinaten zijn dezelfde als vorig jaar;
Nood +43:20:08,0 Oost -00:22:20,0

LOSSING PAU, 8.00 uur

Allen succes
maandag 24 juni 2024
vrijdag 21 juni 2024

vink20 6

F O N D   I N   H E T   G R O E N E   H A R T

NIC DE SNELVLUCHT 1714 BODEGRAVEN

THEO WIJFJES UIT NIEUWVEEN PAKT IN NEUTRALISATIETIJD EERSTE PRIJS OP ST. VINCENT

Na  al weer een dag uitstel ( het begint gewoon te worden dit jaar) gingen afgelopen zaterdag om 14.00 uur in St. Vincent 188 fondmatadoren uit ons inkorfcentrum aan de ruim 1040 kilometer lange thuisreis beginnen. Op de gehele vlieglijn een matige zuidwestenwind en net zoals in onze regio de laatste tijd gewoon is, weer talrijke buien. Zaterdagochtend trok de wind bovendien flink aan. Sommige duiven hebben lak aan de neutralisatietijd met als gevolg mogelijk weer nachtelijke aankomsten. Nou viel dat binnen ons inkorfcentrum wel mee, slechts 2 duiven vielen hierbinnen. Het was Theo Wijfjes uit Nieuwveen die op de langste afstand - 1052 kilometer - zijn als 7e getekende tweejarige nestdoffer NL-22-8478059 om 04.10.28 uur over de antenne liet lopen. Theo, die de laatste jaren mooie series en vroege duiven klokte was om reeds om twaalf uur ’s nachts in de schuur gaan zitten letten. Net toen sportvriend Vincent Vork kwam maakte hij een klein ommetje en scherp ( !! ) als de mannen waren dachten zij een duif te ontwaren die in de goot zat. Snel het licht aan in het hok en gelukkig kwam de doffer vlot naar beneden. De nestdoffer, gespeeld op een jonkie van een dag of vijf is de nestmaat van zijn eerst aankomende duif van Bordeaux vorige week en die speelde de 4e in ons NIC. Een leuk bijkomstig detail is dat in de afstamming duiven zitten van Richard v/d Berg, Gerrit Epping en Vincent Vork. Precies de duiven waar hij op de overnachtfond ooit mee is begonnen. Theo, nogmaals van harte gefeliciteerd met deze bijzondere overwinning. Kort daarop – 04.17.27 uur - was het Bert de Graaf uit Alphen a/d Rijn die zijn als eerste getekende duivin NL-20-1490544 klokte en is knap tweede. Daarna is het zo’n twee uur stil op onze lokale meldsite en is het wederom Bert de Graaf die prijs drie pakt om 06.10.04, zijn 6e getekende. Pieter Vreeling uit Bodegraven zit daar ook weer vlak achter op -  06.13.36 uur - en wint met zijn 1e getekende prijs vier. De sensatie van Bordeaux, vorige week, Mario de Vogel uit Bodegraven is er ook weer als de kippen bij met prijs vijf, tijd 06.38.53 uur. Gerard Griffioen uit Zevenhoven klokt om 06.52.50 uur en heeft prijs zes in de pocket. Rond tien uur heeft hij er trouwens 6 van de 8! Theo Wijfjes klokt een half uurtje later – 07.26.44uur  – zijn tweede duif en wint prijs zeven, vlak voor Henk Gerritsen uit Woerden, 07.22.33 uur en prijs acht. De prijzen negen en tien zijn respectievelijk voor Paul v/d Boogaard uit Kamerik – 07.42.47 uur en weer Henk Gerritsen 07.59.39 uur. Daarna kwamen de duiven – ondanks de vele buien - gestaag naar huis en kon het concours op de verste afstand om 10.30 uur gesloten worden. Slechts drie liefhebbers misten de uitslag en waren de prijzen netjes verdeeld. Bovengemiddeld scoorden de volgende liefhebbers: Theo Wijfjes ( 11 v/d 21 ), Pieter Vreeling ( 4 v/d 6 ), Gerard Griffioen ( 6 v/d 8 ), Paul v/d Boogaard ( 7 v/d 12 ), Huub Kuyf ( 2 v/d 4 ), Paul Scharleman ( 2 v/d 3 ) en Comb. Schouten ( 1 v/d 2 ).  Komend weekend staat Pau ZLU op het menu. Ook daar zullen waarschijnlijk liefhebbers uit ons NIC aan meedoen. Allen heel veel succes.

NIC de Snelvlucht 1714 Bodegraven; St. Vincent 188 duiven door 20 deelnemers.

De eerste 20 van de uitslag:

Theo Wijfjes ( Nieuwveen ) 1-7-15-18-19; Bert de Graaf ( Alphen a/d Rijn ) 2-3; Pieter Vreeling ( Bodegraven ) 4-12; Mario de Vogel ( Bodegraven ) 5; Gerard Grifioen ( Zevenhoven ) 6-14-17-20;  Henk Gerritsen ( Woerden ) 8-10; Paul v/d Boogaard ( Kamerik ) 9; Ben Koole ( Moerkapelle ) 11; Nelleke Rimmelzwaan ( Alphen a/d Rijn 13; Combinatie Rijneker ( Ter Aar )16.

Henk Vink        

vrijdag 21 juni 2024

martin

Wat moet je er mee als het maar niet echt wil lukken. Ik las niet zo lang geleden een stukje op Facebook van leeftijd genoot André. André die al jaren gewoon is om in kampioenenstijl te spelen kreeg de wind er bij zijn duiven maar niet onder. Alles klopte en toch kwamen zijn duiven niet aan de kop van de uitslag. Hij snapte er echt helemaal niets van. Je hoeft een aap niet te leren klimmen en André niet te leren hoe met duiven te spelen.

Ook bij ons is het op dit moment van het zelfde laken en pak. Duiven zijn kwalitatief goed, gezond (worden regelmatig door de dierenarts gecheckt) ,trainen en eten geweldig en toch wil het niet echt lukken. Op één keertje na ,dat was toen ook de enige mooie (midfond) vlucht die we dit jaar gehad hebben.

Excuses zijn er niet want onze duiven zitten in dezelfde manden als de duiven van de liefhebbers waar het wel lukt om wekelijks kop te vliegen. Ik ben geen man die af gaat zitten wachten en wekelijks voor spek en bonen mee wil vliegen. Maar waar ik wel op wacht is dat er eindelijk vluchten komen waar ik mijn duiven voor gekweekt heb. En dat zijn de vluchten boven de 500 km en dan het liefst met “duivenweer”.

Moet ik nu een duif opruimen die ik gekweekt heb uit duiven die boven de 550 km met duivenweer een 1e NPO hebben gevlogen? Opruimen omdat hij met een snelheid van 1500 meter/p/m en een hoop regen op een vlucht van 230 km een middenmoot prijs vliegt? Ik dacht het toch niet,ik blijf ondanks het voor mij misschien slechtste seizoen ooit, gewoon vertrouwen houden in mijn duiven .

Overal zie je dat de mannen met snelle (of veel snel bloed) duiven op dit moment de dienst uitmaken. Misschien heb ik de fout gemaakt door alleen maar te kweken uit duiven die met duivenweer boven de 500 km het verschil kunnen maken. Al mijn duiven stammen namelijk van dit soort duiven af en kunnen die klus mijn inziens ook allemaal klaren.

Toen wij in 2007 de HAFO duiven van Jan Nooyens uit het Belgische Poppel in onze stam dagfond duiven brachten kwam er een boost van snelle (halve) fond duiven op ons hok met 1e prijswinnaars op de midfond in de hele afd.

De laatste jaren hebben we alleen nog maar duiven gekweekt uit zware dagfond duiven. Daarom durfde ik in 2021 ook heel mijn hok na 5 zware dagfondvluchten op Brive ochtend lossing te zetten.

We hebben (om toch wat allrounder te worden) afgelopen jaar echter wel enkele snellere dagfond duiven aangeschaft en ingebracht in onze eigen stam. We gaan die binnenkort met de jonge duivenvluchten testen.

Ondanks dat we tot nu toe wekelijks teleurgesteld zijn in de prestaties van onze duiven zit er niets anders op dan te wachten tot het eindelijk zomer gaat worden. Het is niet eenvoudig om gemotiveerd te blijven als er geen successen zijn. Maar de gedachten dat we zo dadelijk (als het toch een beetje zomer wordt) misschien nog een paar hele mooie successen neer kunnen zetten houdt ons gemotiveerd! We kijken alweer uit naar volgende week en hopelijk beter weer!!

donderdag 20 juni 2024

willem mulder

Usneazuur, natuurlijk middel tegen geel en luchtwegen
We blijven maar het heen en weer krijgen van het geel bij onze duiven. Het is vaak de aanstichter van andere ziektes en ongemakken. Daarom is het bestrijden hiervan een regelmatige bezigheid geworden van de duivenliefhebber. Als het koud is, heb je er niet echt last van, maar oh wee als de temperaturen oplopen. Vooral in deze zomermaanden zie je veel problemen.
Er zijn een aantal hokken die het rigoureus aanpakken. Zij selecteren duiven die regelmatig geel
krijgen systematisch uit hun duivenbestand. Goed gevlogen of niet, weg ermee. Er wordt niet
gekeken naar de afkomst, stamboom of geld wat voor de duif werd betaald. Ja, zo kom je er op den
duur inderdaad van af. Maar de meesten onder ons zweten met het fenomeen “ het geel” of wel
trichomonas.   De veeartsen hebben het er maar goed bij, want vele zakjes en potjes verwisselen
jaarlijks van eigenaar.
 
Kan het dan niet anders?

Natuurlijk liggen er wel mogelijkheden. Het geel is een zweepdiertje, dat zichzelf kan bevruchten. Zo
vermenigvuldigt het snel als de temperaturen boven de 15 graden komen.  Een van de beste
natuurlijke middelen is het Usneazuur, ook wel baartvlechten genoemd. Dr. ST. Dreyer heeft en een
rapport over geschreven.  Ik zal proberen het een en ander duidelijk te maken.
 
Wat zijn Usnea baardvlechten?

 
Baardvlechten zijn  volgens hem een symbiose uit algen en schimmels. Iedere vlecht bestaat uit een
gemeenschappelijk co-existentie en gezamenlijke groei als een algensoort en een schimmelsoort.  De
intensieve verbinding  van alg en schimmel zorgen voor dusdanige typische eigenschappen, dat de
wetenschappelijke plantkundigen een eigen plantengroep, een vlecht eruit gemaakt hebben.  We
onderscheiden 3 groepen:  bladvlechten, korstvlechten en struikvlechten.
We moeten de struikvlechten het meest  in het zonnetje zetten.  Deze vlechten hebben  een ronde
structuur en hiertoe behoort o.a. de baardvlecht.  Er moet worden gezegd, dat tot deze groep
meerdere geslachten behoren.  De soort Usnea Bartata  ( de wetenschappelijke naam) is een speciale alg / schimmel soort,  die erg stevig is. De vlechten zijn langzame groeiers , waardoor ze niet
goedkoop zijn voor medisch gebruik. Natuurgenezers hadden al heel lang belangstelling voor deze
plant.  Plantgeneeskundigen uit het oude China en Egypte gebruikten aantoonbaar  verschillende
vlechten om ziektes te genezen.
 
De modernere onderzoekers zochten naar  de inhoud stoffen.  Wat was het bijzondere van deze
planten? Want we willen tegenwoordig alles kunnen bewijzen. Bij de baardvlechten werden
verschillende werkzame stoffen en kleurstoffen ontdekt.
 
Usneazuur.

Het Usneazuur  werd als een bitterstof gekenmerkt en heeft een behoorlijke antibiotische werking.
Usnea bestrijdt ziekmakende bacteriën en soortgelijke negatieve kiemen. Naast de stimulerende
werking  van het verteringssappen  werkt het ook als smaakversterker  (door de  bittere smaak van de geheel gedroogde planten) en worden darmziektes bestreden. Met  name daar, waar de schadelijke  kiemen de overhand hebben.​
 
Natuurkundige geschriften noemen  met name de werkzaamheid op  de  slijmhuid  en een verhoogde
natuurlijke resistentie tegen verkoudheid of luchtwegaandoeningen. De gunstige beïnvloeding van
het natuurlijke afweersysteem  en verhoging van het immuunsysteem was niet alleen verklaarbaar
door het Usneazuur.  Er werden verbindingen uit Polysacharides ( bepaalde soorten suikers)
gevonden die we momenteel in het kankeronderzoek kunnen terugvinden .
 
Trekvogels.

Het samengaan van alg  en schimmel is in staat om veel voor mens en dier te betekenen.  We zien in
de vrije natuur, dat trekvogels die in de zomer vlechten opnemen  schitterend ruien. Ook vele
rendieren en Noorse weidedieren eten er veel van.  Dit alles duidt op de goede werking van de
baardvlechten.    
 
Nou, best een moeilijk verhaal vind je ook niet? Maar we zien, dat de natuur veel in zich heeft om
ziektes op natuurlijke wijze te bestrijden of te voorkomen. Ik herinner me plotseling weer aan de
huidziektes en eczemen van paarden die we hier in Nederland houden.  Vele dieren hebben ziektes
onder de leden en worden niet genezen. Een van de oorzaken zou de eenzijdige voeding kunnen zijn.
Het gras in de weide in van vaak van 1 of enkele soorten. “Onkruiden” worden met gif bestreden
want we willen geen rommeltje maken van onze mooie weide. In het gras bevinden zich vaak
Mycotoxines. Dat zijn de afvalstoffen van bepaalde schimmels en die zijn bijzonder giftig en ook
moeilijk te bestrijden. Paarden eten veel gras en zodoende krijgen ze daar veel van binnen. Doordat
paarden een lang darmstelsel hebben, hebben ze daar ook vaak veel last van. Zo ontstaan er de
bekende huidziektes zoals mok. De dierenarts schrijft een zalfje voor en het probleem lijkt voor even
opgelost. Maar na enige tijd is het weer mis. Dat komt, omdat de oorzaak niet wordt bestreden,
alleen de uiterlijke kenmerken. 
 
Een grote groep paarden met huidziektes werd eens voor onderzoek naar hun oorspronkelijke
steppengebied in Mexico gebracht, waar allerlei kruiden en grassen groeien. Ze hadden daar alle
vrijheid en konden eten waar en wat ze wilden. De paarden werden allemaal gechipt met een gps
chip. Een paar maanden later werden de paarden weer opgespoord en gevangen. Ze bleken allemaal
weer kerngezond te zijn. Geen last meer van mok of andere huisaandoeningen. Hoe kan zoiets? Wat
kunnen hiervan leren? Moeten we hier dan maar steeds doorgaan onze beperkende ideeën en onze  
antibiotica?
 
Terug naar de natuur?

En hoe zit het met de duiven? In onze westerse landen moeten de doseringen van geneesmiddelen
omhoog om nog voldoende resultaat te verkrijgen. Is dat de weg die we moeten gaan? Of is er toch
nog een weg terug? Terug naar de natuur misschien?  Terug naar baardmossen met Usneazuur, die
gewoon in de natuur groeien?   Nee, ik wil niet roomser dan de paus zijn. Uiteraard dienen we de
duiven wel goed te controleren door een gespecialiseerde dierenarts.  Er als er echt iets is, zullen we
de duiven moeten kuren. Maar we hebben het hier over het voorkomen van!!! 
 
Nieuwe Europese wetgeving. 

Usneazuur voorkomt luchtwegproblemen en het geel.  De belangrijkste problemen bij onze duiven.
Maar dat mag je tegenwoordig niet meer op de verpakking zetten of er op andere wijze reclame voor
maken. Dan komt de overheid meteen met: bewijs dat maar eens. Even een wetenschappelijk bewijs ​
overhandigen. En dat kost tienduizenden euro ́s. Per product. Dat kan niemand betalen in deze kleine
groep van duivensport. Dus worden de beschrijvingen op het etiket vaak heel onduidelijk. Zo van: kan
helpen bij........, of ondersteunt dit en dat, stimuleert die en die werking...... Heel vaag allemaal. Maar de overheid wil het zo. Alleen multinationals kunnen zich dergelijke onderzoeken veroorloven. Het is maar dat je het weet. Alleen als schrijver van artikelen mag je wel je in volle vrijheid je mening geven en er over schrijven. Daar maak ik dan ook even dankbaar gebruik van. Want op deze manier kunnen we onze duiven mooi op een natuurlijke manier gezond houden. Denk er maar eens over na. 
 
Veel succes.
Willem Mulder.

Telefoon: +31 – 648 71 74 75
E-Mail:  Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

zondag 16 juni 2024

duivenvoer1

De duif behoort samen met een groot aantal vogels tot de planteneters (herbivoren). Deze, ook wel zaadeters genoemd, moeten hun noodzakelijke voedingsstoffen uit allerlei rijpe en onrijpe zaden, granen en peulvruchten halen, welke de grondstoffen moeten zijn voor het leveren van arbeid en warmte, het onderhoud van de lichaamsfuncties en het leveren van produktie, zoals het leggen van eieren en het vernieuwen van het verenpak. Duiven hebben, in verhouding tot hun lichaamsinhoud, een groot lichaamsoppervlak. Samen met de hoge lichaamstemperatuur van 41,8 C vraagt dit enorm veel energie. Energie die uit de voeding moet worden gehaald.

De juiste voeding is heel belangrijk.

Koolhydraten en vetten
Twee voedingsstoffen die de noodzakelijke arbeid en warmte leveren zijn respectievelijk koolhydraten en vetten. Koolhydraten komen het meest voor in zaden, granen en peulvruchten, variërend van 40-75%. Vetten komen veel minder in granen en peulvruchten voor, maar wel nogal veel in de verschillende zaden. Koolhydraten zijn samengestelde suikers en zetmeel. Ze worden in het lichaam afgebroken tot enkelvoudige suikers en in de lever omgezet in glycogeen, vanwaar het wordt omgezet in glucose en als brandstof wordt gebruikt in de spieren om de nodige arbeid te verrichten, waarbij warmte vrijkomt. Vetten leveren tweeëneenkwart maal zoveel energie als koolhydraten. Voor onze overwegend vastzittende duiven zijn vetten echter van veel minder belang, omdat de duiven weinig lichaamsbeweging hebben en daardoor weinig energie verbruiken, zodat het vet niet volledig verbrand wordt. De overtollige vetten gaan zich vastzetten om de spieren en organen, wat zeer nare gevolgen heeft voor de gezondheid van de duif. Hij wordt traag en lui, de bevruchting verloopt moeilijker, om maar niet te spreken over slechte eierproductie. Vetarme voeding is dus aan te raden, maar hierop komen we later terug.

Eiwitten
Het duivelichaam bestaat uit miljarden cellen, die voor een belangrijk gedeelte uit eiwitten bestaan. Van deze cellen sterver er geregeld enkele miljoenen af, die weer vernieuwd moeten worden. Hiervoor zijn eiwitten nodig, die opgebouwd zijn uit aminozuren, ook wel de bouwstenen van het eiwit genoemd. Er zijn ongeveer 24 verschillende aminozuren, die niet allemaal in één eiwit voorkomen, maar waarvan twee of meer verschillende combinaties voorkomen in peulvruchten. granen en zaden. Zo kan bijv. het eiwit van de groene erwt bestaan uit de aminozuurcombinatie 1, 8 en 17, en tarwe uit 6, 10 en 21. Een andere belangrijke functie die de eiwitten hebben is het produceren van enzymen voor de spijsverteringssappen. Een groot aantal van de eiwitten wordt in de verschilende granen en peulvruchten aangetroffen. Het meest komen ze voor in peulvruchten (van 16-23%), maar ook in granen. Hoewel in de graansoorten het procentuele gehalte lager ligt (tot +/- 11%) zijn ze van groot belang, omdat de samenstelling van de eiwitten wat betreft het aminozuurpatroon anders ligt dan bij de peulvruchten en voor de nodige aanvulling kan zorgen op het totale aminozuurpatroon. Ook de veren zijn opgebouwd uit eiwitten, wat een extra eiwitbehoefte met zich meebrengt tijdens de jaarlijkse rui in het najaar. Enige tijd voor en tijdens het fokseizoen is het noodzakelijk dat de duiven een zo'n groot mogelijke verscheidenheid aan eiwitten in de voeding aantreffen Dit in nodig voor de eierproductie, die veel gevarieerde eiwitten vraagt. Ook de duivepap of melk, die in de krop door het verslijmen van de kropwand ontstaat, moet een zo rijk mogelijke samenstelling hebben. Wel wordt deze papproductie door hormoonwerking bepaald. Het is waarschijnlijk dat duiven die regelmatig bepaalde eiwitten ontberen, deze ook niet door middel van de pap aan het jong door kunnen geven. De plantaardige eiwitten die in de voeding voorkomen die wij aan onze duiven verstrekken, zijn niet geheel volledig. Er ontbreken nog enige essentiële aminozuren aan die wel in dierlijke eiwitten voorkomen. Uit onderzoeken is gebleken dat wilde en verwilderde duiven regelmatig wat dierlijk voedsel in vorm van slakjes of insekten tot zich nemen. De duiven blijken deze dierlijke eiwitbronnen nodig te hebben ter completering van het volledige aminizuurpatroon. Met dit feit moeten we rekening houden bij het voeren van duiven die in afgesloten hokken en volières meestal niet in de gelegenheid zijn deze tekorten zelf aan te vullen.

Vitaminen en mineralen
Een volgend voedingsmiddel van groot belang voor duiven zijn de mineralen. Het zijn eigenlijk geen echte voedingsmiddelen,maar dienen meer ter aanvulling en ondersteuning van de voeding. Mineralen zijn anorganische (dode) stoffen die een belangrijke rol spelen bij de opbouw van het skelet en de groei en vervanging van lichaamsweefsels. Ook de eierschaal bestaat voor het belangrijkste deel uit minerale stoffen. Mineralen worden onderverdeeld in macro- en micro-elementen, d.w.z. macro (= veel) mineralen waar naar verhouding veel van nodig is, zoals kalk en fosfor, en micro (= weinig) waar erg weinig van nodig is, de zogenaamde sporenelementen. Kalk en fosfor spelen, samen met vitamine D, een belangrijke rol bij de vorming en instandhouding van het skelet. Behalve wat fosfor komen die stoffen in de normale voeding van de duif niet in voldoende mate voor. Ze moeten dus naast de voeding gegeven worden o.a. in de vorm van grit, wat in goede samenstelling te koop is. Vitaminen komen in zéér kleine hoeveelheden in voedingsstoffen voor en zijn zéér gecompliceerde organische verbindingen van dierlijke en plantaardige oorsprong.

Hun samenstelling komt overeen met eiwitten, koolhydraten en vetten en ze zijn nodig voor het onderhoud en de vernieuwing van de lichaamscellen en het goed laten functioneren van de organen. De meeste vitaminen kunnen niet in het lichaam zelf gevormd worden, maar worden in zeer kleine hoeveelheden door middel van het voedsel opgenomen. In het normale voedsel van de duiven komen vitaminen voor, maar niet alle vitaminen en meestal in onvoldoende mate, zodat we naast de gewone voeding duiven middelen moeten geven die de noodzakelijke vitaminen bevatten. En ten slotte water, bron van al het leven. Water is nodig voor het weken van het voedsel, het regelen van de lichaamstemperatuur en het doet dienst als ransportmiddel voor het voorgeweekte voedsel.

Water
Een duif heeft water nodig voor de geleiding en vertering van het voedsel. Per dag drinkt een duif ongeveer 50 ml water. Als er jongen te voeren zijn, is dit het dubbele. Het beste is om duiven elke dag vers kraanwater te geven.

Kwaliteit van de voeding
De granen, peulvruchten en zaden die wij onze duiven dagelijks verstrekken moeten van een goede kwaliteit zijn. Ze mogen niet muf ruiken of enig spoor van schimmel vertonen, wat meestal het gevolg is van een te vochtige opslag. Granen en peulvruchten op hun kwaliteit beoordelen is erg moeilijk. Het is daarom belangrijk dat u uw duivenvoer van een leverancier betrekt die als betrouwbaar bekend staat. Graan-, zaad- en peulvruchtsoorten mogen geen hoger vochtgehalte dan 17% hebben. Is het vochtgehalte hoger, dan lopen de voedingswaarde en het vitaminegehalte erg terug. Tevens kan te veel vocht in het graan darmstoornissen veroorzaken. Normaal is het vochtgehalte ruim onder de 17%. Het voer moet droog en onbereikbaar voor muizen in een goed geventileerde ruimte worden opgeslagen. Roer het mengsel regelmatig om, zodat de lucht vrij tot het voer kan toetreden.

De voeding van de duiven is één van de belangrijkste facetten van een goede fokkerij. In de eerste plaats moet de voeding gevarieerd zijn, met een grote verscheidenheid aan granen, peulvruchten en zaden. De verschillende seizoenen waarin het duivenjaar is verdeeld, vragen per seizoen de juiste daarvoor aangepaste voeding.

Voedingsfouten

Door de vele mengvoeders van voldoende kwaliteit, die tegenwoordig in de handel zijn, hoeft de fokker niet meer zodanig met voedingsleer vertrouwd te zijn als vroeger. Met enkele, als gevolg van voedingsfouten optredende en nog vaak voorkomende, storingen in de gezondheidstoestand van duiven, moet u echter wel bekend zijn.

Mengvoeder voor duiven is in het algemeen niet compleet. Meestal bevat het te weinig vitamine B en ook te weinig kalk. Vitamine B tekort leidt tot verstoorde functie van de spieren en onvoldoende beheersing daarvan. Treedt vitamine B gebrek acuut op (d.w.z. plotseling veel te weinig vitamine B voor een duif die altijd genoeg heeft gehad) dan treedt verslapping van de spieren op. In ernstiger gevallen kan de duif niet meer vliegen, soms zelfs niet meer staan. Hij kantelt dan voorover en blijft liggen met de snavelpunt op de vloer. In chronische gevallen (d.w.z. gedurende lange tijd iets te weinig) is het enige opvallende een sterk naar binnen gericht zijn van de voeten, d.w.z. de voortenen wijzen naar elkaar toe.
Tussenvormen van chronisch en acuut komen ook voor.

Kalkgebrek of fouten in de vitamine D voorziening (die de kalkopname uit voedsel regelt) leidt o.a. tot moeilijkheden bij de eiproduktie. Als een liefhebber regelmatig problemen met het ei leggen heeft in zijn hok, en daarvoor geen oorzaak gevonden kan worden in ziekte als b.v. paratyphus, dan kan de oorzaak liggen in kalkgebrek. Verkromming van het borstbeen kan ook een gevolg zijn van vitamine D gebrek. Waarschijnlijk speelt hierbij de erfelijkheid een rol, reden waarom hierop sterk wordt gelet.

zaterdag 15 juni 2024

Subcategorieën

Nieuwsbrief Peter Boskamp

Peter Boskamp
06 juli 24
De Herpesvirus - infectie is een veelvoorkomende aandoening bij duiven. Desondanks worden er over het algemeen maar weinig woorden aan vuil gemaakt. Hoog tijd dus voor een nadere beschouwing. Het...

Columnist in Spotlight

peter hok
27 juli 24
Veel mensen willen weten hoeveel ik er nog mis....
peter hok
20 juli 24
Zoals gezegd vielen de verliezen hier gelukkig...
peter hok
12 juli 24
Code geel qua wind zit erop. Zoals verwacht...
peter hok
06 juli 24
Vorig jaar werden wij gedupeerd bij de start van het...
peter hok
29 juni 24
Ik ben blij dat ze afgelopen zondag een...
peter hok
22 juni 24
Hier is het lang niet zoals vorig jaar. Toen was het...
peter hok
15 juni 24
In de duivensport blijven er weinig echte...
peter hok
08 juni 24
Het weer zit niet mee dit jaar en dat is voor de...
peter hok
01 juni 24
Ik krijg regelmatig de vraag of ik tot nu toe...

Colums in spotlight

Vrienden van Duivenvaria.nl

Promo185x75new Promo185x75new AddeJong185x75new Promo185x75new Promo185x75new Fondclubmiddenlimburg185x75new Promo185x75new Promo185x75new NPO185x75new Promo185x75new Promo185x75new MichelBeekman185x75new Promo185x75new AdSchaerlaeckens185x75new Promo185x75new Embregtstheunis185x75new Promo185x75new Fondclubgrootrotterdam185x75new Promo185x75new Duivenmarktplaats185x75new Promo185x75new LeoLronk185x75new Promo185x75new Promo185x75new GerardDekker185x75 Promo185x75new Promo185x75new BannervanAdrichem185x75 Promo185x75new Promo185x75new ZLU185x75new Promo185x75new Promo185x75new GJBeute185x75new Promo185x75new Promo185x75new

Meest gelezen berichten

Buienradar

Windy.com

Uitslagen

Compuclub250x80new

 

 

Afdelingen

Afdeling1 135x40Afdeling7 135x40
Afdeling2 135x40Afdeling8 135x40
Afdeling3 135x40Afdeling9 135x40
Afdeling4 135x40Afdeling10 135x40
Afdeling5 135x40Afdeling11 135x40
Afdeling6 135x40Afdeling12 135x40