|
Nieuws
Nieuws
Nederland is het land van de marathonduif. Dat is gestart met het Steenbergse Fondras. Duiven die gebaseerd waren op de (voor)oorlogse stam van Jan Aarden. De tijd schrijdt voort en marathonduiven ontwikkelen zich. Nieuwe stammen ontstonden, waarvan er een aantal gebaseerd zijn op het Steenbergse fondras. De laatste jaren worden veel vroege prijzen gewonnen door de Marathonliefhebbers uit Noord Holland. In de stambomen van deze duiven komen vaak duiven terug van liefhebbers uit deze provincie Nico Volkens en Sam de Jong én het Betuwekoppel van Gerrit Veerman! Wat een groot aantal topduiven zijn uit dit koppel gekomen … ongekend !!! Wie kent er niet ‘De Barça 621 van de Gebr. Jacobs’, ‘Sjarapova’ (gekweekt uit geleende Veerman-duiven) en de ‘Superkweker Stet’’? En alle nakomelingen van het Betuwekoppel? Allemaal gekweekt door Gerrit Veerman uit Volendam! Ik ben 100% van overtuigd, dat zonder de nakweek van de duiven van Gerrit Veerman veel topliefhebbers van nu niet op het hoge niveau zouden spelen van wat ze nu doen. Kortom de Veerman-duiven hebben de marathonduif verrijkt! Van deze geweldige stam heeft u nu de kans een jong te bemachtigen in deze mooie veiling met prachtige duiven. |
De stamopbouw
|
We zitten op dit moment halverwege de eerste maand van het nieuwe jaar en buiten is het (zwak uitgedrukt) onaangenaam vertoeven. Natte sneeuwbuien trekken regelmatig voorbij!
Onze duiven zitten (net als wij) nog in de ruststand en dat bevalt goed. Aangezien we in 2024 het spel met de jonge duiven op een laag pitje gaan zetten heeft vroeg kweken weinig zin. We kunnen nu ook gewoon wat meer jongen kweken van onze beste koppels. Normaal kweekten we snel een ploegje jongen en kwam er later geen duif meer bij.
Als je dan een beetje pech hebt, heb je aan het eind van het seizoen nog amper een duif zitten van je beste kwekers. Dat hoeft nu niet meer en we kweken een ploegje die met de reguliere jonge duiven vluchten worden opgeleerd en nog een ploegje voor de nalijn.
We hebben het dit jaar ook met niet verduisterde jongen op de nalijn geprobeerd en dat beviel prima. Maar 2 keer (Barendrecht/Numansdorp) opgeleerd en toen direct naar Duffel daarna naar Quievrain en nog 2 x Niergnies en dan ineens naar 420 km (Sens de laatste jonge duiven vlucht). Amper verliezen en een mooie ploeg over, die in ieder geval allemaal al weten waar Abraham de mosterd haalt!
Het wordt dit nieuwe seizoen dus in ieder geval een stuk rustiger met de jonge duiven en dat geeft veel mij veel meer ruimte voor de oude duiven. We gaan in de toekomst dus alleen serieus met oude duiven vliegen en daar hebben we dit jaar dan ook echt zin in.
Onze oude duiven en jaarlingen zitten nog steeds bij elkaar en zijn vanaf de laatste vlucht niet meer los geweest. We zijn van plan om het laatste weekend van Januari de vlieg- en kweekduiven te gaan koppelen. Ik heb deze winter een stapje harder achter mijn duiven aangelopen dan normaal en dat kwam omdat ik amper of geen hok bezoeken meer heb afgelegd, om duiven te selecteren en te koppelen. We zijn dit jaar dus volledig gefocust op onze eigen duiven. Ook bezoeken aan huis hebben we heel vriendelijk afgewezen. Het is dood vermoeiend en als je geen duiven wilt verkopen dan zijn je bezoekers vaak teleurgesteld.
Vooral Chinese bezoekers denken vaak dat ik een soort duivensnoepwinkel run waar zij uit kunnen kiezen waar ze trek in hebben. Dat is hartstikke leuk als je een paar honderd duiven voor de verkoop hebt zitten maar dat gaat hier niet lukken.
Wat dit jaar wel een dingetje is geworden, is het koppelen. Hoeveel vellen papier ik daar al aan besteed heb, echt ongelooflijk. Ik kan in principe bijna alles op elkaar zetten, want we hoeven niets meer te compenseren, maar toch is het nog nooit zo moeilijk geweest als dit jaar.
Dat heeft mede ook te maken met een flinke input van de duiven van vriend Paul Couwenberg. We hebben een luxe probleem, zullen we maar zeggen. Maar goed, beter zo dan andersom. We zijn ontzettend blij met de duiven van Paul, want voor mijn gevoel passen die geweldig op onze eigen duiven. De jaarlingen die we ervan hebben zitten zien er verwachtingsvol uit en lieten met de jonge duivenvluchten al direct zien dat ze uit het goede hout zijn gesneden.
Van de vliegduiven gaan dit jaar alle jongen naar vriend Ad, die dit jaar gaat herstarten. We laten onze vliegduiven één jong groot brengen en die verhuizen allemaal naar Brabant waar ze hun kunsten mogen gaan vertonen.
We gaan nu nog even hooibouw tegemoet, want alle jaarlingen een nieuwe bak toewijzen is behoorlijk arbeidsintensief en kan maar op één manier echt goed en dat kost heel wat uurtjes duivenhok. Maar als alles weer een bak heeft en vrolijk in en uit vliegt dan wordt het weer genieten. Wat is er dan mooier dan langzaam naar het vliegseizoen toe te werken en ondertussen te dromen van alle mooie momenten die in het verschiet liggen. Duivensport, ik zou toch echt niets anders willen!!
Erfelijkheid van karakter eigenschappen is een lastig onderwerp. Voor de liefhebbers van inteelt en het zuiver houden van rassen een onderwerp die hun beweegredenen zal versterken. Iemand zoals ik, die zegt dat je een ras alleen in stand kan houden als je regelmatig een outcross doet met een ander ras. Een lastig onderwerp om aan te halen en uit te leggen maar toch iets dat ik jullie niet kan onthouden. Voordat je conclusies gaat trekken lees wel even het hele artikel.
Instinct en karakter
Instincten en karakter eigenschappen zijn erfelijk daar kunnen we niet om heen. Ondanks, zal bij een sterk in geteelde stam de karakter eigenschappen sterk uitéén kunnen lopen.
Waarom kunnen de eigenschappen zo verschillend zijn
Belangrijk om te weten is dat niet de karakter eigenschappen worden vererfd maar de aanleg voor zowel slechte als goede erfelijke karakter eigenschappen.
Aanleg voor karaktereigenschappen word in grote mate beïnvloed door milieuaspecten. In verschillende variaties wordt hier het individuele karakter van een duif door bepaald. Duivenkwekers kunnen hier een behoorlijke invloed op uitoefenen maar wat niet betekent dat de verworven karakter eigenschappen, erfelijke eigenschappen worden. Want de karakter eigenschap op zich wordt niet vererft maar alleen de aanleg hiervoor.
Een diefkropper heeft aanleg voor verschillende karakter eigenschappen zoals;
- zelfbehoud
- intelligentie
- wilskracht
- ouderliefde
- voerdrift
- jaagdrift
- voortplantingsdrift
- orientatie vermogen
Bij onze diefkroppers gaat het in de eerste plaats om de voortplantingsdriften. De voortplantingsdrift is een natuurlijke aanleg bedoeld om de soort in stand te houden elke duif zal deze drift in meer of mindere mate bezitten.
Zelfbehoud is een andere erfelijke eigenschap. Welke bedoeld is om beducht te zijn op gevaar. Wat bestaat uit zowel erfelijke aanleg als verworven eigenschappen. Denk hierbij aan een slechte ervaring met een roofvogel. Van nature zal een duif vluchten voor een roofvogel maar éénmaal achterna gezeten door een roofvogel zal een duif de volgende keer extra oplettend zijn.
Verworven eigenschappen
Omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen erfelijk zijn. Kunnen de eigenschappen alleen door invloeden van buitenaf in meer of mindere mate ontwikkeld worden. De duivenmelker speelt dus een heel belangrijke rol bij de ontwikkeling van de eigenschappen die in aanleg aanwezig zijn. Een diefkropper die niet wordt gestimuleerd om zijn werk te doen zal dan ook nooit een echte diefkropper kunnen worden. Zelfs als de aanleg om diefkropper te worden aanwezig is. Het kan zijn dat de duif zichzelf zal ontwikkelen als diefkropper maar dat is een kwestie van geluk hebben en heeft niets te maken met erfelijke eigenschappen omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen wordt vererfd. Training en juiste omstandigheden hebben dan ook een substantieel aandeel in de ontwikkeling van een diefkropper.
Hoe groter het aantal ………
Berekeningen die gemaakt worden om de uitkomst van bepaalde kruisingen te voorspellen werkt alleen met grote aantallen duiven. Kweek je maar een heel klein aantal duiven. Is de kans dat een berekening klopt, minimaal. Maar het geeft je een beeld van wat mogelijk of onmogelijk is. Daarnaast spelen de omgevingsfactoren ook een hele grote rol in de ontwikkeling van de aanleg voor een bepaalde eigenschap.
Elke versterkte aanleg is recessief. Wat betekent dat
Elke aanleg die met veel moeite is versterkt en vastgelegd in een ras of stam is recessief wat betekent dat de eigenschap elke volgende generatie langzaam aan verdwijnt als we daar niet op blijven selecteren. De natuur zal altijd proberen om de met veel moeite geselecteerde en versterkte aanleg te normaliseren. Eigenschappen die we willen behouden en/of verbeteren moeten om die reden in aanleg dubbel aanwezig zijn in het erfelijk materiaal. Alleen met inteelt of lijnenteelt kun je ervoor zorgen dat de gewenste aanleg verbeterd of versterkt kan worden. Wat overigens ook mogelijk is met niet verwante dieren, daar later meer over.
Natuurkunde
Om de werking van erfelijkheid te begrijpen en inzichtelijk te maken gebruiken we een klein beetje natuurkunde. Om die reden coderen we de gewenste aanleg met letters. Kleine letters staan voor recessief en grote letters voor homozygoot denk hierbij aan dominant. De dominante aanleg zal altijd proberen terug te komen in de volgende generaties. Omdat de natuurlijke aanleg dominant is ten opzichte van de aanleg die we willen versterken.
Natuurlijke voortplantingsdrift coderen we als Aa. Gewenste voortplantingsdrift coderen we als aa,
We kruisen nu Aa x aa het antwoord is dan Aa omdat de natuurlijk aanleg dominant is. Wat betekent dat al deze jongen een normale voortplantingsdrift hebben of onzuiver genoemd kunnen worden voor de gewenste voortplantingsdrift die we willen terug zien in de jongen dieren. Nu kun je twee dingen doen de jongen onderling kruisen of terug kruisen op de vader.
Vader x dochter
Kruis je bijvoorbeeld de vader met de gewenste aanleg terug op de dochter. Krijg je aa x Aa met als resultaat 50% aa duiven en 50% Aa duiven.
Broer x zuster
Een broer x zuster kruising wordt nog iets ingewikkelder. Je hebt dan kans op 25% aa, 25% AA en 50% kans op Aa duiven. Je kunt hieruit opmaken dat een broer x zuster kruising uit praktische overwegingen een minder goede keuze is en de weg naar succes een stuk langer maakt maar het is niet onmogelijk.
Niet verwante duiven kruisen
Wanneer je nu begint met het kruisen van twee niet verwante duiven heb je een extra handicap. Niet alleen de aanleg die je wilt versterken zal naar voren komen maar nog een heel pakket andere aanleg voor eigenschappen.
Ik zal dit laten zien in een natuurkundige berekening. Laten we de onbekende eigenschappen bb noemen en Bb De eerste kruising zal dan AaBb, AABB en aabb jongen geven. Ga je dan een dochter terug kruisen op de vader dus AB Ab x aB ab krijg je vier verschillende antwoorden te zien. Dus 1 op de 4 zal met een beetje geluk de gezochte aanleg hebben. Ga je de jongen onderling kruisen heb je maar liefst 16 verschillende mogelijke uitkomsten. De kans dat je de juiste eigenschappen gaat versterken of kunt behouden is minimaal. Je zou dan denken dat de liefhebbers van raszuivere dieren gelijk hebben.
Hebben de ras idioten gelijk
Ja en Nee, de ras idioten hebben gelijk als je waarde hecht aan een bepaald fenotype. Gaat het je om de aanleg voor gewenste eigenschappen, het genotype, In dat geval maakt het niet uit als je verschillende rassen kruist mits met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen. De extra bonus die je krijgt is de enorme vitaliteit boost. Wat net voldoende is om het verschil te maken tussen een goede of een slechte diefkropper. Het maakt zelfs niet uit als je een ras in kruist wat niet de aanleg heeft voor de gewenste eigenschappen alleen dan ontkom je er niet aan om aan een vorm van lijnenteelt te doen. Door of terug te kruisen op de stamouder met de betreffende aanleg voor eigenschappen die je zoekt. Of door terug te kruisen op niet verwante dieren maar wel met de aanleg voor de gewenste eigenschappen.
Inteelt betekent verlies van vitaliteit.
Door inteelt zal de genenpool steeds verder verkleinen en daardoor het ras ook steeds verder verzwakken. Het aantal vitale dieren zal met elke generatie afnemen. Hiervan zijn vele voorbeelden aan te halen. Het voordeel is wel dat je steeds meer kans krijgt dat gewenste karakter eigenschappen terug te zien zijn bij de nakomelingen. Grote nadeel is dat je ook ongewenste eigenschappen gaat terug zien bij de nakomelingen. Omdat je dieren met ongewenste eigenschappen niet kunt gebruiken kun je deze dieren niet inzetten voor de kweek. Nu wil ik je nog even attent maken op het stukje tekst hierboven. Hoe groter het aantal….. De meeste liefhebbers hebben maar ruimte voor een beperkt aantal duiven. De kans dat je alleen dieren kweekt met ongewenste eigenschappen is dan even groot als dat je nakomelingen kweekt met gewenste eigenschappen. Het zou dan zomaar kunnen dat de eerste twintig jongen niet aan je eisen voldoen. Voordat je één goed jong kweekt maar ook andersom zou een mogelijkheid zijn. Met andere woorden gezien de aantallen die mogelijk zijn om te kweken is het niet zeker dat je ook werkelijk succes zult hebben met deze methode. Heb je pech of de verkeerde keuzes gemaakt zal het ras steeds vaker inteelt degeneratie laten zien. Omdat we simpelweg te weinig dieren kweken, te weinig geduld hebben om te wachten op de juiste nakomelingen om mee verder te gaan.
Vitaliteitboost
Een kruising met niet verwante duiven maar met dezelfde aanleg voor gewenste eigenschappen zal als voordeel hebben dat de jongen uiterst vitaal zijn. Vitaliteit is niet erfelijk maar wel noodzakelijk om een sterke en gezonde duif te krijgen. Een diefkropper die zich graag wilt voortplanten en populair is bij de andere sekse. Een duif zal bij het zoeken naar een partner altijd de voorkeur hebben voor de meest vitale en gezondste partner om voor nageslacht te zorgen. Om die reden dat ik toch voorstander blijf van het kruisen van verschillende rassen of niet verwante duiven maar wel met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen van een diefkropper.
By Ome Willem / duivenhouden.com
|
Henri van Doorn, Den Dungen, een groot maar bescheiden kampioen
De tijd vliegt. Al weer 4 weken geleden keek ik naar de aankomsten van de laatste jonge duivenvlucht van de afdeling Oost Brabant die gelost werden in Sens. Ik mocht getuige zijn van de aankomsten van de topduiven van niemand minder dan Henri van Doorn (tegenwoordig spelend onder de naam van van Doorn van Wanrooij).
Henri is op dit moment ‘hot’ in duivenland. Mede door de publicaties van de bekendste en beroemdste aller schrijvers (van de huidige althans) weet vrijwel een ieder dat Henri meer dan uitstekend speelt met de jonge garde. AS betitelde hem onlangs als ‘wellicht de beste jonge duivenspeler van Nederland’. Een titel die hem op dit moment in de schijnwerpers zet en Henri een graag geziene gast maakt in forums, etc.
Terecht als je het mij vraagt want Henri laat niet alleen de kolonie van John van Wanrooij naar huis denderen (samen met Rien Clement) maar doet dit ook op eigen erf. Echter wel een late ontdekking van velen want Henri timmert al jaren bijzonder hard aan de weg. Vooral met de junioren. Niet alleen sinds hij is toegetreden tot het verzorgersteam van John van Wanrooij maar ook toen hij zijn timmermanshamer nog dagelijks hanteerde. Vanaf het begin van deze eeuw knalden met name de jonge duiven wekelijks naar de Poeldonksedijk in het landelijke Den Dungen. Ook met de oude duiven werd uitstekend gepresteerd.
Al deze super prestaties werden bijkans helemaal niet voor het voetlicht gehaald. Althans niet op het worldwide web, slechts Falco Ebben wist de prestaties van Henri al vroeg op waarde schatten getuige zijn optreden in de prachtige film over het jonge duivenspel.
Het is echter eigenlijk ongelooflijk hoe weinig er op de digitale snelweg te vinden is over deze bijzonder vriendelijke en bescheiden liefhebber. Behalve zijn eigen site (www.henrivandoorn.com) en een enkele (korte) reportage naar aanleiding van alweer een overrompelende uitslag vind je vrijwel niets. Hoog tijd om hierin eens verandering te brengen. Overigens zult u in deze reportage vooral details vinden omdat dit naar mijn mening de topper onderscheid van de gewone liefhebber.
Het systeem. Het jonge duivenseizoen begint op de hokken van Henri al aan het eind van het vorige kalenderjaar. Dan worden de kweekduiven gekoppeld. Vroeger rond Kerstmis tegenwoordig eerder omdat er iets meer tijd voor is. In het totaal worden zo’n 40 koppels samen gezet. 24 kweekkoppels en 16 koppels voedster duiven. De eerste ronde eieren van de kweekkoppels wordt verlegd onder de 16 koppels voedsterduiven. Het bestand aan kweekduiven wordt gevormd door diverse aankopen maar vooral door de top junioren van de afgelopen jaren. Al in de tijd dat Henri nog wel met zijn oude duiven speelde werden de beste jonge duiven al direct na hun juniorentijd naar het kweekhok verplaatst! Hierdoor ontstond een klasse kweekhok met jonge energieke duiven die nog kort voor de start van hun carrière als kweker en als vlieger aangetoond hadden met de beste mee te kunnen. Dus niets geen vergane glorie met papieren kwaliteit maar jonge vitale klasbakken die voor het nageslacht zorgen.
Na het verleggen van de eieren wordt de volgende ronde door de kwekers zelf grootgebracht. Doordat de derde ronde vlot volgt op de tweede en daar waar mogelijk de voedsterduiven nog een keer ingezet worden lukt het Henri om in een korte tijd een grote groep jongen te spenen. Doel van deze compacte groep is om de periode van kinderziektes zo kort mogelijk te laten zijn en om de groepen zo snel mogelijk gezamenlijk los te kunnen gooien. Iedere ronde wordt namelijk in een aparte afdeling gehuisvest en apart losgelaten. Voor iemand met zo weinig tijd geen geringe opgave maar vrouw Lucy springt indien nodig bij.
Als de kweekperiode voor eigen gebruik gedaan is verhuizen de meest waardevolle voedsterduiven naar de aanpalende volières (aan het hok). De afdeling voor de oude duiven wordt vervolgens bij het jonge duivenhok getrokken. De broedhokken spelen namelijk in een later stadium een belangrijke rol in de motivatie van de jonge duiven.
Doordat het oude leegstaande oude duivenhok ter beschikking wordt gesteld aan de junioren ontstaat een jonge duivenhok van zo’n 10 meter (geschat). Aan de linkerzijde bestaat het uit het oude duivenverblijf met broedhokken en een tweede afdeling met andere grote vakken/schappen waar de derde ronde zijn eerste maanden doorbrengt. Aan de rechterzijde bestaat het uit een klassiek jonge duivenverblijf met vele hoeken en gaatjes waar de jonge duiven naar believen kunnen wegkruipen. Voor deze afdeling staat ook de grote volière. Wellicht is het beter te spreken over een serre of een broeikas want de ruime volière (±4.0 bij ±2.0 meter) is vrijwel geheel gesloten op twee meter centraal aan de voorkant na. Voor de rest bestaat de volière uit perspex platen en het dak wordt gevormd door golfplaten(zie foto).
De jongen kunnen zelf bepalen of ze overdag in het buitenverblijf plaatsnemen of niet. Opvallend is dat zomers bij hoge temperaturen de duiven op het heetst van de dag het hok verkiezen boven het buitenverblijf. In het hok is het door de uitgekiende verluchting in combinatie met de grote boom, die direct naast het hok staat en een deel van de zon wegneemt, op zulke momenten aangenaam vertoeven.
Het buitenverblijf verraadt overigens een van de details die de topper kenmerkt. De duiven drinken dagelijks in een reismand. De ruim 120 jonge duiven hebben hiervoor voldoende ruimte doordat er vier manden in de volière zijn ingebouwd. Uit de trapsgewijze entree van de boxen blijkt het perfectionisme van de melker in kwestie. Zie de foto.
Op deze wijze kunnen de junioren snel de manden in na hun voerbeurt in het reguliere hok. Ook de watervoorziening vindt op een vergelijkbare wijze plaats als in de containers. Van Doorn kan het water aan de achterzijde van de manden opgieten. Drinken in de reismand is dus voor de junioren een tweede natuur. Ze weten niet beter. Zie de foto.
Een tweede vorm van perfectionisme blijkt uit het vervoer van de duiven. De bus van de zaak is speciaal geschikt gemaakt voor het vervoer van de duiven. Logisch ook want de duiven worden hoog frequent gelapt. Het zijn er dan ook veel want als de duiven uit Geffen op stap gaan worden ook de duiven uit Den Dungen
ingeladen. In de bus kunnen zo’n 8 reismanden staan. Omdat de duiven er relatief kort in zitten worden er zo’n 35 tot 40 duiven in een mand gestopt. Om dit mogelijk te maken is de verluchting in de bus aangepast. D.w.z. afzuiging van de vuile lucht (via en ventilatiesysteem in het dak) en aanvoer van verse lucht door een gat in de vloer. Zie wederom de foto’s.
Ook extra verlichting is aanwezig, evenals een extra schuifdeur zodat de duiven altijd aan de gewenste kant kunnen worden losgelaten. De duiven worden namelijk uit de bus gelost. 4 boven via de zijkant en 4 boxen via de achterzijde. De chauffeur zit daarbij prettig gescheiden van de duiven doordat het laadgedeelte is gescheiden van de cabine middels een tussenschot.
Zoals gezegd de bus wordt vaak gebruikt. Voor het seizoen zijn de duiven al tientallen keren op stap geweest. Aanvankelijk met kleine stapjes. Er wordt opgebouwd tot een afstand van zo’n 35 – 40 kilometer. Op deze laatste afstand worden de duiven vaak losgelaten. Ter hoogte van de losplaats, het (voormalige) duivenmekka Reusel, ‘breekt’ in de regel het konvooi van de afdeling Oost Brabant om daarna richting te kiezen richting hun hokken. De duiven van Van Doorn en de combinatie van Wanrooij zijn dan ook totaal vertrouwd met de laatste kilometers naar hun hok(ken). In het begin landden en er wel eens duiven uit Den Dungen in Geffen en vice versa maar naar verloop van tijd weten de duiven precies wanneer ze uit de koppel moeten vallen. Als het systeem dan aan staat is te zien dat de duiven uit Geffen zo goed als altijd 8 minuten later op hun thuisbasis arriveren.
Overigens bracht Henri zijn junioren ook al hoogfrequent weg toen hij van duivenmelken nog niet zijn professie had gemaakt. Voor dag en dauw ging dan de wekker en werden de duiven ingeladen. Wanneer een ander zich morgensvroeg nog een keer omdraaide bracht Henri zijn duiven richting Reusel. Inzet en perfectionisme zijn niet voor niets zijn handelsmerk!
Dit wegbrengen gebeurd overigens ook tussen twee NPO of belangrijke afdelingsvluchten door. Waar een andere liefhebber ze meegeeft op een natoer vluchtje verkiest Henri de eigen auto boven de container. Meestal op zondag worden de junioren dan zo’n 100 kilometer weggebracht. Strombeek is de bestemming. De verklaring voor deze handelswijze is simpel. Henri wil zelf controle houden over de lossing van de jonge duiven en niet het risico lopen dat de vlucht wordt uitgesteld. Hij wil de neststanden namelijk niet verstoren.
In deze periode van belangrijke vluchten worden de jonge duiven namelijk op nest gebracht. Dit jaar was alles echter anders door de afgelaste vluchten aan het begin van het seizoen en de aanpassingen in het programma. Hierdoor werden dit jaar maar liefst 10 vluchten op de schuifdeur gespeeld.
Tijdens een seizoen dat volgens het opgestelde vliegprogramma verloopt zijn dit er slechts enkele want de laatste 6 weken van het juniorenseizoen wordt dan geprobeerd de duiven op nest te spelen. De ‘mooie’ vluchten vinden dan eenmaal in de 2 weken plaats en dit zorgt er precies voor dat er op goede neststanden (verse eieren, uitkomende eieren en jonge van 10 tot 14 dagen) aan alle vluchten kan worden deelgenomen. Door de verduistering en belichting zitten de duiven op dat moment nog prima in de veren en dit in combinatie met de juiste motivatie zorgt vaak voor kettinguitslagen. Natuurlijk zorgt een jong op een schapje wel eens voor een uitschieter maar meestal zijn het de duiven met een nestje die het mooie weer maken.
Om de duiven op het nest te krijgen wordt alles uit de kast gehaald. Het hok is voorzien van tientallen vakjes en gaatjes en in deze tijd van het jaar wordt de vloer dan voorzien van stro. Ook worden wel eens enkele oude duiven ingezet om koppels te vormen. Bijvoorbeeld dit jaar probeerde Henri jonge duivinnen te koppelen aan oude doffers. Gewoon in de broedhokken, om als het ware klassieke jonge weduwen te creëren. Dit lukte niet echt, de meerjarige mannen waren te driftig voor de nog jonge dames. Bij mijn bezoek trof ik dan ook een totaal leeg jonge duivenhok aan. Alle duiven waren mee en dat waren er op dat moment nog 96. Het was brandschoon in de hokken, ook het stro op de vloer.
In dit stuk heeft u niets gelezen over voer en medicijnen. In het systeem van Henri spelen deze naar mijn mening namelijk een ondergeschikte rol. Sinds zijn intrede in het verzorgingsteam van John van Wanrooij (wiens naam ook in de uitslagen van het hok in Den Dungen voorkomt) wordt hetzelfde voer verstrekt als in Geffen. Ook de medische begeleiding in de vorm van het systeem Marien is identiek. Qua prestaties veranderde er niets t.o.v. de tijd dat er nog andere merken voer werden verstrekt en er sprake was van een totaal andere medische begeleiding!!! Het zijn de duiven die het moeten doen, gezond en goed gevoed. Een extreem goede opleiding en de juiste motivatie zorgen dan voor de uitstekende prestaties. Bijna op commando zou je haast denken.
Een uurtje of wat later vielen de eerste duiven van de laatste vlucht van het seizoen. Sens was de losplaats en het werd een prachtige serie met meer dan 60% prijs, slechts die ene super vroege duif in afdelingsverband ontbrak. De super enthousiaste Henri kon er niet mee zitten, hij had genoten. Van de duiven, van een prachtig seizoen en last but not least van de vele mensen die hier getuige van waren. Het kenmerkt Henri en zijn liefde voor de sport dat hij het liefst nog een weekje langer gevlogen had.
Aalsmeer, Michel Beekman
Winterjongen worden gefokt door voornamelijk de programmaspelers. Hiermee wordt bedoeld de duivenmelkers die niet alleen de jongen duiven vluchten of de natour willen spelen. Maar de liefhebbers die direct met de vluchten voor de volwassen duiven mee willen doen. De eerste vluchten worden begin April al gehouden.
Winterjongen kweken
Om echte winterjongen te kweken kunnen de koppels vanaf 26 November bij elkaar gezet worden. Dit kan alleen als je duiven ook echt gezond zijn. Om zeker te weten dat je duiven niets mankeren is het verstandig om een mestonderzoek en keeluitstrijkje bij een dierenarts te laten doen.
Je postduiven moeten behalve gezond ook volledig door de rui heen zijn. Vliegduiven van het afgelopen jaar willen wel eens trager ruien. Deze dieren kan je dan beter niet gebruiken om aan winterkweek te doen.
Met de kerstdagen komen de eerste jongen uit het ei
Als het goed is, komen de eerste jongen rond de kerst uit het ei gekropen. Het kan best zijn dat niet alle eieren uitkomen. Reden hiervoor is dat we toch een beetje tegen de natuur in gaan. Wil je de natuur een handje helpen, kun je half November beginnen met bijlichten tot 14 uur licht. Bevruchtingspercentage is dan hoger en de kans dat alle eieren uitkomen is groter. Maar er zijn ook duivenmelkers die dat niet doen en ook die hebben succes met hun winterkweek.
Op nieuwjaarsdag met een rot gang naar de ringencommissaris van de duivenclub. Effe snel de beste wensen voor het nieuwe jaar geven. Maar het gaat natuurlijk om de nieuwe ringen. Als het goed is ben je dan nog net op tijd om de piepers te ringen. Zoniet moet je een beetje vaseline gebruiken of een ander glijmiddel.
Stel dat je de ringen net te laat binnen krijgt en je bent echt te laat met ringen. Kun je nog de overgebleven ringen van het afgelopen jaar gebruiken. Het is niet de bedoeling maar ik vertel niks verder.
Wanneer je piepers drie weken oud zijn kun je de duivinnen met één jong op het duivinnenhok plaatsen. Het andere jong kun je dan bij de doffer laten. Je zult zien dat de doffers prima alleen voor hun jong kunnen zorgen. Bij de duivinnen ga je zien dat alle duivinnen gezamenlijk voor de jongen gaan zorgen.
Na nog een week wanneer de piepers ongeveer vier weken oud zijn. Kun je de nieuwe kampioenen gaan spenen. De duivinnen verhuizen naar het hok voor de duivinnen en je doffers laat je zitten in het broedhok. Maar de jongen haal je weg bij de doffers vandaan en verplaats je naar het hok voor de jongen duiven. Alle jongen zitten nu bij elkaar in het hok voor de jongen. Waar een dikke laag erwten stro op de grond ligt.
Voordelen van de winterkweek
De voordelen van de winterkweek zijn vroeg kweken en vroeg weer scheiden. Zodat je volwassen duiven in alle rust zich kunnen voorbereiden op de eerste vluchten begin April. De doffers hebben nu hun eigen broedbak en zijn bijna klaar voor de komende wedstrijden. Wanneer de jongen gespeend zijn. Kun je nog even je duiven koppelen als voorbereiding voor het weduwschapspel. Wanneer je duiven 10 dagen gebroed hebben kun je de duivinnen weer verplaatsen naar het duivinnenhok en je duiven zijn klaar om te knallen op de eerste wedstrijden.
- Je hebt nu alle tijd voor de nodige kuurtjes en entingen voor de eerste vluchten. Enten is verstandig en kuren alleen wanneer je duiven wat mankeren anders zou ik het niet doen.
- De jongen die nu jaarling zijn wennen eerder aan het nieuwe hok en worden op deze manier bakvaster.
- Je kunt meer jongen uit je beste duiven kweken.
- De winterjongen houden de pennen vast hoeven niet verduisterd te worden dus minder kans op colie.
- Met de eerste jonge duiven vlucht zijn deze duiven bijna volwassen en kunnen dus op de deur worden gespeeld (verkapt weduwschap)
- Je kunt de winterjongen gelijk met de oude weduwnaars trainen en de jonge duivinnen met de weduwduivinnen in geval van tijdgebrek.
Oeps er is ook een nadeel
Er is natuurlijk ook een groot nadeel. De jongen gaan eind Januari begin Februari naar buiten en dat is feest voor de roofvogels. Je moet er dus even bijblijven wanneer je je duiven laat vliegen. Aan de andere kant leren je duiven wel om goed op te letten en te ontkomen aan roofvogels. Tijdens de wedstrijden kun je tenslotte ook niet mee om je duiven tegen roofvogels te beschermen.
By Ome Willem / duivenhouden.com
Eindigt: 19-01-2024 21:30
VERKOOP IFC TERNEUZEN
Zoals gebruikelijk houd ook dit jaar het IFC Terneuzen een bonnenverkoop van toppers uit binnen en buitenland. Het IFC is het enigste inkorfcentrum voor de internationale vluchten in Zeeuws- Vlaanderen. Er word jaarlijks op het scherpst van de snede gestreden om de podiumplaatsen. We zijn blij met de geschonken bonnen en willen de schenkers dan ook bedanken en de toekomstige kopers alvast succes wensen!
Website: Fondclub IFC Nieuwe Stijl
LET OP:
Deze verkoop word in de zaal afgerond op zaterdag 20 januari 2024 vanaf 20:00u in Cafe ’t Keldertje, Baandijk 1, Terneuzen.
Voor kooporders van bonnen of duiven: e-mail naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
https://gps-auctions.com/shop/bonnenverkoop/bonnenverkoop-ifc-terneuzen-bonnenverkoop/
4 ruco opleermanden met rek voor in de auto.
Richtprijs: € 350,-
0627204844
Kootwijkerbroek