|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De winnaars ontvangen komende maand een uitnodiging en meer informatie over de huldigingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De winnaars ontvangen komende maand een uitnodiging en meer informatie over de huldigingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De behandeling van al deze ziekten is afhankelijk van een juiste diagnose, die enkel door de dierenarts kan gesteld worden! Dus aarzel niet om langs te gaan bij de dierenarts !!!
Ornithose:
Combinatie van Chlamydia, Mycoplasma's, E. Coli en Herpesvirussen veroorzaken klinisch het Ornithose-complex. Door de duivenmensen ook wel verkoudheid genoemd. Klinische verschijnselen: nat oog (eenzijdig), donkere neusdoppen, keelslijmvlies is blauwer, zwelling keelslijmvlies (gehemeltespleet is gesloten en ingang luchtpijp is gezwollen), krabben aan de kop, afvegen van de ogen, het gapen en een reutelend geluid ( door ontstekingen in de luchtpijp of in de luchtzakken). De jonge duiven zijn gevoeliger dan de oudere. Duiven kunnen meermalen het Ornithose complex krijgen.
Preventie: voorkomen van tocht. Bij milde verschijnselen: de dieren uit laten zieken.
Herpesvirusinfectie:
Ook wel bekend onder besmettelijke snot of "vliesjesziekte" (oogbindvliesontsteking). Een van de meest voorkomende en minst bekende ziekte bij duiven.
Verschijnselen: ontsteking aan de voorste luchtwegen: een gelig beslag ligt als een vliesje op het slijmvlies van de bek en de keel. Vooral bij jonge duiven tot 10 weken. De duiven zijn erg benauwd. Ziekte lijkt erg veel op 't geel, er treden vaak zelfs menginfecties op! Ook gele woekeringen a.g.v. pokken-difterie lijken veel op herpesinfecties. Als geelkuren onvoldoende helpen, is meestal een herpesvirus de achterliggende oorzaak.
Behandeling: tegen een virus zijn geen middelen beschikbaar, wel antibiotica tegen menginfecties.
Paramyxovirus infectie:
Het virus PMV-1 is sterk verwant aan de verwekker van Pseudo-Vogelpest (NCD). Duiven kunnen echter ook besmet raken met het "kippen NCD virus". Als dat het geval is, heeft dit ernstige gevolgen voor de "Dierziekten-vrije status" van Nederland. NCD is een aangifte plichtige ziekte.
Verschijnselen: vooral bij jonge duiven in de nazomer. Deze zijn:
Nierontsteking: met als gevolg veel water drinken en waterige ontlasting.
Zenuwverschijnselen als gevolg van ontsteking in hersenen: verlammingen en draaihalzen, "naast het voer pikken" en schrikachtig. Hoge aantal sterfgevallen in de eerste twee weken van een uitbraak.
De conditie blijft schijnbaar goed. De dieren met zenuwverschijnselen zullen vrijwel nooit meer geheel herstellen. Ongeveer 10% behoud blijvende nier- of zenuwbeschadiging.
Behandeling: zo snel mogelijk een noodenting kan het aantal sterfgevallen doen verminderen. Preventief jaarlijks alle duiven enten met b.v. Colombovac. Mijn advies is in het najaar, voor het tentoonstellingsseizoen, en in het voorjaar voor het vluchtzeizoen.
Pokken:
Twee vormen: de difterievorm: in de slijmvlies van de bek, lijkt erg op 't geel en de pokvorm: vooral aan de snavel, oogranden, poten en rond de cloaca. Besmetting overgebracht door steekmuggen.
Behandeling: aantippen met een jodiumoplossing met een wattenstaafje of ze vallen vanzelf af.
Enting d.m.v. de veerfollikelmethode (denk eraan dat witte veren terug kunnen komen na de enting! ). Of tegelijk met een paramyxo-enting.
Paratyfus (Salmonellose):
Slechts één type van belang: Salmonella typhimurium var. Copenhagen..
Komt voor in "klinische" en "subklinische" vorm. Subklinische vorm: duiven zijn besmet maar niet ziek. Meestal bevindt de infectiehaard zich in de darm. Verschijnselen: de duiven doen het minder goed.
Darmtyfus:
de dieren zijn in een matige conditie: wat slijmerige dunne ontlasting ( door een darm-ontsteking ), soms ook weinig verschijnselen te zien. Diagnose: Kweek van bacteriën in de ontlasting.
Paratyfus van het evenwichtsorgaan: het eenzijdig gestrekt liggen van de duif en draaihalzen. De duiven zijn ernstig ziek en gaan snel dood,
Paratyfus van gewrichten: meestal ellebooggewrichten of de hak. De gewrichten zullen na verloop van tijd stijf worden. Ook in andere gewrichten kan een ontsteking ontstaan.
Inwendige paratyfus: meestal in lever en nieren, soms eierstok en testikels. Veroorzaakt steriliteit of vervroegd afsterven van de embryo's in het ei. Eieren kunnen ook besmet raken tijdens het broeden!
Diagnose: mestonderzoek of bloedonderzoek. Kweken uit gewrichtsvocht heeft geen zin.
Enting: jaarlijks herhalen. Duiven die na de enting of behandeling sterk vermageren, blijken vaak dragers en/of uitscheiders van Salmonella. Deze moeten worden verwijderd. Ondanks vaccinatie is een doorbraak van de ziekte mogelijk.
Adenovirus-diarree:
Oorzaak: E. coli toxinen (giftige stoffen) die vaak samengaan met het "adenovirus" en met verminderde weerstand door stress. Als het adenovirus een rol speelt is de sterfte veel groter. Adenovirus veroorzaakt een leverbeschadiging.
Verschijnselen: jonge duiven van een tot zes maanden leeftijd (meestal ongeveer 9 weken oud): geen eetlust, bol zitten en snel vermageren. Brij-achtige bruine ontlasting, later groen-slijmig tot groen-waterig.
Preventie: overbevolking voorkomen, hygiëne, goed voer, vaccineren, verzuren van het drinkwater met karnemelk of azijnzuur.
Schimmelinfecties:
Komen weinig voor. Als ze voorkomen, dan alleen bij duiven in een slechte conditie die in een vochtige omgeving zitten en matig voer ter beschikking krijgen.
Aspergillose: schimmelinfectie van de luchtwegen: luchtzakken en de longen. Verschijnselen: benauwdheid.
Preventie: oorzaak wegnemen: vochtige omgeving, slecht voer, ondeskundig antibiotica gebruik.
Trichomoniasis en Hexamitiasis :
trichomoniasis: Jonge duiven: infectie van het gehemelte en keel variërend van slijmdraden tot gele woekeringen. Ook mogelijk via de navel: 't steen, dat heeft een slechte prognose.
Oude duiven: keelslijmvlies, kan zich uitbreiden tot in de beenderen van kaak en schedel en naar de lever, hart en longen (inwendige geel). Bij de inwendige vorm van geel is de prognose slecht.
Verschijnselen: typische gele puntjes achter in de keel, lichte roodheid met verhoogde slijmvorming in de bek. (Witte puntjes in het harde gehemelte wijzen op verharde eiwitresten uit speekselkliertjes.)
Diagnose: keeluitstrijkje maken
Hexamitiasis: Veroorzaakt door een flagellaat, behorend tot dezelfde familie als de trichomonas.
Verschijnselen: diarree bij jonge duiven.
Coccidiose:
Is soortspecifiek: gaat niet van een andere diersoort over op de duif.
Verschijnselen: slappe mest tot waterdunne ontlasting en vermageren, bloed in de mest komt niet voor bij coccidiose, dit in tegenstelling tot de kippen. Verspreiding van oöcysten via besmet mest: schoenen, ongedierte etc.
Diagnose: mestonderzoek op coccidiën, meerdere keren omdat uitscheiding onregelmatig is.
Behandeling: geschikte medicatie en hokhygiene.
Preventie: iedere dag het hok schoonmaken, roosters, vloerverwarming of droog strooisel.
Net als voor ornithose, het geel en pokken wordt er nauwelijks weerstand opgebouwd tegen coccidiose. Nieuwe infecties kunnen zo weer uitbreken.
Worminfecties:
Spoelwormen en haarwormen:
De eieren moeten eerst "rijpen" in een vochtig milieu voordat ze besmettelijk worden. Dit duurt minimaal 10 dagen. Verschijnselen: vermagering, gebrek aan eetlust, ontlasting wordt brijig en lichter van kleur. Bij haarwormen heftiger.
Diagnose: mestonderzoek op wormeieren, spoelwormen zijn duidelijk waarneembaar, haarwormen niet.
Lintwormen: 3 soorten zijn bekend bij de duif, komen slecht zelden voor. Platwormen: nauw verwant aan de leverbot. Tussengastheer: slakjes die langs sloten en drassige weiden voorkomen. Verschijnselen: ernstig ziek, snelle vermagering en waterige soms bloederige diarree en sterfte. Gevaarlijkste periode is de nazomer in beperkte gebieden (vochtig milieu): daar waar veel sloten en plassen voorkomen.
Ectoparasieten:
veroorzaken over het algemeen geen last bij de duif.
Lange veerluis: voornamelijk op dekveren en slagpennen.
Stuitluis: onderkant dekveren bij de stuit, deze luis is de enige die irriteert.
Schachtmijt: tegen de schacht van de slagpennen ( alleen de witte).
Schurftmijt: langs de veerschachten tot in de veerfollikels toe. Locatie: onderkant borstbeenkam, op de vleugels, de rug en de hals. Dekveren laten los en er ontstaan kale plekken.
Rode vogeluis of bloedluis: komt 's nachts tevoorschijn en zuigt bloed bij de duiven. Overdag in de kieren en naden van het hok te vinden.
Luisvlieg: komt bij meerdere vogels voor. Is een bloedzuiger die bij het aanprikken naar bloed in de veerfollikels in de groeiende veer kleine gaatjes achterlaat.
Gezwellen:
Bloedwratten: goedaardige woekeringen, kunnen worden afgebonden.
Cholesteromen: onderzijde rug bij de cloaca: kleine aardappel met veerfollikels als uitlopers. Kunnen op groot gedeelte van de huid zitten. Is goedaardig.
Gezwellen in de buikholte: duivin: tumoren aan de eierstokken, vetgezwellen en leverleucose.
Leverleucose: lever geweldig vergroot, komt individueel een enkele keer voor, geen behandeling mogelijk.
Ei-peritonitis: Buikvliesontsteking a.g.v. eiresten in de baarmoeder. Verschijnselen: dikke buik: vocht, benauwdheid. Een duif is vaker benauwd door ruimte innemende processen in de buik dan door luchtwegstoornissen!
Legnood:
Ei is te voelen in de buik tussen de legbeentjes. Indien situatie langer dan 2 dagen bestaat, dan ingrijpen.
Behandeling: manueel of chirurgisch het ei verwijderen.
Het vorige logboek werd erg veel gelezen zoals ik op mijn website zag, toch kreeg ik weinig respons als je dit afzet tegen de vele reacties op de voorgaande blogs. Zou het zo zijn dat voor veel liefhebbers net als voor de duiven nu een rustperiode is aangebroken, waarin zij minder met de duivensport bezig zijn dan tijdens het vliegseizoen?
Drukte
Voor mijzelf is dit nu de drukste periode van het jaar met keuringen / selectie, koppeladviezen en ook veel vragen naar te koop aangeboden duiven op internet waar mijn mening over wordt gevraagd. Nu ik met pensioen ben kan ik het gelukkig allemaal wel beter managen en geeft die drukte geen stress meer, zoals vorige jaren nog wel eens het geval was, zeker in periodes waarin er veel werkdruk was overdag. Het is allemaal een stuk relaxter geworden. De zaterdagen zijn voor dit jaar al wel allemaal gevuld met afspraken, maar doordeweeks kan ik nu op veel kortere termijn een afspraak inplannen. Met ingang van dit jaar heb ik wel besloten dat ik niet langer meer rijden wil dan 5 kwartier enkele reis en een gemiddelde reisafstand van max 120 km (enkele reis). Het autorijden gaat me namelijk minder vlot af, vooral bij grote drukte en in het donker ervaar ik stress. Mensen die er prijs op stellen dat ik hun duiven beoordeel en/of koppel en die verder weg wonen, kunnen overigens altijd naar Meppel komen met hun duiven. En dat wordt ook steeds vaker gedaan, zelfs vanuit Limburg en Zeeland.
Tafelkeuringen
Elk jaar doe ik wel een aantal tafelkeuringen bij een club. Voor dit jaar zijn er drie gepland waarvan ik recent de eerste keuring heb gehad in Sneek. Dat was een zeer geslaagde middag met veel echt bewezen goede duiven. Ik heb geen vast stramien, de club heeft zelf de meeste inbreng hoe ze dit het liefste organiseren. Vandaar dat het voor mij elke keer weer een verrassing is. Die verrassing gold in Sneek ook beslist voor de kwaliteit van de aangeboden duiven. Een jaarlingenkeuring doe ik in principe liever niet, omdat de kans op vergissingen daarbij te groot is. De duif is immers nog niet volgroeid. Het oog is nog niet volledig op kleur (duurt ongeveer anderhalf jaar). Ook het karkas is meestal minder stevig dan van een volledig uitgegroeide duif. Het mooiste vind ik het als iedere liefhebber 4 duiven inbrengt en dat er voor iedere categorie een prijs is, dus beste jonge doffer, jonge duivin, oude doffer en oude duivin. Maar iedere vereniging is vrij hoe die het organiseren wil. Ik sta voor alles open, alleen niet voor het keuren op avonden.
Drinken onderweg
Recent heb ik met M.B. contact gehad over de GPS analyse die hij het afgelopen jaar heeft uitgevoerd en waarover hij wekelijks verslag deed in het Spoor. In december kunnen we daar waarschijnlijk een evaluatie van verwachten. Een van de constateringen is dat bij warm weer het merendeel van de duiven de vlucht onderbreekt voor een drinkpauze. Hierbij is de duur van de vlucht van grote invloed, want de meeste duiven krijgen na zo'n 3 uur vliegen dorst en gaan naar beneden. Vliegend drinken doen er maar heel weinig. De duur van de drinkpauzes verschilt sterk. Als ze het kort houden 1 - 20 minuten, dan kunnen ze zich nog wel op de uitslag klasseren. Maar de meeste duiven houden echter veel langere pauzes. Ze verblijven vaak uren achtereen op dezelfde plek of ze verkassen een stukje om vervolgens weer lang te gaan zitten. Het spreekt vanzelf dat duiven die niet worden geplaagd door dorst in het voordeel zijn. Evenals de duiven die er in slagen om vliegend te drinken. Het tijdstip van lossen bepaalt ook het aantal duiven dat dorst heeft. Hoe eerder met warm weer wordt gelost, des te minder duiven hun reis onderbreken om te gaan drinken. Dit soort conclusies roept meerdere vragen op, bijvoorbeeld; “Is er bij een vroege lossing met warm weer sprake van een eerlijker verloop (groot deel van de duiven die bij een latere lossing uitgeschakeld zijn vanwege dorst, doen dan nog wel mee voor de prijzen)”. Of zouden vluchten met een late lossing (waarbij op voorhand duidelijk is dat dit een late lossing gaat worden) een beter verloop kennen als de duiven ’s morgens in de mand eerst nog wat licht voedsel krijgen en zodoende gaan drinken?
Duiven (terug) kopen op veilingen van OLR’s
Op de veiling van OLR Zagreb heb ik de winnaar van de 6e prijs teruggekocht. Ik ben blij dat ze kan worden toegevoegd aan de kweekduiven en volgend jaar stuur ik weer jongen van haar naar een OLR. Het is me inmiddels wel duidelijk dat veel kopprijzen op OLR’s verdiend worden met duiven wiens ouders ook goed presteerden op races onder de zelfde omstandigheden. Op deze veiling zag ik ook weer bekende namen diverse top 50 duiven kopen van deze zware finale en dat voor bedragen waarvoor bij veel bekende hokken nog geen piepertje kan worden aangeschaft. Wanneer er geen klinkende namen op de stamboom staan kun je voor bedragen tussen de 60 en 100 euro op diverse veilingsites waar finalisten van OLR’s worden verkocht vaak hele knappe duiven kopen. Het zijn in ieder geval duiven die met moeilijke omstandigheden kunnen omgaan, dat hebben ze al laten zien. Met dergelijke duiven zou menigeen zijn kolonie kunnen versterken. Daar ben ik 100 % van overtuigd. Eigenschappen als wilskracht en doorzettingsvermogen worden mijn inziens de komende jaren steeds belangrijker.
|
Aan de hand van fossielen weten wij dat ons oudste huisdier, de bij, sinds veertig miljoen jaar in
volken leeft. Zij organiseert onvermoeibaar het universum van de kleinste levende wezens. Al haar
producten werken selectief, bevorderend of remmend, op microbiële medebewoners. Daardoor
geeft zij doelgericht vorm aan de samenstelling van de haar omgevende en bevolkende microben.
Sommige mogen gedijen, maar extremen worden niet toegestaan. Honing is daarom een
wonderbaar middel voor een bacteriële correctie en wordt graag als geneesmiddel gebruikt. De bij
filtert in de honingmaag virussen uit en selecteert de bacterieactiviteit, deels door hun
voortplantingsvermogen volledig te blokkeren. De populatie wordt tot de minimale hoeveelheid van
maximaal 600 micro-organismen per kubieke millimeter gereduceerd. Onbewerkte honing bevat
bovendien ongeveer tachtig etherische oliën.
In de tweede bijenmaag, de verteringsmaag, groeien de bacteriën uitbundiger. Ze laat haar eigen
voedsel, het bijenbrood, door de bacteriën in haar speeksel fermenteren. Terwijl honing, gewonnen
uit nectar, het bijenvolk alleen ter warmteproductie dient, is het uit pollen gevormde bijenbrood een
eiwitbron voor het bijenlijf. Bovendien wordt het aan het jonge broed gevoerd. Het moet zorgvuldig
bereid worden. Pollen zijn net kleine nootjes die hun voedingswaarde pas vrijgeven nadat ze
geknakt werden. Om het ‘knakken’ voor de bacteriën mogelijk te maken stapelt de bij om de beurt
pollen en speeksel in een cel, drukt alles netjes luchtdicht vast en laat het rustig gisten. De
microben-enzymes knakken de schalen van de pollen. Hierdoor verdrievoudigt hun
voedingswaarde. Bovendien zijn ze nu houdbaar. Voor de fermentatie van kuilvoer en zuurkool
maken wij gebruik van hetzelfde principe.
Wat brood is voor de bij, is bloed voor de mug. Ook zij wordt door bacteriën geholpen. Zij zijn
namelijk verantwoordelijk voor de lichaamsgeur die mens of dier afgeeft. Het milieu van een
individu wordt mede bepaald door zijn lichaamssappen, ook die van de huidcellen. Door het
verorberen van menselijke of dierlijke huiddeeltjes scheiden bacteriën melk-, vet- en aminozuren af,
die mogelijkerwijs op een heerlijke bloedmaaltijd wijzen. Muggen vinden de geur van zweetvoeten
en uitgewasemde, verteerde alcohol bijzonder lekker.
Gewaagde stellingen beweren dat insecten voor hun prik een bepaalde plek van het lichaam
kiezen om er het plaatselijke metabolisme te stimuleren. Acupunctuur van de natuur, bij wijze van
spreken. Wie hier liever van afziet, kan zich met EM inwrijven en zo de muggen voor de gek
houden. Effectieve Micro-organismen corrigeren namelijk de lichaamsgeur.
Vlo, bij, blauwe vinvis of vos: wat een dier in het leven ook doet, hij doet het met bacteriën. En in
tegenstelling tot planten neemt een dier, waar het ook gaat, vliegt of kruipt, bacteriën mee. Ook
veranderde bacteriën. In de ontlasting van trekvogels heeft men resistente bacteriestammen
gevonden die de halve aardbol rond gevlogen zijn.
bron: voorgezondleven.nl
Een verdwaalde duif is nog geen dooie duif. Dat ‘duivenspreekwoord’ schoot me te binnen, toen onze vluchtenpenningmeester eens even tijd had voor een verhaal. Meestal was hij een bezig baasje dat duizend dingen tegelijk wil regelen, maar nu had hij onder het genot van een borreltje zijn verhaal.
Een oud vrouwtje; een soort Roodkapjes – Oma was bij hem, Gerrit, komen klagen over lastige duiven. In de buurt waren in korte tijd hoge gebouwen van een auto - importeur gesloopt.
Nu sliepen er op haar balkon duiven en ze maakten lawaai.
Gerrit beloofde hulp. Met een geïmproviseerde vangkooi kon het probleem opgelost worden.
’Snurken ze’, had hij nog plagend gevraagd. Oma echter had serieus het hoofd geschud en gezegd dat die rotbeesten wel een brommend geluid over zich hadden.
In de weken die volgden werd de duivenval af en toe gecontroleerd en dat leverde interessante vangsten op.
Duiven van ver weg maar ook van heel dichtbij vielen zo in handen van de hulpvaardige Gerrit. Ze kwamen van Alkmaar, Veenendaal en Almelo en andere plaatsen, maar ook uit onze eigen stad, Amersfoort.
Tussen die gearresteerde ‘dakloze’ zwerfduiven bevond zich een schitterende tienjarige doffer; een plaatje om te zien Hij was van een lid van de Amersfoortse vereniging De Koerier; ene Peter H. Die was hem als jonge duif van het hok verspeeld.
Nu bijna elf jaar later, bleek dat dier al die tijd ongeveer 200 meter van de thuisbasis op dat hoge afgebroken autogebouw gewoond te hebben. Wel een bewijs dat verdwaalde en achtergebleven duiven zich jarenlang in de vrije natuur van stad en land wisten te handhaven.
Van clubgenoot Bertus zat er een 2-jarige duif bij. Die was op een dag weggebleven en woonde dus gezond en wel een paar straten verder. De Veenendaalse duivin, ook al een paar jaar van huis, werd door de gelukkige eigenaar opgehaald. Ze stamde nog van belangrijke kweekkoppels en nu kreeg de basis van succes nog weer versterking.
Natuurlijk wilden sommige liefhebbers hun verloren duif niet terug, maar ze vernamen wel wat er van hun gevederde vrienden was geworden. En dankzij Gerrit en zijn vangnetje kon dat grootmoedertje weer rustig slapen.
Goede voeding is van groot belang voor de gezondheid van mens en dier. Gezond water is eigenlijk minstens zo belangrijk. Dit wordt nog steeds enorm onderschat. Een aantal jaren geleden werd ir. Gert Boontje gefascineerd en geïnspireerd door het werk van Victor Schauberger “Lebendes Wasser”. Half tot begin vorige eeuw was de kern van Schaubergers ideeën moeilijk te bewijzen en werd het door de toenmalige wetenschappers niet serieus genomen. De resultaten van recent onderzoek bevestigden echter z‟n gelijk en steeds meer wetenschappers komen tot de ontdekking, dat we tot nu toe maar heel weinig wisten over het wezenlijke van water. Wellicht denkt u: je kunt over koolhydraten, eiwitten of vetten een hoop schrijven en onderzoeken, maar water is toch water? Dat is nou juist niet het geval. Onze kennis over gezond water beperkt zich meestal tot de fysische en chemische eigenschappen ervan. Leidingwater en bronwater. Het water wat uit de kraan komt, moet aan verschillende eisen voldoen. Dit is nodig om de gezondheid van de mens te kunnen garanderen. Om bacteriën te doden wordt er o.a. chloor aan toegevoegd. In tegenstelling tot leidingwater wordt de gezondheidswaarde van bronwater als norm gezien. Volgens recent wetenschappelijk onderzoek is niet alleen de zuiverheid, maar vooral de bio-energetische waarde van groot belang. Het oorspronkelijke bronwater is energetisch zuiver en is vrij van schadelijke trillingen. Daardoor werkt bronwater veel beter voor het lichaam van mens en dier. Leidingwater daarentegen is eigenlijk heel arm water geworden. De werking van water in ons lichaam. Water is een essentieel element bij alle functies in ons lichaam. Daar staan we over het algemeen nooit bij stil. We weten, dat water bedoeld is als transportfunctie bij de opname van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen. Steeds duidelijker wordt de enorm belangrijke rol van water voor de energie- en informatieoverdracht die noodzakelijk zijn voor de besturing van alle lichaamsfuncties op elk niveau, van orgaan tot cel. Dit werd tot heden door wetenschappers veel te weinig onderkend. De kennis van informatie overdracht en energie in het water staat nog steeds in de kinderschoenen. In de literatuur wordt veel aandacht geschonken aan het functioneren van de cellen, maar aan het feit dat 75% van die cel uit water bestaat, wordt geen aandacht geschonken. Met name het water in het bindweefsel vervult een centrale functie in de lichamelijke processen. Bindweefsel vult niet alleen de ruimtes tussen de cellen op, maar functioneert als het basisregelsysteem omdat de uiteinden van bloedbanen, lymfebanen en zenuwen in het bindweefsel eindigen en beginnen. Deze staan dus niet direct met elkaar in contact, alleen via het bindweefsel. Het transport van voedingsstoffen, afvalstoffen en informatieoverdracht verloopt via dat water in het bindweefsel. Als we water drinken bereikt dat het bindweefsel en dat brengt een regeneratie van de stofwisseling teweeg volgens onderzoek. De trillingsfrequentie van water. Ook blijkt uit onderzoek dat in water, waaruit de schadelijke stoffen door de waterzuivering volledig zijn verwijderd, vóór en ná de zuivering dezelfde trillingsfrequenties zijn aan te tonen. Deze trillingen blijken te zijn van bepaalde stoffen die zich voor de zuivering in het water bevonden. Een goede kennis van mij is hoofdverantwoordelijke bij een waterschap. Hij vertelde me, dat het steeds moeilijker wordt in de toekomst om alle stoffen die zich in het water bevinden eruit te filteren. Daarvoor bestaan op een gegeven moment geen filters en methodieken meer. Het chemisch gereinigde water is fysisch nog belast met trillingen van stoffen die in het water aanwezig geweest zijn. We noemen dat de informatie van die stoffen. Wij brengen vele soorten chemicaliën in de natuur. We doen dit door b.v. het land en de fruitbomen te bespuiten tegen ongedierte. Daarnaast kunnen we b.v. denken aan elektromagnetische trillingen, trillingen van het elektriciteitsnet, computerbeeldschermen, mobiele telefoons, radarstraling, geneesmiddelen en anticonceptie die via de riolering weer bij de zuiveringsinstallatie belanden. Tijdens het zuiveringsproces wordt dit wel 60 gezuiverd, alleen de trillingsinformatie blijft in het gezuiverde water aanwezig. We weten, dat een mens en een dier voor meer dan 2/3 deel uit water bestaat. Allerlei trillingsfrequenties, schadelijk en onschadelijk, worden via het water in ons lichaam ingebracht en zo in onze lichaamsvloeistoffen opgeslagen. De trillingen hebben een belangrijke invloed op onze lichaamsprocessen. Bekend is ook dat bepaalde trillingsfrequenties ongunstig zijn voor de gezondheid. Bovis-waarde. Door middel van radiëthisch onderzoek kan de bio-energetische waarde van water worden bepaald. We drukken dit uit in Bovis-waarde. De waarde van ca. 6500 Bovis-eenheden wordt gezien als een gezonde standaard. Gezond water zou minimaal deze waarde moeten hebben. De waarde van het water in een bergbeekje heeft ca. 8.000 Bovis, terwijl de geneeskrachtige bronnen (denk maar aan Lourdes) een Boviswaarde van 30.000 tot wel 42.000. Leidingwater ligt momenteel tussen 100 en ca. 4.000 Bovis-waarde. De veranderingen die leidingwater heeft ondergaan tijdens zuivering en transport laten de energetische waarde verloren gaan. De Aqua-Vitaliser Er zijn methoden die de schadelijke trillingen in water teniet kunnen doen en water energetisch zijn levensopbouwende krachten weer teruggeven. Deze natuurlijke methode zorgt voor een stabiel, goed houdbaar water zonder schadelijke trillingsfrequenties en met een hoge bio-energetische waarde van 30.000 tot wel 80.000 Bovis. Dit kan gerealiseerd worden door een apparaat, dat centraal in het waterleidingsysteem gemonteerd kan worden. Dit apparaat, de Aqua-Vitaliser wordt voor ieder doel apart gemaakt op de juiste sterkte. De ervaring leert dat de werking van de watervitalisator blijvend is zonder onderhoud! De enige kosten zijn de aanschafkosten van de Aqua-Vitaliser. Het vitaliseren van water gebeurt zonder kunstmatige technieken zoals magnetisme, elektriciteit of chemicaliën. Gevitaliseerd water is zuiver in de zin van „trillingsvrij‟. Gevitaliseerd water heeft de volgende voordelen: Zuivert via lichaamsvloeistof de cellen, weefsel en orgaansystemen Diepwerkende ontgifting van het lichaam Ontlast de lever en de nieren en zorgt voor een betere doorbloeding. Verwijdert parasitaire invloeden en brengt zo de darmen tot rust Maakt de huid zacht en jong Huidallergieën en overgevoeligheden verdwijnen of verminderen Zorgt voor een betere opname van de voedingsstoffen Smaakt voller en zachter Natuurlijk vitaal water draagt bij aan een gezond, fit en vitaal lichaam. Bovendien voorkomt gevitaliseerd water dat er kalkafzetting plaatsvindt, waardoor de Aqua-Vitaliser u ook in de huishouding de nodige voordelen oplevert. De plaatsing van een Aqua-Vitaliser is een eenmalige investering waarna uit alle kranen in en rond het huis vitaal water stroomt. Dus niet alleen uw duiven maar ook uzelf zult profiteren van alle voordelen die gevitaliseerd water biedt
Willem Mulder.
DEEL 1.
Voorwoord.
Naar aanleiding van de overname door de NPO van het WOWD advies om Transportvoer toe te staan onder strikte voorwaarden, willen we de ontwikkelingen nog eens de revue laten passeren. Hoe is het ontstaan en waar staan we nu? Het is een flink rapport geworden. We plaatsen dit in Het Spoor der Kampioenen in 4 delen. Voor geïnteresseerden is het gehele rapport is te lezen op de WOWD website. Hierbij DEEL 1.
Voor een goed verloop van een duivenvlucht is een drietal factoren van groot belang:
Deze drie factoren bepalen gezamenlijk het succesvol verlopen van een wedvlucht.
Dit voorjaar heeft de NPO tijdens de algemene ledenvergadering het door de WOWD geactualiseerde Reglement Vervoer en Lossingen NPO aangenomen. In artikel 11, lid 3, staan de eisen wat betreft het transportvoer voor onze duiven waarmee het welzijn van de duiven tijdens transport nog verder verbetert. Deze eisen staan als volgt vermeld in het reglement:
Het convoyage voer bestaat uit ofwel enkelvoudige maïs ofwel een mengeling dat voldoet aan de volgende eisen:
Graag willen wij in dit artikel nader in gaan op de totstandkoming van het transportvoer en nog enkele aanbevelingen doen die mogelijk kunnen leiden tot een nog hoger welzijn van de duiven.
Een woord van dank willen wij richten aan diegenen die veel tijd en energie gestopt hebben in de totstandkoming van Transportvoer versie 1.0: het toenmalige bestuur van afdeling 7 onder voorzitterschap van Erwin van Wijk, Huib Bransen (lossingscoördinator), Geurt Doppenberg (vervoerscoördinator), de combinatie Verbree uit Putten en de overige liefhebbers die welwillend als testhokken hebben gefunctioneerd. Alsmede aan Albert Winkel van de WOWD voor zijn positieve suggesties om dit artikel nog beter uit de verf te laten komen.
Introductie
Openheid is het toverwoord voor de toekomst. Net als dierenwelzijn. Daar ontkomen we niet meer aan. Alle “in’s en out’s” van onze overheid zijn niet of onvoldoende bekend, maar het is aan te raden, dat de onderweg zijnde duivencontainers vanuit een centraal punt digitaal uit te lezen zijn, uitgerust zijn met camera’s en een black box. Bij problemen dient er adequaat en direct actie te worden genomen. Net zoals dat nu al gebeurt bij veel transport ondernemers buiten de duivensport, zoals bij veetransporten of gekoelde transporten van levensmiddelen. De tijd van wat manden op een vrachtwagen met een zeiltje er over is voorgoed voorbij. Het aantal duiven in de mand is met de hiervoor genoemde actualisatie van het vervoersreglement flink verlaagd en in lijn gebracht met de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek over wat voor de duiven gunstig is. Andere aanpassingen in het regelement gingen over het op gezette tijden rusten onderweg, water geven en dergelijke. Belangrijk in deze is het per wedvlucht bijhouden van een logboek door de convoyeurs waaruit de zorg overduidelijk blijkt die zij steeds aan de duiven geven. Omdat ieder jaar nieuwe convoyeurs worden aangesteld en oude met pensioen gaan is het voor de nieuwkomers gemakkelijk om zich in de verzorging en begeleiding van de duiven in te kunnen lezen als er een goed naslagwerk voor handen is. Regelmatig worden nog nieuwe convoyeurs in het diepe gegooid en dit moet logischerwijs worden voorkomen.
De overheid stelt zich op het standpunt dat de duivensport zelf onderzoek moet doen en aan de hand daarvan regels moet opstellen om het welzijn en de gezondheid van onze duiven te borgen. De overheid kijkt daarbij over onze schouders mee. Dit principe wordt “zelfregulering” genoemd. Op 2 mei jl. publiceerde de Raad voor Dier Aangelegenheden (RDA), een belangrijk adviesorgaan op dit punt, het rapport “Plezier voor mens én dier?”. In dat rapport adviseert de RDA dat elke sector een Dierwelzijnsplan op gaat stellen, ook de duivensport. In dat plan moet komen te staan op welke manier de sector het welzijn van de dieren gaat borgen. Moeten we ons daar zorgen over maken? We kunnen ons maar beter niet laten verrassen. Tot op heden heeft de overheid de duivensport de gelegenheid gegeven om de welzijnsomstandigheden voor duiven tijdens transport zelf in te vullen. Laten we dat aub zo goed mogelijk en in alle openheid proberen te doen. En niet alleen van de kant van de NPO, de WOWD, de vervoersinstanties, maar ook van de kant van de liefhebbers zelf. Dit artikel gaat hier nader op in en verschaft naar wij hopen de nodige handvaten om het welzijn van wedstrijdduiven tijdens vervoer en op het thuishok verder te helpen optimaliseren en de verliezen te beperken.
De aanleiding
De gemiddeld matige wedvluchtverloop percentages van afdeling 7 op de vluchten van twee nachten mand tijdens het seizoen 2010 waren aanleiding voor Steven van Breemen om actie te ondernemen. Het bestuur van de afdeling onder voorzitterschap van Erwin van Wijk stond er in 2011 voor open om diverse tests plaats te laten vinden. Steven verzocht vervolgens Willem Mulder om een tweetal transport mengelingen samen te stellen voor twee en drie nachten mand plus een speciale maismengeling voor de overnachtvluchten. De bedoeling was om de voeding voor de wedvlucht duiven duidelijk te verbeteren. De basisgedachte was een mengeling te ontwikkelen die goed opgenomen werd, licht verteerbaar, energierijk en water absorberend was.
Willem koos voor granen en zaden die duiven graag eten, die voor zowel koude als warme omstandigheden nuttig zijn en die vocht toevoegen aan het lichaam zoals: mais (3 soorten), tarwe, milocorn, witte dari, saffloorpitten, hennep, een klein percentage erwten en een ruim percentage gepolijste rondrijst. Dit voor de vochtbalans in het lichaam en in de hersenen voor een goede oriëntatie. Kleine en lange dunne granen en zaden werden vermeden, omdat deze in de ribbels van het golfkarton of in de mest zouden belanden. Doel was dat er keuze is voor de duiven onder verschillende omstandigheden, zodat er zoveel mogelijk duiven gaan eten en drinken.
In vorm zijnde duiven eten de laatste dagen voorafgaand aan de inkorving met name overwegend kleine(re) zaden en granen. Mais geeft warmte af en als het al behoorlijk warm is, zal alleen mais niet het meest gewenste transportvoer zijn voor duiven. Maar we voeren al zeker meer dan 50 jaar mais in de manden. Waarom zou dat dan nu ineens anders moeten? De duivensport is op veel gebieden tijdens de laatste 25 jaar flink veranderd. Als eerste kunnen we noemen: de selectie van de duiven voor de verschillende onderdelen. Duiven die het goed doen op de dagfond of op de overnacht fond, worden daarop speciaal geselecteerd. En daaruit kweken we weer duiven uit die op die specifieke onderdelen steeds beter en beter worden. Echter wat betreft het verstrekken van het meest geschikte transportvoer zijn we stil blijven staan.
De voeding voor de duiven heeft de laatste 25 jaar ook een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Die is helemaal aangepast aan de vlucht, de weersomstandigheden en de afstanden die gespeeld worden. Zelfs op de geschatte vlieguren. Dankzij windtunnel testen die door wetenschappers met duiven zijn uitgevoerd kennen we het exacte vetverbruik per vlieguur. Koolhydraten voor het eerste uur vliegen, eiwitten voor de spieren en vetten als de belangrijkste brandstof. Er is wetenschappelijke kennis over welke koolhydraten, welke eiwitten, welke vetten en op welk moment het beste gevoerd kunnen worden.
De opzet van de test
Er gingen een aantal vergaderingen vooraf aan de tests. Tijdens deze vergaderingen met het bestuur van afdeling 7 waren zowel Steven als Willem aanwezig. Ook de convoyeurs van deze afdeling waren op de vergaderingen uitgenodigd. Het bestuur wees diverse test hokken aan die rapporteerden hoe de duiven op het thuis hok voorbereid werden op de wedvlucht en hoe de duiven ervan thuis kwamen. De test hokken werd uitdrukkelijk verzocht om geen mededelingen aan derden te doen.
Doel
Het doel was het welzijn van de duiven te verbeteren tijdens het transport door alle duiven voldoende te laten eten en drinken zodat zij beter voorbereid zijn op de vlucht naar het thuis hok. Bij 22°C heeft de duif al 1,7 ml water per uur nodig. Is de duif 10 uur op transport, dan verliest deze 4% van zijn lichaamsgewicht. Bij 24°C is de waterbehoefte 2,6 ml per uur. Tijdens 10 uur op transport verliest de duif 8% van het lichaamsgewicht. Als de lichaam- en hersenfuncties beter functioneren middels voldoende vocht en voeropname, zullen de duiven zich mogelijk beter kunnen oriënteren, sneller en in goede conditie thuiskomen om de week erna zonder problemen opnieuw te kunnen worden ingekorfd. Voordeel voor de liefhebber is dat wanneer de duiven beter en vlotter thuiskomen, hij of zij beter kan selecteren en zodoende meer plezier beleeft aan zijn of haar hobby. Voordeel voor de afdelingen is dat er, over het gehele seizoen gemeten, meer duiven worden ingekorfd en de wagens een hoger bezettingspercentage hebben. Dit levert voor de afdelingen een behoorlijk financieel voordeel op.
Volgende week komen o.a. de voorbereidingen, de testformulieren, de waarnemingen tijdens het transport en die van de thuishokken aan de orde.
Met vriendelijke groet,
Steven van Breemen en Willem Mulder.
Duiven zijn al eeuwenlang een fascinerende en geliefde metgezel van de mens. Hun geschiedenis gaat terug tot in de oudheid, waar ze werden gewaardeerd om hun schoonheid, intelligentie en hun vermogen om berichten over te brengen over grote afstanden. Zowel in het oude Egypte tot op de dag van vandaag zijn er over de hele wereld altijd mensen geweest die de duif bewonderden. De interesse in duiven is heden ten dage nog steeds groot, ondanks dat het aantal postduivenliefhebbers en sierduivenfokkers flink dalende is. Ik merk dat onder andere aan het aantal bezoekers van mijn website. Sinds ik in mei een nieuwe website heb opgezet waarbij ik niet alleen informatie over postduiven plaats, is het aantal lezers van mijn website flink toegenomen. En deze lezers zijn lang niet alleen post- of sierduivenliefhebbers, zoals ik merk aan de reacties die ik ontvang. De artikelen van Heim Meijerink over de historie van de postduivensport en duiven in de oorlog worden graag gelezen en ook de pagina met foto’s van historische duiventillen en torens mag ook op veel belangstelling rekenen.
Iemand die ook een zeer brede belangstelling heeft voor alles wat duif is, is de 77 jarige, vooral in sierduivenkringen zeer bekende duivenfotograaf en verzamelaar Dick Hamer uit Zutphen. Wat deze man over duiven verzameld heeft is onbeschrijfelijk. Ik ben bij verschillende verzamelaars van duivenspullen op bezoek geweest maar nergens trof ik zo’n enorme verzameling. Alle muren van onder tot boven inclusief de gangen en het trapgat hangen vol met schilderijen, bordjes, trofeeën, foto’s, tekeningen en nog veel meer. Vitrines met honderden duivenbeeldjes, mokken en glazen met duivenopdruk, flessen drank met duivenetiketten en vele andere snuisterijen. Daarnaast staan er diverse boekenkasten vol met duivenboeken waaronder zeer oude zeldzame exemplaren en minstens honderdduizend dia’s van over de hele wereld. Lang niet alles wat Dick heeft gespaard heeft een plekje. Er staan nog tientallen dozen volgepakt met van alles waarmee gemakkelijk een museum gevuld zou kunnen worden. En er komen nog een groot aantal dozen bij, want in het Pluimveemuseum in Barneveld loopt binnenkort de wisselexpositie genaamd “Roekoe de duif” af. De meeste daar getoonde spullen komen uit de verzameling van Dick.
Dick is een veelzijdig man. Als kind kon hij al goed tekenen. Hij begon met het verzamelen van plaatjes van de in zijn kinderjaren zeer bekende Pleinesalbums. Gaandeweg begon hij zelf duiven te tekenen en beeldjes te boetseren. En weer iets later mocht hij zelf ook duiven houden en kwamen er sierduiven van de meest uiteenlopende rassen. Dick is van beroep 50 jaar schoenmaker geweest, maar hoewel hij goed in zijn vak was, lag zijn hart altijd bij duiven en kunst. Zelfs in de pauzes sneed hij uit leer nog duivenbeeldjes. En vrijwel alle vrije tijd ging na zijn 16e zitten in duiven. In zijn 60 jarige duivenloopbaan heeft hij minstens 100 duivenrassen gefokt. Hij was voor zijn 20e al keurmeester in de voetsporen van beroemde sierduivenkenners en keurmeesters als Louis Maas en Henk Moezelaar. Deze stimuleerden hem om al vroeg keurmeester te worden en van hen heeft hij dan ook veel geleerd. Met het maken van foto’s en dia’s is hij ook al op jonge leeftijd begonnen. Zijn foto’s van sierduiven, maar ook van andere diersoorten sieren menig dieren- en duivenboek en artikel dat de afgelopen 60 jaar over sierduiven geschreven is. Zijn eerste foto’s voor boeken maakte hij voor de Zutphense uitgeverij Thieme en kreeg in boeken betaald voor zijn foto’s. Dick; “Het fotograferen heb ik nooit voor geld gedaan. Het is voor mij altijd hobby geweest. Ik vroeg zelden geld voor mijn foto’s. Alles wat ik ermee verdiende heb ik weer geïnvesteerd in mijn verzameling.”
Als fotograaf en sierduivenkeurmeester heeft Dick meer dan 40 landen bezocht. Overal is hij welkom en een graag geziene gast. Dick; ”In landen als India, Bahrein, Jordanië en Dubai heb ik bij verzamelaars van sierduiven rassen gezien die nergens anders ter wereld voorkomen dan alleen bij die desbetreffende verzamelaars. Maar helaas wordt er maar zelden met die duiven gefokt. Het gaat bij die mensen puur om het hebben. In India en Amerika ben ik bij sierduivenliefhebbers geweest die hele sporthallen vol met duiven hadden met een overweldigende hoeveelheid rassen sierduiven. Van al deze bezoeken heb ik vele dia’s en foto’s gemaakt. Ik verzorg regelmatig lezingen voor verenigingen en clubs over een bepaald thema en zoek dan uit deze enorme verzameling leuke en interessante plaatjes.”
Door het lezen van alles wat maar met duiven te maken heeft, talloze hokbezoeken en bezoeken aan dierenparken over de hele wereld, het bezoeken van en keuren op internationale tentoonstellingen en het zelf fokken van de meest uiteenlopende sierduivenrassen, bezit Dick een enorme kennis van sierduiven maar ook van wilde duivensoorten. Hij is dan ook een vraagbaak voor velen. Ook zijn lezingen die met veel humor worden gebracht, worden veel en graag bezocht. Dick; “Ik heb mazzel gehad dat ik de mogelijkheid heb gekregen om zeldzame en exotische sierduiven van over de hele wereld te fotograferen. Mijn foto’s worden gewaardeerd door duivenliefhebbers en verzamelaars over de hele wereld, waardoor vele deuren voor mij open gaan die voor anderen gesloten blijven.”
Sierduiven worden al minstens 3500 jaar gehouden zo blijkt uit wandschilderingen die gevonden zijn in de tombes van de Farao’s in Egypte. In de loop der tijd zijn er talloze rassen van sierduiven ontstaan, elk met hun eigen unieke kenmerken en kleurpatronen. Tot op de dag van vandaag is het fokken en exposeren van sierduiven nog steeds een populaire hobby over de hele wereld. Ik vroeg Dick hoe het met de sierduivenhobby heden ten dage in Nederland is gesteld. “Hier in Nederland en de ons omringende landen loopt de sierduivenhobby hard terug. Overigens is dat net zo in de postduivenwereld en andere kleindierhobby’s. Voor de sierduivenfok zal dat betekenen dat er rassen zullen verdwijnen. Op de lijst met zeldzame huisdierrassen staan nu al 16 Nederlandse sierduivenrassen waarvan voor 4 rassen de situatie kritiek is. Er zijn nu nog zo’n 900 sierduivenfokkers, dat is nog maar een kwart van het aantal fokkers dat ons land telde in de jaren 70. Het fokken van sierduiven komt steeds meer in handen van specialisten en zakenlieden. De veelal oudere hobbyfokkers komen op een leeftijd dat hun gezondheid te wensen overlaat en stoppen met de hobby of overlijden. Wekelijks ontvang ik wel één of meerdere overlijdensberichten.”
Zo lang zijn gezondheid het toelaat gaat Dick door met de fascinerende wereld van sierduiven vast te leggen en te delen met anderen. Ik hoop dat hij nog vele foto’s zal maken want er zijn maar weinig mensen die de schoonheid en diversiteit van zeldzame sierduiven zo meesterlijk kunnen vastleggen als hij.
Roofvogels en duiven Elke duivenliefhebber heeft wel eens duiven die niet terugkomen. De vogels vliegen verloren, geraken fysiek niet meer terug,...
Als je dit gedrag ziet, dan betekent dat dat de duiven hun locatie en gewenste richting aan het bepalen zijn. Er zijn verschillende...
Vele verliezen bij jonge duiven... Het is dezer dagen een hot topic op de sociale media. Wildlossingen, de roofvogel, 5G stralingen,... Er zijn...