|
Nieuws
SYSTEEM
Het jonge duivenseizoen begint op de hokken van Henri al aan het eind van het vorige kalenderjaar. Dan worden de kweekduiven gekoppeld. Vroeger rond Kerstmis tegenwoordig eerder omdat er iets meer tijd voor is. In het totaal worden zo’n 40 koppels samen gezet. 24 kweekkoppels en 16 koppels voedster duiven. De eerste ronde eieren van de kweekkoppels wordt verlegd onder de 16 koppels voedsterduiven. Het bestand aan kweekduiven wordt gevormd door diverse aankopen maar vooral door de top junioren van de afgelopen jaren. Al in de tijd dat Henri nog wel met zijn oude duiven speelde werden de beste jonge duiven al direct na hun juniorentijd naar het kweekhok verplaatst! Hierdoor ontstond een klasse kweekhok met jonge energieke duiven die nog kort voor de start van hun carrière als kweker en als vlieger aangetoond hadden met de beste mee te kunnen. Dus niets geen vergane glorie met papieren kwaliteit maar jonge vitale klasbakken die voor het nageslacht zorgen.
Het jonge duivenhok
Na het verleggen van de eieren wordt de volgende ronde door de kwekers zelf grootgebracht. Doordat de derde ronde vlot volgt op de tweede en daar waar mogelijk de voedsterduiven nog een keer ingezet worden lukt het Henri om in een korte tijd een grote groep jongen te spenen. Doel van deze compacte groep is om de periode van kinderziektes zo kort mogelijk te laten zijn en om de groepen zo snel mogelijk gezamenlijk los te kunnen gooien. Iedere ronde wordt namelijk in een aparte afdeling gehuisvest en apart losgelaten. Voor iemand met zo weinig tijd geen geringe opgave maar vrouw Lucy springt indien nodig bij.
Als de kweekperiode voor eigen gebruik gedaan is verhuizen de meest waardevolle voedsterduiven naar de aanpalende volières (aan het hok). De afdeling voor de oude duiven wordt vervolgens bij het jonge duivenhok getrokken. De broedhokken spelen namelijk in een later stadium een belangrijke rol in de motivatie van de jonge duiven.
Henri van Doorn voor jonge duiven hok
Doordat het oude leegstaande oude duivenhok ter beschikking wordt gesteld aan de junioren ontstaat een jonge duivenhok van zo’n 10 meter (geschat). Aan de linkerzijde bestaat het uit het oude duivenverblijf met broedhokken en een tweede afdeling met andere grote vakken/schappen waar de derde ronde zijn eerste maanden doorbrengt. Aan de rechterzijde bestaat het uit een klassiek jonge duivenverblijf met vele hoeken en gaatjes waar de jonge duiven naar believen kunnen wegkruipen. Voor deze afdeling staat ook de grote volière. Wellicht is het beter te spreken over een serre of een broeikas want de ruime volière (±4.0 bij ±2.0 meter) is vrijwel geheel gesloten op twee meter centraal aan de voorkant na. Voor de rest bestaat de volière uit perspex platen en het dak wordt gevormd door golfplaten. (tekst Michel Beekman)
In een feestelijke sfeer in Motel Beveren op 09 december 2023 opende de Gouden Ringen organisatie opnieuw de deuren voor vele duivenliefhebbers. Het veroveren van een Gouden Ring blijft een hoogtepunt in de duivensport, een prestigieuze erkenning die niet alleen glans geeft aan individuele prestaties maar tevens een springplank vormt naar provinciale en nationale triomfen. Dit zowel op de snelheid als op de zware fond vluchten.
Met enthousiasme leidde Patrick Daalman het evenement in met een welkomstwoord dat heel positief en tevreden klonk. Zijn uitnodiging richtte zich hartelijk tot de fervente Oost-Vlaamse liefhebbers, met de belofte dat volgend jaar opnieuw een plekje in de schijnwerpers wacht in de begeerde categorieën Superstar Vitesse en Superstar Allround. Hopend dat we met zen allen deze categorieën meer bekendheid kunnen meegeven in Oost Vlaanderen.
Hoewel de aankondiging nog wat extra schijnwerpers verdient, stalen de winnaars ongetwijfeld de show. De prestatiecoëfficiënten werden met recht en rede behaald, een garantie voor een indrukwekkende vertegenwoordiging in de komende kampioenschappen. De prijzentafel, schitterend vooraan in de zaal, was een ware expositie met collectie trofeeën die tot de verbeelding spraken, natuurlijk ook met de Gouden, Zilveren en Bronzen Ringen die verpakt waren als kostbare juwelen.
Dit alles ontvouwde zich onder de oogverblindende projectie op het grootscherm, waar de sponsors van het evenement hun welverdiende aandacht kregen. In een perfecte sfeer werden zowel de sponsors als de liefhebbers gevierd, zoals het in de wereld van duivensport hoort te zijn.
Voor het derde opeenvolgende jaar werd de culinaire kunst tot in perfectie gebracht. De potten werden extra verwarmd, de kookplaten kregen de beste boter, en het live cooking buffet, waar de bereidingen à la minute op het bord verschijnen, werd opnieuw een betoverende ervaring dankzij de vaardigheid van de chefs. Het is duidelijk dat deze culinaire formule een blijvend succes is, zoals we hoorden van de enthousiaste deelnemers tijdens de feestavond.
Na een genotvolle maaltijd verraste de organisatie elke aanwezige duivenliefhebber met een extra sponsoring. De firma Daflor speelde hier een gulle rol door ervoor te zorgen dat elke liefhebber kennis kon maken met de drie-in-één healt mix. Dit prachtige initiatief oogstte meer dan waardering, wat zich vertaalde in een vlotte verkoop van de tombolaloten.
Zoals gebruikelijk was de prijzentafel rijkelijk gevuld met schitterende beloningen, geschonken door talloze sponsors. Van de prestigieuze hoofdprijzen van Bricon tot de luchtige ballonvlucht boven het Waasland en exclusieve toegangstickets voor thermen katara bleek dat er geen prijs te klein was om te schitteren in de tombola.
De Gouden Ring in het Waasland blijft een grote aantrekkingskracht uitoefenen op eenieder. We durven zonder twijfel te zeggen dat de afwezigen ongelijk hadden. Ondanks hun afwezigheid zien we elk jaar het evenement groeien, en we hopen oprecht op een tijd waarin de feestzaal tot in de hoekjes gevuld zal zijn.
De kampioenen:
Quievrain oude:
Goud: De Gendt Frankie
Zilver: Ghys Roger & Zoon
Brons: Van Broeck Jimmy
Quievrain jonge:
Goud: De Gendt Frankie
Zilver: De Gendt Frankie
Borns: De Gendt Frankie
Noyon oude :
Goud: Marin Dullaert & Zoon
Zilver: Vandeputte Johan
Brons: Brijs Cleys
Noyon jonge
Goud: Mevr De Maesschalck
Zilver: Mevr De Maesschalck
Brons: Mevr De Maesschalck
Halve fond oude :
Goud: Heyndrickx Erick
Zilver: Buyst Rudy
Brons : Heyndrickx Erick
Halve fond jonge:
Goud: De Maere Marcel
Zilver: Heyndrickx Erick
Brons: Team Baetens
Kleine fond oude:
Goud: Team Baetens
Zilver: Team Baetens
Brons: Team Baetens
Kleine fond jonge:
Goud: Team Baetens
Zilver: Team Baetens
Brons: Team Baetens
Fond oude:
Goud: Smet Gunther
Zilver: Team Baetens
Brons: De Dobbelaer Nadine
Marathon:
Goud: Scheers Gerard
Zilver: De Coninck Geert
Brons: De Witte Mathias
Allround jonge duiven:
1ste kampioen Team Baetens
2de kampioen Vlaeminck Hugo
3de kampoen Boterdaele Rombaut
Superstar Vitesse Oost Vlaanderen
Goud: Brijs Cleys
Zilver: De Gendt Frankie
Brons: De Maeschalck Gebroeders
Superstar Allround Oost Vlaanderen
Goud: Team Baetens
Zilver: Haak Soen
Brons: Bombeke Luc
Winnaar Bourges Trofee / Supertrofee snelheid / Supertrofee boven Parijs
Éénhoksraces, internationaal bekend als OLR's (One Loft Races), lijken steeds populairder te worden. Ik merk dat zelf vooral aan het aantal vragen dat ik hier de afgelopen maanden over heb gekregen. Ik schreef al eerder dat deze races een goed alternatief kunnen zijn voor mensen die te weinig tijd hebben om aan huis met de duiven te spelen. Liefhebbers die het vanwege werk en/of gezin niet meer kunnen bolwerken om op de traditionele manier zelf met duiven te spelen, schakelen steeds vaker over naar de OLR’s in plaats van helemaal met duiven te stoppen. Ik vind dat zelf een goede zaak, maar zoals ik afgelopen zaterdag weer hoorde tijdens de Ledenraad, denkt het NPO bestuur hier anders over. Zij zijn geen voorstander van deelname aan de éénhoksraces en dat vind ik jammer. Op deze manier kunnen er immers postduivenliefhebbers behouden blijven die anders voor de sport verloren zijn. Liefhebbers die kunnen blijven genieten van het dagelijks duiven verzorgen en van het wedstrijdelement zonder de noodzaak van dagelijkse training en de andere verplichtingen gedurende het vliegseizoen.
Een van de liefhebbers die een jaar of drie geleden is overgestapt naar de éénhoksraces is de 60 jarige Kees van Oosten uit Venray. Kees heeft vanaf 2003 duiven en heeft tot 2019 aan de wedvluchten van het reguliere vliegprogramma deelgenomen. Op een gegeven moment was dat niet meer te combineren met zijn privésituatie. Na nog even vruchteloos op zoek geweest te zijn naar iemand om mee in combinatie verder te gaan, besloot hij om te switchen naar de éénhoksraces. Kees; “Ik had nog graag aan het programmaspel willen deelnemen en heb gezocht naar mogelijkheden om als combinatie verder te gaan, maar er was niemand die daarvoor open stond. Ik heb toen de keuze gemaakt om me te gaan toeleggen op de OLR’s. Wat me aanspreekt bij de OLR’s is dat iedere duif van A naar B vliegt met zelfde verzorging, met hetzelfde beginpunt en hetzelfde eindpunt en onder dezelfde omstandigheden. Dat er prijzengeld mee te verdienen is maakt dit spel nog aantrekkelijker.” Het aspect prijzengeld dat Kees noemt is voor een deel van de OLR deelnemers wellicht het belangrijkste. Deze veelal commerciële liefhebbers nemen vooral deel aan de grote aansprekende races waarop grote geldbedragen te verdienen zijn zoals Victoria Falls en Pattaya en waar de hoogte van het inleggeld voor de gemiddelde duivenliefhebber doorgaans een belemmering is. Kees desgevraagd of hij ook aan dergelijke races meedoet of wil gaan meedoen; “De duurste race waaraan ik tot nu toe heb deelgenomen is de Golden Algarve. Mijn doel is om daar in ieder geval mijn inleggeld terug te verdienen en dat is me tot nu toe redelijk gelukt. Maar deelname aan dit soort races zijn voor de gemiddelde liefhebber eigenlijk niet te betalen of je moet het in teamverband doen. Ik ben ervan overtuigd dat op veel hokken van gemiddelde liefhebbers duiven zitten, die net zo goed of zelfs beter zijn dan veel van de duiven met klinkende stambomen, die er nu heen gestuurd worden van de gerenommeerde hokken.”
Kees speelt nu drie jaar mee aan de OLR’s en heeft al een paar mooie klasseringen behaald. Zo won hij afgelopen seizoen een 1e prijs op een hot spot race in de Algarve, vorig jaar in Costa del Sol een 1e prijs op hot spot 2, in de finale de 5e prijs en de 4e prijs op de extra finale. Daarnaast won hij nog diverse top 10 noteringen op hot spot races. Kees desgevraagd over de duiven die hij naar de OLR’s stuurt; “Als beginnende OLR liefhebber weet je in het begin niet wat voor soort duiven daarvoor nodig zijn, daar moet je in groeien. Een goede programma duif is meestal geen goede OLR duif. Bij een OLR duif komt de nadruk op de finale te liggen, die doorgaans 500 km is en wordt vervlogen in allerlei (vaak moeilijke) omstandigheden. Ik ben het met de stelling van Gert Rotman eens die zegt dat elke duif die je instuurt in staat moet zijn om een race te winnen en dat probeersels niets te zoeken hebben op een OLR. Nu ben ik zelf echter nog niet zover dat ik een hok vol bewezen kweekduiven bezit. Op mijn kweekhok heb ik ook duiven die voor hier voor het eerste jaar zitten en zich nog moeten bewijzen. In het begin had ik alleen dagfond duiven. Tot aan de halve finale konden zij zich goed met de eersten meten, maar in de finale kwamen ze te kort. Ik probeer nu duiven te kweken die tot diep in de finale meekunnen, dus met meer doorzettings- en uithoudingsvermogen. Een aantal koppels hebben die eigenschap al, met als resultaat een 20e en 28e plaats in de finale van OLR Moldavië en de 57e plaats in de Finale van Costa del Sol. Dat waren beide pittige finales waar mijn voorkeur toch naar uitgaat.”
Bij verschillende OLR’s (de winterraces) worden er duiven ingezonden die soms al het hele jonge duivenprogramma van de afdeling hebben afgewerkt. Ook Kees heeft dat met succes gedaan. Kees; “Zelf speel ik niet meer met duiven, maar ik laat elk jaar een 25 tal jonge duiven uittesten bij een paar bekende liefhebbers in Oost Brabant. Van deze duiven stuur ik er na het seizoen ook een paar naar een OLR. Vorig jaar was ik zeer verrast dat een jonge duif die in Nederland aan het complete vliegprogramma had deelgenomen zich toch makkelijk had laten over wennen en daarna ook nog een topklassering in Costa del Sol behaalde. Maar in Griekenland waren de bevlogen jonge duiven juist weer heel snel weg. Misschien heeft dit te maken met de ligging van de evenaar of een of ander magnetisch veld! Maar hoe dan ook, ik ben tot nu toe even succesvol geweest met jongen die nog nooit hebben losgevlogen als met bevlogen jongen.”
Dat er bij sommige OLR’s dingen gebeuren die niet de schoonheidsprijs verdienen is duidelijk voor een ieder die enige ervaring heeft opgedaan in deze tak van sport. Maar om dan meteen de deelname aan OLR’s af te keuren is wel wat kort door de bocht vind ik. Ik vroeg Kees hoe hij daar tegenaan kijkt. Kees; “Dat de NPO deelname aan OLR’s niet ondersteunt, snap ik aan één kant wel omdat er prijzengeld aan verbonden is en daar kom je in Nederland niet meer mee weg. Maar aan de andere kant bieden de OLR’s mogelijkheden voor duivenliefhebbers om toch postduiven te kunnen houden zonder dat er duiven bij huis los hoeven te vliegen. Het komt immers steeds vaker voor dat het in (veelal nieuwe) woonwijken verboden is om duiven dagelijks los te laten vliegen. Een duivenhok plaatsen mag in veel gevallen wel. Met alleen te kweken voor de OLR’s kunnen duivenliefhebbers in dergelijke woonwijken toch met duiven starten of hun hobby voortzetten. En voor wat betreft de OLR’s waar zaken gebeuren die een geur van oplichting hebben of waarin het duivenwelzijn op een laag pitje staat, zou je mogen verwachten dat deze zichzelf de markt uitprijzen. Helaas zijn er bandieten in dit wereldje, dus voorzichtigheid is altijd geboden. Gelukkig heb ik zelf nog geen hele negatieve ervaring meegemaakt en hoop ik die ook niet mee te maken. Wel heb ik bij een race meegemaakt dat het prijzengeld plotseling werd gehalveerd. Aan die race neem ik uiteraard ook nooit meer deel. Meer en betere controle vanuit de FCI vind ik overigens wel een goede zaak.” Tot zover Kees van Oosten over zijn ervaring met de éénhoksraces.
Eens in de 3 weken krijg ik een stapeltje duivenkrantjes, die blader ik meestal vluchtig door, maar lees wel de columns.
Tentoonstellingen, keurmeesters, handkeuring en zij die pretenderen iets van een duif te kennen, kwamen er in het algemeen niet goed vanaf! Dat kan en mag, het zijn meningen. Zo heb ik ook mijn mening en ervaring.
Ik heb de afgelopen weken weer de nodige keuringen gedaan als ‘keurmeester van de NGvK’. Daarnaast beoordeel ik VOOR MIJZELF de duiven op sportwaarde. Ik kan niet zeggen of het een goeie is, of kan worden (is ook bijna onmogelijk) maar ik zie graag een bepaald type vlieg duif waarvan ik weet dat daartussen vaak de meeste ‘goeie’ zitten.
Wat mij opvalt is dat de goede programma/ Dagfond-spelers tegenwoordig vaak bij de eersten eindigen op de tentoonstellingen. (Ik kom zelden die echte showhomers tegen, die proberen de ereprijzen weg te kapen)
De koppen zijn de laatste jaren in het algemeen ‘fijner’ geworden of moet ik schrijven meer ‘air dynamisch’, de vleugels zijn in het algemeen prima, de pluimage is dik en zacht, sterke aanhechting, wel weer een soepelere rug, de onderbouw goed maar soms ook met iets meer ruimte. Wanneer je ze pakt, heb je gelijk een duif in handen waar spanning opstaat en in een splitsecond heb je het wauw gevoel. Daar gaat het bij mij om en die kunnen zeker 92 punten halen en zelfs bij de winnaars horen!
Ik constateer dat het verschil tussen de liefhebbers groter aan het worden is. Liefhebbers die enkel wat vluchtjes meedoen en niet streng genoeg selecteren, hebben vaak duiven met ‘gebreken’ en vallen op de tentoonstellingen ook door de mand. Mindere pluim (mede door verzorging), slechte rug, aangeplakt staart en een nog slechtere onderbouw. Wanneer die duiven KOPPRIJZEN winnen, PRIMA die hebben dan toch iets speciaals in hun koppie/karakter. Zijn het echter thuiskomers met middelmatige prijsjes, dan boer je snel achteruit.
Verder kom je duiven tegen die al maanden geen bad hebben gezien. Soms moet je de duiven binnenhouden, vanwege de roofvogel of vogelgriep maar om ze dan geen bad te geven.
Bij de marathon duiven zitten duiven, die heel hoog kunnen eindigen, ik kom prachtige duiven tegen, maar ook veel duifjes die op een tentoonstelling compleet de boot missen. Duiven zijn vaak nog niet klaar met de rui, zitten nog in diepe winterslaap en zijn dan in alles losser. Die duiven zal je in april waarschijnlijk niet meer herkennen, maar staan wel in november/december op de Tentoonstelling.
Nu kunnen die columnisten wel roepen dat ze niet kijken naar het uiterlijk en geen schoonheidsduiven hebben, laat staan dat ze die duiven kweken, maar wat hebben hun duiven dan wel, naast supersnel naar huis vliegen? Mankeert echt niet veel aan hun duiven en ja soms hebben ze een enkele duif (zo’n lelijk eendje) die hun verrast, maar om daar nu alles vanaf te laten hangen?
Ik pleit om op de Tentoonstellingen ook een prestatie klasse op te nemen, natuurlijk ben je afhankelijk van de bereidbaarheid van de bezitters van de kampioen of asduiven, maar wanneer het lukt is het prachtig om te ‘leren’ en met elkaar over de duiven te praten. De enige manier om duiven in handen te krijgen is nu nog op de kijkdagen van een verkoop of je moet de stoute schoenen aan trekken om bij een kampioen aan te kloppen en vragen of je zijn duiven mag zien.
Hoe mooi is het te zien dat een aantal van die jonge gasten nu hoge toppen scheren en succesvol zijn. Zij namen de moeite stad en land af te lopen, investeerden of kregen wat duifjes in hun handen gestopt en waren vertrokken. (Kort door de bocht want er komt natuurlijk nog wel wat meer bijkijken)
De tijd tikt meedogenloos door, de zin, de drive neemt af waardoor weinigen het nog kunnen opbrengen op bezoek te gaan of te investeren. Blijft over…. onder het genot van een drankje over duiven ‘melken’😘en met elkaar het eens te zijn dat de mand alleen selecteert, want dat hebben ze gelezen en komt wel goed uit.
Op eigen hok zitten de kweekduiven zo’n 7 dagen bij elkaar en weten hun broedhokken te vinden. Gelukkig geen kleunpartijen, altijd fijn wanneer het goed gaat, maar we zijn er nog niet.
De vliegduiven zitten sinds begin deze week gescheiden. Ik ga de komende weken eens kijken, wie geen plaatsje verdient. Wie valt door zijn gezondheid, uitstraling, gedrag alsnog buiten de boot. Gelijk al een ‘doffer’ eruit gevist, blijkt toch een duivin te zijn. Ben goed in de maling genomen door deze dame.
Verder tikt de tijd door en komt het einde van 2023 inbeeld.
Afgelopen dagen wederom 2 keuringen gedaan en opnieuw een bevestiging wat ik hierboven schreef. Prachtige sportduiven in handen gekregen!
Opmerkelijk bericht.
De Franse federatie heeft een fout ontdekt bij het elektrisch constateren. Met een eenvoudig Chinees kopieermachinetje (Ali Express) bleken de chipringen gekopieerd te kunnen worden. Bij een test bleek Unikon de gekopieerde ring niet te herkennen. Dit alles volgens een persbericht op Pipa. Die Chinezen😅, zelf vertrouwen ze niemand. Bij het inkorven, foto van een duif, foto vleugel, stempel in vleugel, afplakken ring, controle, controle.
|
|
Nieuwe ontwikkelingen voor de kweek.
Als we terugkijken op het afgelopen vliegseizoen, dan kunnen we alleen maar vaststellen, dat het weer heel extreem was. Een zeer zachte winter, een behoorlijk warm voorjaar, veel regen in mei, hitte in Juli, veel vocht en regen in augustus, ga zo maar door. Voor de duiven was het allemaal wel wat veel van het goede. Ook nu weer hele zware vluchten met wind op de kop.
Extreem weer, extreme vluchten… Kijken we naar het seizoen, dan valt het op, dat de kweekperiode flink verschoven is. Kweekvoer werd volop verkocht tot aan de rui. Er zijn veel mensen die nog een ronde kweken voor de navluchten. Ook wordt er meer gekweekt voor de internet verkopen. Reden genoeg, om het kweekvoer eens goed onder de loep te nemen. Kunnen we dat nog verder verbeteren? Betere jongen kweken is immers de toekomst. Ik ben weer eens flink gaan studeren en met name heb ik me in de eiwitten verdiept.
Methionine.
Als we een volledig voer willen qua eiwitten dan zullen alle essentiële aminozuren er in moeten zitten.
Aminozuren zijn de bouwstoffen voor een volledig eiwit. Net als de kaarten voor het klaverjassen mag er geen een essentiële kaart ontbreken. Anders kun je er niet mee klaverjassen. Zo werk dat ook met de aminozuren. Kijken we naar de aminozuren van graanmengelingen,dan is dat bijna niet te doen. Het is steeds hetzelfde verhaal: tekort aan het belangrijkste aminozuur methionine en soms ook lysine. Alleen door toevoeging van bijproducten, of een hoogwaardige eiwitkorrel komen we aan die gehaltes. Maar.... vaak zien we dan weer veel peulvruchten, waarvan we weten, dat het eiwit slechts beperkt opneembaar is. Dus... afwachten geblazen wat er van wordt opgenomen.
Nieuwe ontwikkelingen zonder concessies.
Ik ben daarom de essentiële aminozuren gaan bestuderen en in het bijzonder de methionine. Met de nieuwste gegevens van de Universiteit van Hohenheim en Degussa uit 2013 ben ik aan de slag gegaan. De basis was opnieuw een kweekvoer met weinig peulvruchten te ontwikkelen en veel eiwit uit vetrijke zaden, om zo een beter opneembaar eiwit te realiseren. Maar dan nu zonder concessies, want die moet je al te vaak doen. Ik wilde nu alleen kijken naar de mogelijkheden en de beste componenten samenbrengen. Ook wilde ik een nog betere omega vetzuur verhouding. Tot nu toe bleven we steken bij 4 : 1 ( 4 delen Omega 6 en 1 deel Omega 3. Ideaal zou zijn 2 : 1.
Nieuw zaadje voor de duiven.
Om dat te bereiken viel mijn oog op perillazaad. Het zaadje is nauwelijks te onderscheiden van hennep en heeft bijzondere eigenschappen, Ze werkt ontstekingsremmend, met name voor de darmen, is een natuurlijke antioxidant, verhoogt de weerstand, houdt het bloedsuiker onder controle. Het verlaagt het risico op kanker, verbetert het helder denken etc. etc. Perillazaad heeft 20 tot 25% hoogwaardig eiwit en rond de 46% vetzuren, waarvan meer dan de helft uit omega 3 bestaat. Door het lage gehalte van omega 6 zijn de waardes zelfs duidelijk beter dan lijnzaad..... poeh, dat wil wat zeggen!! Een super gezond zaadje dus, wat we tot nu toe allen kennen als speciaal vogelvoer. We kunnen dit zaadje dus toevoegen aan de ander belangrijke omega 3 brengers zoals koolzaad, raapzaad, hennep, walnoten en lijnzaad.
Omega 6 : 3..
Mede door de toevoeging van perillazaad is het gelukt op een verhouding te komen van 2,8 : 1. Dat schuurt wel heel erg dicht tegen de ideale verhoudingen aan. De 4 : 1 in de laatste kweekmengeling was al bijzonder in de huidige duivensport. Reden genoeg om dit eens uit te testen en te kijken hoe de jonge duiven opgroeien. Ik had niet verwacht dat de duiven de perilla gemakkelijk zouden opnemen. De oude duiven en ook de jongen hadden er echter geen enkel probleem mee. Sommigen aten het zelfs liever dan hennep. Dat wil toch wel wat zeggen. Voor duiven die het leerden kennen, kunnen we straks ook wat toevoegen aan het energievoer of snoepzaad voor de vluchten. Eenmaal bekend is succes verzekerd. Het enige nadeel is de flink hoge prijs..
Verder heb ik deze keer geel lijnzaad toegevoegd om het blauwzuurgehalte te reduceren. Deze vinden we wel in bruin lijnzaad. Hennep, ja vooral veel hennep, omdat dit voor duiven wel een heel waardevol zaad is. Hoog opneembaar eiwit, waaronder veel methionine en ook veel omega 3. Ik heb gekozen voor popcorn maïs en slechts enkele procenten kleine rode maïs. Dit om het voeren van de jongen te verbeteren. Niet te veel natuurlijk, want veel maïs in een kweekvoer is onzin.
Geen bijproducten meer nodig.
Het is wel een prijzig voertje geworden, maar ook eentje die erg hoogwaardig is en zonder compromissen. Naast dit hoogwaardige zakje voer is er verder niets meer nodig wat in het water moet of over het voer gaat. Het voer is buiten grit en een potje mineralen helemaal compleet. Geen oliën meer nodig, geen biergist, bakkersgist, dierlijke eiwitten of noem het allemaal maar op. Niets!! Dat betekent kosten en veel werk besparen. Er zijn altijd liefhebbers die het toevoegen aan het voer niet leuk vinden en die het graag gemakkelijker willen hebben.
Opneembaar eiwit.
Extreem hoog is ook het opneembare eiwit. Niet het ruw eiwitgehalte wat normaal altijd op de zakken of in de folder staat maar datgene wat het dier ook daadwerkelijk kan benutten. Het ruw eiwitgehalte zit op 16,3% en het opneembare eiwit op 8,75%. Goedendag!!. Dat betekent dat de duiven minder voer nodig zullen hebben. En dan ook nog geen bijproducten. Voer voor rekenaars. Of misschien wel voor hen die alleen maar het beste willen en die niet zo graag allerlei zaken over het voer mengen.
Grit en mineralen.
Het enige wat nog nodig is zijn nog grit en mineralen. Het is wel zaak om voor een goede kwaliteit mineralen te kiezen. Ook daarin zijn er vele soorten en kwaliteiten. Ik heb hier al enkele artikelen aan gewijd. Dunne mest kan voorkomen worden door een hoogwaardig eiwit, wat het dichtst bij de kropmelk komt en door goede mineralen met daarin duidelijk meer calcium dan fosfor. Het is belangrijk daar goed op te letten.
Testen.
Natuurlijk is het voer getest in Nederland als ook in Duitsland. Wat opviel was, dat er helemaal niets bleef liggen. Ook volle bak voeren bleek geen probleem. Alles gaat gewoon tot de laatste korrel op. De jonge duiven zijn werkelijk zijdezacht. Er werd tijdens de test van 6 tot 8 weken (opfok en spenen) niets toegevoegd. Alleen grit en mineralen. De testhokken waren unaniem in hun oordeel: “beter dan we ooit hebben getest” !!
Tot slot.
Het was een hele studie en even flink uitzoeken geblazen, even flink puzzelen, maar ik denk dat het gelukt is een heel bijzonder voer te ontwikkelen. Daar waar velen in deze tijd kiezen voor het goedkoopste wat men kan vinden, kies ik er juist voor om de kwaliteit van de duiven te helpen verbeteren. Goede kwaliteit verlogend zich niet. Het gaat om een topkweek.. Dan alleen kun je top jongen verwachten. En top jongen kunnen weer betere prestaties neerzetten en….
Wat er niet in zit, kan er niet uit komen De cirkel is rond.
Willem Mulder.
Vandaag 3 december hebben we voor het eerst het gevoel dat we in de winter zijn beland.
Het is guur en koud en de sneeuw voelt heel dichtbij en is gereed om te kunnen toeslaan. De duiven zijn veel hongeriger tijdens het voeren dan normaal en dat heeft alles te maken met de temperatuur.
Je weet dat je genoeg hebt gevoerd maar de duiven geven aan dat ze nog meer willen. En daar moet je toch enigszins mee oppassen want voor je het weet worden de duiven veel te zwaar. Ook al geef je 80% gerst!
Veel liefhebbers hebben al weer gekoppeld en voor hun is het seizoen alweer begonnen. Hier wordt nog van de winterrust genoten en zijn we nog niet bezig met het nieuwe seizoen op de hokken. Elk vrij moment worden nieuwe koppelingen gemaakt, eerst in ons hoofd en dat wordt later op papier gezet.
Met ons bedoel ik dan Jochem en mijzelf, want we doen beiden precies hetzelfde met de wederzijdse gedachten om uiteindelijk de ultieme duif te kunnen kweken. Wat voor ons de ultieme duif is? Dat is een as duif die wekelijks (als de omstandigheden het toelaten) zijn klasse laat zien op de vluchten waar deze duif voor gekweekt is. Dat lijkt een betrekkelijk simpele opdracht maar niets is moeilijker dan zo’n duif te kweken.
We noemen zulke duiven “witte raven”, en dat zijn het ook. Het moge duidelijk zijn dat iedereen zo’n as duif graag hoopt te kweken en dat deze ultieme droom één van de mooie kanten van de duivensport is. Maar de meeste van deze “witte raven” worden nog steeds “per ongeluk” of zelfs “toevallig” gekweekt.
Wij vinden het kweken van duiven nog steeds het mooiste wat de duivensport te bieden heeft. Wij hebben dan ook een bepaalde kweekvisie die we al jaren hanteren en die ons nog steeds in staat stelt met de allerbeste mee te kunnen. Onze visie berust op het creëren van een eigen stam duiven door alleen de beste vliegduiven steeds weer terug op het kweekhok te laten komen.
Wij hebben jarenlang geen duiven gekocht of bijgehaald. Maar zijn lang geleden wel gestart met het beste wat er voor geld te koop was. De duiven van Dirk Verstoep en de duiven van Wim Nederstigt waren de beste duiven die ik hier in de regio wist te bemachtigen (begin jaren 90 van de vorige eeuw). Ik vloog met hun nazaten eigenlijk direct in kampioenenstijl.
Na enkele jaren werden hier de duiven van de comb H&O uit Nieuwendijk aan toegevoegd en dit gaf ook weer een hele reeks toppers. Na weer enkele jaren kwamen de duiven van Kees Bosua (autokoppel) ons kweekhok versterken en opnieuw was het goed raak.
In 2007 kwam ik bij Hans Gelderbloem (Tilburg) de duiven van Jan Nooyens uit Poppel (België) tegen. En ook deze duiven gaven direct weer een positieve boost op mijn stammetje duiven. Waar mijn super duivin de “108” wel een heel mooi voorbeeld van was.
Ik weet echt niet hoe vaak zij 1 op 100 heeft gespeeld maar wel dat ze 9 zuivere 1e prijzen heeft gevlogen in de destijds sterkste club van Zuid-Holland. Met als mooiste prijzen de 1e van heel afd. 5 (met duivenweer) tegen bijna 10.000 duiven en dan verder nog 3 x top 10 tegen meer dan 10.000 duiven. Ik denk dat we zo’n duif als de “108” wel onder die witte raven kunnen scharen.
Dan weer een aantal jaren niets aangeschaft en in 2017 waren we in staat om “Young Powerboy” aan te kopen bij de comb. Stoop van Huizen.
Ook een duif die we met het predicaat “witte raaf” kunnen kenmerken. Deze lange blauwe doffer was 2 jaar in rij generaal kampioen van het samenspel (12 clubs). En had als specialiteit om regelmatig vooruit te kunnen vliegen op de zwaardere dagfond vluchten in de kring. Hij speelde een 1e ,een 3e ,een 4e, nog een 4e en een 5e NPO rayon west afd. 5. Ook speelde een zoon van hem in 2018 de 1e op een loodzware Gien van heel Zuid Holland tegen ruim 12.000 duiven.
We kweken ondertussen verder en komen enkele jaren terug “Wonderfee” van Piet Ros op het spoor. Deze had haar naam niet gestolen en vloog geweldig met ook weer een 1e NPO Argenton op haar pedigree (na 10 uur vliegen). (Onze Sara vloog op deze prachtige vlucht de 11e NPO).
Toen de dochter van “Wonderfee” genaamd “Ginger” in 2021 de 1e NPO Salbris vloog tegen 17.488 duiven (onze Sara vloog op deze vlucht de 16e NPO ) zochten we contact met Piet en verhuisde “Wonderfee” en later ook “Ginger” naar ons kweekhok.
Nog niet zo heel lang terug werd ik door Paul Couwenberg gebeld. Paul wilde advies betreffende zijn hok en na mijn bezoek kreeg ik van hem enkele duiven in handen. Toen ik zijn “Miss Unbelievable “ in handen kreeg vertelde ik Paul, dat deze duif waarschijnlijk één van de beste duiven was die ik ooit vast had gehad voor de zwaardere dagfondvluchten.
Zij heeft dit in haar carrière als oude duif echter maar één keer kunnen bewijzen en speelde toen ook direct de 1e NPO op een prachtige dagfondvlucht. Ik adviseerde Paul en zijn maat Willie om deze duiven in te telen. Ik vond bij deze duivin de spieren die de duiven van het autokoppel van Kees Bosua ook hadden. Later ontdekte ik dat deze duiven ook heel veel Bosua autokoppel bloed in hun genen hadden.
Ook miss Unbelievable verblijft ondertussen op ons hok en gaf de laatste NPO vlucht met de jonge duiven via haar kleindochter meteen haar visitekaartje af.
Dit jaar zijn er weer enkele duiven toegevoegd aan ons kweekhok.
We kregen van mijn duivenvrienden Ad en Sjaak uit Bergen op Zoom 2 duiven terug waar ze een superhok met dagfond duiven mee hebben opgebouwd. Deze 2 blauwe doffers hebben ze in 2015 als eieren hier meegekregen en zijn nu beiden als top kwekers weer terug.
Ondertussen zijn ze daar vader geworden van een 1e NPO Argenton en TT duiven in Brabant 2000. Ook hebben we bij clubgenoot Henk een jaarling doffer kunnen kopen, zijnde een broertje van Henk zijn beste duivin op de dagfond.
En de laatste aanwinsten zijn van enkele dagen terug. We kochten een superkweek duivin en moeder van meerdere 1e prijswinnaars o/a een doffer die op 3 jarige leeftijd bij Jef Henrix (Hasselt) maar liefst 14 maal een 1e prijs vloog. Jef had deze duivin gekocht als laatje op de grote verkoop van Gino Clicque. Ze was als laat duivinnetje gekweekt uit de 2 beste duiven van dat jaar (2016) bij Gino. Nota bene 2 jaarlingen namelijk “Sagan”, 1e provinciale asduif GMLD en “Amanda”, 1e prov asduif Allround. Onze nieuwe aankoop is werkelijk een prachtige duivin!
En verleden week kochten we via GPS nog een doffer en weer een Gino Clicque duif. Namelijk een kleinzoon van “Golden Prince” en “Prince Rudy”, en de twee top duivinnen “Gabriella” en “Sonia”. Ook weer een nieuwe kweek doffer die aan al onze eisen voldoet.
We voelen ons op deze koude winterdag geweldig gezegend dat we over dit prachtige kweekmateriaal mogen beschikken. En dromen nu al van de nieuwe duifjes die in 2024 geboren gaan worden!