Artikelen

De discussie over de grote inkorfaantallen is weer springlevend. Op de diverse media lees ik allerlei voorstellen om de aantal duiven ter inkorving aangeboden wil reglementeren.
De aantallen van bv 60 oude en 100 jongen doen bij mijn de haren rijzen. Mijn hemellief wat zijn dit voor aantallen. In mijn hele leven zijn dergelijke aantallen niet in benadering op mijn hokken geweest. Ook wordt er nog vermeld dat het geen sinecure is om de grote aantallen duiven gezond te houden, men er min of meer een vorm van vakmanschap aanhangt. Het is toch zo grote aantallen duiven op een beperkte  ruimte infectiedruk geeft. Als liefhebber met niet zoveel duiven vraagt het ook de nodige inspanning om vooral de jeugd gezond te houden. Of is de gedachte met klein aantal duiven hoeft men niet zo precies te zijn, die doen maar wat!

Frappant is het, dat in een kwijnende hobby wat  de duivensport nu helaas is geworden,het aantal ingekorfde duiven gemiddeld per liefhebber oploopt, let op gemiddeld!
Wellicht is  het gewoon de afspiegeling van de huidige maatschappij van ikke, ikke ,met vooral meer voor mijn eigen. Het probleem is m.i. niet de inkorfaantallen, maar de daarmee gepaard gaande dominantie op de uitslag, zowel op de verenigingsuitslag als de overige spelverbanden.Dominantie geeft afgunst, doet bij de voortdurende overheersing op de uitslag de overige leden, onder het motto, ze bekijken het maar er is geen eer meer te behalen, afhaken.

Een oplossing is op voorhand niet zomaar te bedenken,wellicht een profliga, beperking van  de inkorfaantallen?. Daar twijfel ik wel aan, er zal altijd wel een creatieve oplossing worden bedacht. Zoals een satelliethok, of meerdere z.g.n liefhebber vliegend op 1 coördinaat, om de reglementering naar zijn hand te zetten. Het geheel lijkt mijn een hoofdpijn dossier voor bestuurders te worden.

Eerst de zaken op het eigen hok op orde hebben is een noodzakelijk feit. Als ik naar mijn prestaties van dit jaar bekijk, heeft de verandering in de verzorging de noodzakelijke verbetering teweeg gebracht. Vooral de jeugd heeft mijn meer dan aangenaam verrast.
De training op een zodanig tijdstip gebracht, dat ze alleen , zonder de massa van de tuincollega,s, trainen. Zeer regelmatig even een 25 km wegbrengen. Het  geheel heeft geresulteerd, in het afzonderlijk op de tuin aankomen, zich niet laten verleiden om met de  overige tuinduiven  een rondje extra boven de tuin te maken. Maar bovenal gezond houden en motiveren, geeft zowel de baas als de duiven een goed gevoel.

Tot de volgende blog.