Ik heb gisteren een kleine bijdrage geleverd aan onze geteisterde sport, waarbij het mijn opzet was om de gemoederen niet al teveel te verontrusten. Maar zoals altijd bij het geschreven woord vallen niet alle argumenten in vruchtbare aarde. Johan Derksen, zou wellicht zeggen: Rob, geef iedereen ’n gratis staatslot i.p.v. zouteloze argumenten! Maar zo werkt het niet in de hedendaagse duivensport. Ik bedoel, het lot van de duivensport is geen casino. Waar een croupier roept: Rien ne vas plus! Of, letterlijk vertaald: Niets gaat meer.
Of de hedendaagse duivensport gebukt gaat onder? Niets gaat meer. Dat weiger ik te geloven, want er sprankelen mooie ideeën zat onder melkers. Bijvoorbeeld, de man die me zei: Laten we een soort van paarden manege beginnen maar dan voor duiven. Een prima opstap voor de jeugd, zonder dat de ouders ervoor moeten opdraaien. Of, woorden van gelijke strekking.
Maar ja, wie wil dat organiseren? Wie van de afdelingen wil dat financieren! Maar eigenlijk zijn we verplicht om de armen uit de mouwen te steken. Alleen, ook ikzelf ontkom niet aan de scepsis als gaat om sprankelende ideeën. Immers, hoeveel hiervan zijn de afgelopen 10 jaar niet terecht gekomen in zwaar weer. Ik hoef maar te denken aan de roze ringencompetitie, die in potentie natuurlijk een regenboog aan nieuwe kansen biedt. Op de markt van moderne duivensport welzijn en geluk.
Kortom, wat en hoe we ons ook ogenschijnlijk druk maken over onze mooie dierensport. We moeten niet denken dat een goud idee alleen genoeg is om ze bv in Den Haag tevreden te houden. Maar dat het een zaak is van de lange adem, mouwen opstropen, elkaar laten uitpraten op basis van valide argumenten et cetera.