Petrus Stas

loep

OP ZOEK NAAR (DEEL 3A)

LIGGING

De klimaatveranderingen brengen ook veranderingen teweeg in de duivensport. Dit is ook te merken bij de thuiskomst van de duiven. Zeker bij de marathonvluchten. De zomers worden steeds warmer en warmer met vooral wind uit het zuidoosten, oost en noordoost in de zomermaanden.

In het voorjaar en najaar zullen we meer zuidwest en westenwind zien.

SAMEN MET HET SLECHTE VERVOER bij de Belgen, BEPAALD DE LIGGING MEDE DE UITSLAGEN.

BIJ DE INTERNATIONALE BEREIKEN de duiven meestal ’S AVONDS België en de westelijk gelegen voorkant van Nederland.

De duiven komen dan via Henegouwen België binnen en verderop de Vlaanders om vervolgens Zeeland te bereiken. Dit is gemakkelijk vast te stellen op de radar van de KBDB en pipa.

Door de thuiskomst bij valavond en in de vroege morgen voor de westkant van België en Zeeland is het normaal dat de duiven naar deze zones gedreven zijn.

Hoe is dit te verklaren?

Het veel later ondergaan van de zon in het westen, tegenover het oosten. Waardoor de duisternis in het westen een stuk later zal intreden. Ook de windsterkte zal langs de kust steeds hoger liggen dan in het binnenland. Zoals in volle zomer de temperatuur er ook opmerkelijk lager is (zie de weerkaarten op TV). Doordat het later donker is, kunnen de duiven langer doorvliegen en gebruik maken van de windkracht om hogere snelheden te halen. De zonweerspiegeling op het water heeft ook nog een positieve invloed op de lichtsterkte, dit alles samen maakt het mogelijk om lang na sluitingstijd nog te kunnen doorvliegen. Zelfs het nachtvliegen is dan niet uitgesloten.

Daar de duiven bij het ochtendgloren van de tweede vluchtdag bij hun vertrek weer afbuigen naar de opkomende zon in het oosten zullen vele ook snel Zuid Holland bereiken en vervolgens verder oostwaarts vliegen naar het binnenland. Zodat de duiven meestal in het oosten en de voorvlucht langs achter binnenkomen, omdat zij een bocht dienen te maken om hun hok te bereiken.

Doordat de deelnemerszone internationaal breed is aan de voorkant en smal aan de achterkant (driehoek) is dit een winst voor de verdere afstanden (licht en windsterkte op vlieglijn) ook naar het oosten toe boven de grote rivieren.

In België zijn 75% van de duiven terug thuis in het westen, vooraleer er elders duiven zijn.
Dit bewijzen de uitslagen.

Dit wordt nog bevorderd door de bewust gekozen lossingsplaatsen in het zuidwesten en langs de kustlijn van de Atlantische oceaan in Frankrijk.

Bekijk even waar de eerste NIET westelijke duiven staan op de nationale uitslagen:

Pau 2020:

St Vincent 2020:

Dat de liefhebbers in het westen dit ook weten en beseffen, dat toont onderstaande lijst aan.
Het aantal ingekorfde duiven in het westen is dan ook groot op de vluchten gelegen op de westenlijn en middenlijn.

Maar op Marseille daar tegenover, waar de losplaats op de oostenlijn ligt, is dit helemaal anders.
Dit is ook te merken aan de deelnemende duiven in de westkant, dan vermindert hun aantal duiven met ongeveer driekwart. En dit omdat hun voordeel hier fel vermindert.

Dit zegt genoeg!

Bekijk even het aantal ingekorfde duiven voor het westen.

West Vlaanderen:

Oost Vlaanderen:

En over solidariteit gesproken, bekijk Limburg!

Limburg:

Met andere woorden West en Oost Vlaanderen hebben op de westenlijn (Pau en St Vincent) twee keer zoveel duiven ingekorfd tegenover Limburg. Vergeleken met de oostenlijn (Marseille) is dat precies andersom en daarmee slechts de helft.

Het lijkt er op dat in West en Oost Vlaanderen duidelijk gekozen wordt om alleen te spelen op de westenlijn.

Dit is ook in Nederland merkbaar en eveneens zo.

Niet alleen het slechte transport, de ligging en losplaats bepalen de uitslagen, ook een belangrijk punt is de neutralisatie. Door het langer kunnen doorvliegen door allerlei voordelen (wind en luchtklaarheid) na het sluiten van de vliegtijd, is dit een winst wat in het binnenland nihil is.

Stas PJ

https://www.facebook.com/Duiven-aanmelding-496981040791030/