Ik heb weinig verstand van duiven, maar toch lukt het me wel om speciale duiven er tussenuit te vissen. Zo had ik destijds mijn zinnen gezet op een jong uit de Rocket van M. van Gastel, dus werd er een afspraak gemaakt om de Rocket eens te bekijken.

Zelden had ik zo’n duif gezien. Hij had vlieg- en kweekwaarde, maar ik kon er alleen iets van kopen als ik de jongen van zijn drie kweekkoppels ook kocht. Zo gezegd, zo gedaan, dus ik de duiven opgehaald, betaald en bij thuiskomst de twee van de Rocket uit de mand gehaald en de rest aan Marc (mijn overbuurman) gegeven.

Die zoon uit de Rocket werd mijn Dragon Rocket en was gelijk mijn favoriet, dus werd hij gelijk op de kweek gezet. Hij had immers wel kweekwaarde in mijn ogen, maar geen vliegcapaciteiten. Als ik hem had gespeeld, was hij bijna zeker verwijderd geweest. De overigen werden door Marc na enkele jaren ook verwijderd, omdat hij ze niet goed genoeg vond.

Van Hove-Uytterhoeven

Begin deze eeuw kwam ik bij Van Hove-Uytterhoeven terecht om een duivin aan te schaffen. Ik mocht er tegen een vastgesteld tarief één uitzoeken tussen 60 zomerjongen. Na even rondgekeken te hebben, zei ik: pak die maar.

Geert – de zoon des huizes – zei: maar die heeft een knijpring om? Dus ik nog gekscherend: haal die er maar af, die hoef ik niet. Maar hij bedoelde jammer genoeg iets anders. Die duif had daar niet tussen mogen lopen, maar uitzoeken was uitzoeken hield ik stug vol. Uiteindelijk mocht ik hem kopen, maar dan wel 6x duurder dan de afgesproken prijs.

En ja, ook de Van Hove-Uytterhoeven duivin werd een hele goede op de kweek, alleen de doorkweek was minder. Om die reden dat er nu niets meer van te vinden is in mijn huidige stam.

John Rockx

In 2016 werd de afspraak gemaakt bij John Rockx voor een mand late zomerjongen uit zijn beste. Eenmaal daar, kreeg ik twee topduiven in mijn handen, de Vale 41 en een blauwe 100% van Gastel duif (lijn van de Rocket).

Mijn interesse in de zomerjongen was verminderd en mijn interesse in die Rocket – die dus ook de 9e NPO Bourges won – was aangewakkerd. Helaas bleek hij ondanks mijn bod niet te koop. In 2017 keerde het tij en kon ik hem kopen. Dit jaar werd hij dus vader van de 2e Nationale Asduif bij Jan.

Peter van Oerle

Ook bij goede vriend Peter van Oerle mag ik jaarlijks zes jongen uitzoeken van de tweede ronde. Het is nog maar zelden voorgekomen dat daar geen topduif tussen zat. Sommige duiven hebben net dat tikkeltje extra en daar heb ik gelukkig een neusje voor.

Gelukkig ben ik ook realistisch genoeg om te weten dat toppers schaars zijn. Als ik alleen de echte toppers mocht houden waar ik in geloof, dan kon ik inmiddels de helft van de hokken afbreken. Maar goed, ook dat is gelukkig niet alleen bij mij.

Afgelopen zaterdag was ik vroeg uit bed; Olympic Millennium moest op de beurs tentoongesteld worden. Eenmaal daar, heb ik gelijk de marathontopper van Rien van Beers (1e Olympiade duif Marathon) meegenomen.

Ik had met Jan Timmermans een tijdstip afgesproken, dus hebben we daar samen rondgehangen en ’s avonds de prijsuitreiking bijgewoond. Gedurende de dag heb ik interessante gesprekken gevoerd met goede spelers en nog een praatje gemaakt met Gert-Jan Beute over de nieuwe oliepillen.

Gert-Jan vertelde me ook dat hij een jonge duif in handen had gehad bij Maarten Huijsmans, waar hij helemaal weg van was. Het bleek er een te zijn uit een duif van mij. Maarten heeft hier in 2017 tien jongen gehaald, waaronder twee toppers: de 05 en 06, samen goed voor 4x de 1e in Rayon 1 van Brabant 2000. Uit die 05 kwam dus dat jong.

Maar nu komt het: die werd dus ook 3e Nationaal Asduif Jong. Raar, want ik spreek Maarten toch regelmatig via WhatsApp, maar hier had hij me nooit iets over verteld. Ik vroeg het dus nogmaals aan Gert-Jan, maar die wist het zeker.

Jan werd dus 2e Nationaal Asduif met een duif van mij en Maarten 3e Nationaal Asduif met een halve duif van mij. Nadat Jan het aan Maarten gevraagd had, gaf hij dit toe.

Ere wie ere toekomt

Ik kan slecht tegen onrecht, dus heb ik Maarten hier die avond nog even op aangesproken en hem verteld dat hij commercieel en sportief belang in het midden moet houden. Hij zal zich daarin vast nog wel eens tegenkomen, daar ben ik niet bang voor.

Kijk, duiven verkopen is één ding, maar je moet het wel met de intentie doen om iemand vooruit te helpen. Het is dan leuk om nadien van diegene feedback te ontvangen.

Nu heb ik dit vaker meegemaakt met goede vrienden (althans, dat dacht ik dan) die ik gratis aan duiven hielp. Toen ze eenmaal aan de top kwamen, gingen ze cashen en werden de financiën ineens belangrijker dan vriendschappen. Voor mij is het dan voorgoed over. Ik zie meestal het goede in van een mens, maar jammer genoeg niet altijd de bijbedoelingen.

Maar in ieder geval alleen al in 2018 de 2e Nationaal Asduif Jong dus rechtstreeks van mij, de 3e Nationaal Asduif Jong 50% van mij, de 8e Nationaal Asduif Jong ook 50% van mij en de 5e Nationaal Asduif Vitesse rechtstreeks van mij. Het zal wel toeval zijn, denk ik.

Kerstmis staat weer voor de deur en de kerstboom inmiddels weer in huis. De dagen vliegen voorbij. Waar het vroeger niet snel genoeg kon gaan om volwassen te worden, zou de teller nu best wat terug mogen lopen of in ieder geval iets langzamer.

Gisteren bezoek gehad van een PIPA agent en samen de tien late jongen bekeken die eind februari geveild zullen worden. We waren het er over eens dat de klasse ervan afdruipt, en inderdaad: er zitten plaatjes tussen.

Ik heb ervoor gekozen om er maar tien te verkopen, maar dan wel van de beste waar ik niet snel iets van weg doe. We zullen zien hoe het zal gaan. Oude topduiven zijn hier niet meer te koop, wat dat betreft volg ik het voorbeeld van Bas Verkerk: het moet met goede duiven gebeuren.

Toppers op de kweek

Dit jaar gaat bijna de gehele lichting van 2017 naar de kweek. Een aderlating op het vlieghok, maar ik hoop dat in het jonge duivenseizoen dubbel en dwars goed te maken. Wat dat betreft ben ik altijd zuinig geweest op duiven die meerdere topprestaties geleverd hebben. Ik ben daar vooralsnog nooit slechter van geworden.

De absolute top van Jan gaat ook naar de kweek: Avatar (1e NPO), Mister Gold (3e NPO + vader van twee teletekstvliegers) en nu dus ook Warior (2e Nationaal Asduif + teletekstvlieger). Deze drie zijn hier gekweekt.

Bij Jan zitten inmiddels meerdere toppers op de kweek, waaronder tien kinderen van Super Rossi en enkele uitstekend kwekende kinderen van Wariors Boy. Die Wariors Boy was een super op het vlieghok. Hij won zelf twee keer teletekst en is inmiddels vader van meerdere teletekstvliegers, waaronder dit jaar nog een bij Jan.

Referentie Irak

Ik ontving nog een leuk mailtje uit Irak van een liefhebber die vorig jaar een zomerjong op PIPA kocht uit Golden Cannonball:

Dear Sir,

I am Ammar Adel, pigeon fancier from Iraq.

In your last auction at PIPA I was the owner of your pigeon NL17-3748933.

I breed him with my pigeons 261-16.

She is 1st and 3rd and 7th more than 1000 pigeons and sister of 271, he is best pigeon ever race in national race in Iraq, 7th 17.420p, 32nd 18.738p and 2,4,8… etc.

I have 4 youngest from them and am so happy with them and I really see good future pigeons.

I want to thank you for the quality pigeons and hope to inform you with good news from them. 

Best Regards,

Ammar Adel

Zulke dingen maken de duivensport ook weer leuk. De volgende keer zal ik enkele referenties laten zien uit nakomelingen van Super Rossi.

De kweek is in volle gang: op drie dagen verschil zitten 34 van de 36 koppels op eitjes, dat valt dus niet tegen.

Een vlotte leg is echter geen garantie voor succes. Ik heb het allemaal meegemaakt: dat duiven slecht op eieren kwamen, dat er verschillende eitjes onbevrucht waren, noem maar op. Ondanks dat, heb ik in dat soort jaren vaak toch een goed seizoen gedraaid met de jonge duiven.

Het jaar 2007-2008 staat me nog goed bij, de eerste keer dat ik mijn duiven thuis hield op nieuwe hokken. Ik had acht kweekkoppels samen gezet, een pak erwtenstro erin en klaar. Alle acht hadden op de tiende dag hun eerste ei gelegd en waren allemaal bevrucht. De eitjes kwamen uit en de dag dat ik ze wilde ringen, lag op drie na alles dood.

Uiteraard de duiven na laten kijken, maar men kon niets vinden. De opvolgende rondes waren gewoon weer normaal en de jongen kwamen super op. Nu denk ik jaren nadien dat het aan het stro lag. Het erwtenstro was toen niet vers en te vast geperst in het pak, wat vaak betekent dat ze met nat weer geperst zijn met schimmel als gevolg.

De drie jongen die het overleefden werden drie uitstekende duiven: Golden Cannonbal, Golden Bingo en Golden Baron. Zij wonnen alle drie meerdere 1e prijzen en vlogen teletekst. Jaren nadien gaven ze toppers, waaronder de 1e Nationaal Orléans tegen 58.000 duiven. Vandaar dus mijn betoog dat een mindere kweek niet altijd iets hoeft te zeggen.

 

Ik ben de lijst met nazaten van Super Rossi aan het bijwerken. Eind februari worden nog twee inteeltkinderen geveild via PIPA. Eigenlijk was ik dit niet van plan, maar op verzoek van een Nederlandse PIPA agent heb ik hem dit najaar op zijn dochter Super Daisy gezet, die onder andere een 1e NPO Argenton won dit jaar. Na deze veiling zal dit dus niet meer gebeuren.

Alleen al dit jaar won een dochter de 1e NPO Argenton en een kleinzoon de 1e NPO Gien + 2e in de sector. De 2e en 3e Olympiade duiven van Italië zijn kleinzonen van Super Rossi en ook Jan Timmermans prolongeerde weer de 1e Asduif Friese fondclub met een kleinkind van hem. De 3e Asduif van Maarten Huijsmans dit jaar is een achterkleinkind van Super Rossi.

Inmiddels een aardige lijst dus. Ik zal me maar beperken tot de top 10 Provinciaal. De nazaten die een eerste prijs wonnen, zijn inmiddels niet meer te tellen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over kleinkinderen die bij Maarten Huijsmans zitten die dit jaar meerdere 1e prijzen wonnen in het Rayon. Hetzelfde geldt voor kleinkinderen die bij Rene Roks zitten.

Ik denk niet dat er in Nederland veel liefhebbers zijn die dezelfde adelbrieven kunnen voorleggen van zo’n kweekduif, die in meerdere generaties vererft terwijl hij zelf nog leeft.

Ik heb twee hobby’s (of passies, net hoe je het noemen wil) en dat zijn mijn duiven en de tuin. Niet zozeer om hele dagen over te praten, maar wel om hele dagen mee bezig te zijn.

De duiven zijn inmiddels gekoppeld en de kwekers en vliegers worden eenmaal daags van hun natje en droogje voorzien. Meer is op dit moment niet nodig en totaal overbodig.

Tijd over dus voor een grondige renovatie en verjonging van de tuin. Vroeger zou ik daar mijn hand niet voor omdraaien, maar ook ik word ouder, dus heb ik wat hulp ingeschakeld. Samen met een andere tuinliefhebber heb ik alles verplant en verjongd, om de boel fris en gezond te houden (ook in het kweekhok is zoiets wel eens hard nodig!).

Gisteren is een vrachtwagentje vol nieuw plantmateriaal geleverd door Jacko Maas van Maasplant, die over een groot deel in Europa actief is in de plantenhandel. Daarbij is Jacko ook nog eens actief in de duivensport, wat hem goed afgaat, voornamelijk op de zwaardere vluchten.

De basis moet uitstekend zijn

Mooi en gezond uitgangsmateriaal is waar het bij planten om gaat, maar dat geldt natuurlijk ook voor het kweken van postduiven. Ook daar moet je met perfect uitgangsmateriaal aan de gang, wil je kans van slagen hebben.

Als je duiven moet compenseren in de kweek, dan begin je al verkeerd. Dat is het teken dat één van de twee niet thuishoort op het kweekhok. Goed gebouwde duiven uit topduiven – het liefst met topprestaties – zoveel mogelijk aan elkaar verwant, zonder te zware inteelt (25% is toelaatbaar), daarmee kan je een stam opbouwen. Met een vreemdelingenlegioen ga je de oorlog niet winnen.

Het is een kunst om duiven te hebben die je niet in de steek laten, of het nu een 100 of 700 km vlucht betreft, wind mee of op kop. Daar draait het om. Daar moet je naar zoeken en op selecteren. Daarbij is de mand de scherprechter. Duiven die het niet kunnen, vallen vanzelf af en met degene die overschieten, kan je een hok opbouwen.

Het is daarbij wel de taak van de verzorger om ervoor te zorgen dat het de duiven aan niets ontbreekt. Voldoende vetten zijn essentieel, ook (of vooral) in deze tijd van het jaar. Met 80% Championsmix en 20% NPO-mix weet je zeker dat ze jaarrond de juiste verhouding vetten binnenkrijgen.

Je bent zelf verantwoordelijk als er in het voortraject fouten worden gemaakt, bijvoorbeeld door onjuist voeren. Zieke duiven, ongetrainde duiven of ondervoede duiven gaan het bij dit systeem niet redden. Helaas komt boontje dan vaak om zijn loontje.

De sneeuw is weer verdwenen en we kregen er regen voor terug. Zondagochtend viel hier fijne stuifsneeuw buiten, en dan weet ik het meestal wel: dan ligt het ook in het duivenhok.

Boomse pannen zijn ideaal voor de verluchting, maar met fijne sneeuw in combinatie met wind is het binnen net zo wit als buiten. Maar goed, een aangenaam hok in de winter is meestal een slecht hok in de zomer en duiven kunnen meer hebben dan mensen.

Verwarmen of niet?

We moeten onze duiven niet teveel in de watten leggen en het ze aangenaam maken door te verwarmen of plafondschuiven dicht te doen. Hier dus – zoals u weet – zoveel mogelijk alles open. De plafondschuiven staan altijd open en worden al jaren niet meer gebruikt.

De voorkant bij de vliegduiven staat bij normaal (droog) weer ook voor 50% open en bij de kwekers bestaat de voorkant zelfs volledig uit gaas. Nee, ik ben door de jaren heen een stuk harder geworden voor mijn duiven.

Dit staat haaks op de werkwijze van een snelheidsspeler, die vaak met warmte werkt. Ondanks dat doe ik ook op snelheidsvluchten voor niemand onder, terwijl mijn duiven zich beter voelen bij verdere en zwaardere vluchten.

Al met al kunnen duiven veel hebben, maar je moet ze wel afharden. Ik merk dat vaak met aangeschafte duiven, die hebben het hier de eerste weken erg moeilijk. Toch is dit een vereiste, anders gaan ze ongeacht hun kostprijs snel naar de eeuwige jachtvelden.

Duivensport hoeft niet ingewikkeld te zijn

Het is een kwestie van goede verzorging, goede voeding en de ogen twaalf maanden per jaar open houden. Kwaliteit kun je ook met minder financiële mogelijkheden opschroeven. In het najaar kan men bij iedere onbekende speler terecht voor eitjes (oké, je moet er een jaar langer geduld mee hebben).

Kweek voldoende jonge duiven en speel deze zoveel mogelijk. De beste houd je, zonder te kijken waar ze uit komen. Dat komt pas na de selectie.

Ik geloof overigens niet in afstand geschikte duiven. Ook fabeltjes als “je haalt de snelheid uit duiven als je ze op langere vluchten speelt” of “je speelt ze verrot” zijn niet aan mij besteed. Als je ze niet speelt op verdere vluchten, zal je nooit te weten komen wat ze aankunnen.

Maar nogmaals: geef voldoende vetten als je boven de 400 km gaat spelen. Ik geef ze zelf twee dagen voor inkorven 5 gram NPO-mix extra in de avond en op de dag van inkorven maar liefst 20 gram NPO-mix in de middag (zie hier het voedingsschema wat ik jaarrond aanhoud).

De meeste kweekduiven worden de komende weken gekoppeld en dan kan voor iedereen het nieuwe jaar beginnen. Nog vier prijsuitreikingen en dan zit ook dat er weer op.

Persoonlijk vind ik dat er teveel prijsuitreikingen zijn. Van mij mogen ze best alle samenspelen en Rayons laten vallen en alleen nog maar afdelingsspel spelen en daar alle punten uit pakken voor ieder gerespecteerd kampioenschap. Daarbij denk ik aan nationale Olympiades, WHZB en per categorie een paar aftrekvluchten.

Nu worden teveel mensen die uitblinken in een zwak samenspel waar ze hun punten uit kunnen laten tellen, kampioen. Daarbij is er in de samenspelen en Rayons gewoon geen geld meer om een fatsoenlijke prijsuitreiking te organiseren, laat staan een vrouwvriendelijke.

Vooruit met de geit

Ik had het er gisteren nog over met onze NPO voorzitter: de 50-ers van nu moeten de kar gaan trekken, de 70+’ers willen niet wijken of vooruitdenken. Dertig jaar geleden vond ik iemand van 50 al oud, nu zijn het jeugdspelers.

Ondanks dat moeten we doorzetten, willen we iets bereiken. Over vijf jaar zijn ook wij op weg naar de 60 en zakt ook bij ons de motivatie weg. Het probleem is dat achter ons een gapend leeg gat volgt, dat niet meer gevuld gaat worden.

Als men iets wil bereiken, dan zullen er snel spijkers met koppen geslagen moeten worden. We moeten zo snel mogelijk veranderingen doorvoeren en hier geen jaren over vergaderen. Daar is de duivensport niet bij gebaat.

Alle eitjes die er lagen zijn nagekeken: enkele zomer jonge doffers waren onbevrucht, die moeten het nog leren denk ik. De rest was goed. Bij Jan is ook zo goed als alles bevrucht, ook daar is het nog nooit zo goed gegaan als nu. Over het algemeen een vlotte leg dus. Een goede voorbereiding is alles.

Deze week gaan de koppels die verlegd zijn voor de tweede keer leggen. Voor je het weet loopt alles weer vol. Mijn doelstelling is om te kweken uit de beste duiven. In principe kan ik uit alles kweken wat de selectie overleefd heeft, het is immers hetzelfde soort, maar dat doe ik dus niet.

Als ik alles samen zou zetten, vliegers en kwekers, dan zou ik in één keer 100 jongen kunnen afspenen. Dat wil ik dus niet. Ik heb liever drie kleinere rondes van de beste en zelfs dan is het al moeilijk genoeg.

Het gaat mij niet alleen om goede duiven, maar om enkele toppers die je kan kweken. Duiven die het verschil maken op vluchten en in staat zijn te winnen op het hoogste podium. Maar zelfs dan moeten alle omstandigheden nog meezitten.

Met Kerstmis dus jonge duiven hier en halverwege januari alles voor de tweede keer op eitjes. Deze zullen naar Jan gaan en dan volgt nog een ronde onder de vliegers. Dan nog grootbrengen en dan is het voor mezelf weer klaar.

Persoonlijk heb ik niet zoveel met Kerstmis, naar de nachtmis zal ik zeker niet gaan. Geloof moet in mijn ogen van binnenuit ontstaan. Meestal is het een periode van verplicht binnen hangen, nu is dat geen probleem met dit weer, maar toch.

Een paar dagen stevig eten met familie en vrienden. Het is een traditie en toch moeten we blij zijn dat we elkaar nog hebben en dat geldt zeker ook in de duivensport.

Bezoekers

Hier komen nog enkele bezoekers over uit het buitenland, terwijl ik niets te verkopen heb. De duiven zitten gekoppeld en zijn op tal. Sommigen wilden zelfs op Eerste en Tweede Kerstdag langskomen, maar dat gaat niet. Dit zijn twee familiedagen.

Ik heb al veel bezoekjes gehad dit jaar uit meerdere landen. Het kost veel tijd, maar moeite heb ik daar niet mee. 95% reist vanuit een ander land om je te ontmoeten en kennis te maken. Met sommige bouw je een lange afstandsvriendschap op, andere zijn zo onbeleefd dat je ze nooit meer hoopt te zien.

Dat soort lui denkt vaak dat alles te koop is en dan zijn ze beledigd wanneer blijkt dat dit niet het geval is. Zoals ik al vaker aangegeven heb: bewezen vliegduiven zijn hier niet meer te koop.

Ik ben op een leeftijd gekomen waarbij ik wil genieten van de duivensport. Er zijn teveel mensen om me heen ontvallen waar ik dierbare herinneringen aan heb, dus zolang het nog duurt wil ik plezier aan de duivensport beleven. Als je zo fanatiek bent als ik, kan dat alleen met goede duiven.

Vanaf hier wensen ik en mijn familie iedereen fijne kerstdagen.

De titel van dit artikel oogt misschien raar, maar toch zijn er mensen die op deze manier naar de duivensport kijken.

Enkele weken terug vond een spectaculaire verkoop plaats van een Belgisch kampioen van tien jaar geleden. Inmiddels lijkt het alsof iedereen die hier duiven van bezit, ze te koop zet. Is dit meeliften op andermans succes, of voldoen de duiven toch niet helemaal aan de verwachtingen?

Vier soorten duivenliefhebbers

In die 40 jaar dat ik in de duivensport meeloop, heb ik gemerkt dat er vier categorieën duivenliefhebbers zijn ontstaan. Allereerst heb je de profs die omzet moeten draaien, omdat zij van hun hobby hun werk gemaakt hebben. Dit is de kleinste categorie en hier is mijns inziens niets mis mee.

Dan heb je de fanatiekeling die wil winnen, ongeacht wat hiervoor opgeofferd moet worden. Hij of zij is twaalf maanden per jaar scherp, pluist alles uit en streeft ernaar beter te worden. Dit is in omvang de middelste categorie.

De hobbyist geniet ervan om zijn duiven thuis te zien komen en koestert de omgang met zijn duiven en vrienden. Hij of zij heeft er geen slapeloze nachten van, het boeit immers niet zoveel of hij vroeg of laat pakt. Dit is (gelukkig) de grootste categorie.

Tenslotte is er nog de ‘liefhebber’ die met dollartekens in zijn ogen rondloopt, geen prestaties levert, maar altijd op stambomen jaagt in de hoop dat de nazaten wat opleveren. Niet voor de vluchten, maar voor de bankrekening.

Iedereen mag voor zichzelf bepalen tot welke categorie hij of zij behoort of wil behoren.

Duivensport: ik snap er steeds minder van. Kampioenen die wat jonge duiven te koop zetten na een topseizoen, zien daar geen bevestiging voor terug. Sommige die hun hele leven nog geen deftige prestatie hebben neergezet, wel. Gelijkheid en eerlijkheid in de duivensport; het zal er niet voor 2019 zijn, vrees ik.

Ik hoorde dat de voetringen op de lokalen waren, dus gelukkig niet de problemen van vorig jaar. Hier gaan 1 of 2 januari bij twintig koppels de voetringen om. Degene die verlegd zijn, volgen twee weken later.

De vliegers zet ik eind januari of misschien zelfs begin februari bijeen. Ik doe dat de laatste jaren, omdat ik meer aandacht aan de oude vliegploeg besteed (wat ik vroeger wegens tijdgebrek niet deed).

Tevens ben ik van mening dat wanneer je later koppelt, je de duiven niet terug hoeft te koppelen. Ze brengen hier een koppel jonge duiven groot en broeden aansluitend nog tien dagen, zodat ze rustig en op gewicht aan het nieuwe seizoen kunnen beginnen.

Doordat ik zorg dat de duiven lang bij elkaar blijven richting het nieuwe seizoen, heb ik ook weinig tot geen last van duivinnen die paren in het seizoen. Duivinnen zitten hier gewoon los op het hok. Eenieder verschilt hierin van mening en heeft zijn eigen manier, maar dat is hoe ik het doe.

Eenvoud

Ik houd de duivensport graag simpel: altijd hetzelfde voer en zo min mogelijk medicatie. Ontsmetting na de vlucht? Ik hecht hier bij de oude duiven steeds minder waarde aan. Ik heb weinig last van Tricho, misschien komt dit doordat mijn duiven het gehele jaar om de dag Naturaline met extra look drinken.

Coccidiose, wormen etc. is al tientallen jaren geleden hier. Met onze lavakorrel op de hokken krijgen coccidiose en wormen ook geen kans zich te verspreiden. Schimmel is het enige wat ik in de gaten houd tijdens het seizoen.

Ruzie op het hok

Afgelopen week had ik een gesprek met iemand waarbij al drie koppels eitjes kapot gevochten waren door een doffer die al drie keer in de verkeerde bak was gegaan. Ik vroeg: Wat is dat dan voor duif? Niks waard zeker? En inderdaad, hij had hem al eerder op moeten ruimen.

Domme duiven verraden zich snel. In een duivenhok moet je geen problemen hebben met vechtpartijen. Duiven die te dom zijn om hun eigen bak te vinden, moet je opruimen. Hetzelfde geldt voor duiven die keer op keer niet fris zitten of slechte mest hebben.

Ik heb in mijn carrière vijf superduiven gehad op het vlieghok en nadien in de kweek. Nooit heb ik deze duiven ziek gezien of in elkaar zien zitten. Een oud kampioen zei eens: al trek je een paar schoenen aan van maat 52, je trapt zomaar geen kampioen dood in het hok. Zo is het en niet anders!

Voor 2019 wens ik iedereen een goede gezondheid toe en veel plezier in de duivensport. En onthoud: keep it simple!!!

De eerste ringen gaan weer om, wat betekent dat de start is gemaakt. In het Verenigd Koninkrijk kunnen ze de jonge duiven al bijna opleren, zo vroeg krijgen ze daar de ringen. Ik meen begin november zelfs. Het rare is dat ze daar geen eigendomsbewijzen bij de ringen krijgen.

De doelen voor 2019 staan vast: het oude duivenseizoen van 2018 verbeteren zal niet meevallen, maar het jonge duivenseizoen van 2018 verpletteren is een absolute must.

Ik heb er zin in en hoop dat degene die om mij heen staan inclusief ikzelf gezond mogen blijven en dat ik er weer vol tegenaan kan hier en in Friesland, waar het hok met oude duiven sterker lijkt dan hier. Verder probeer ik alle dagen te genieten waar het kan en mezelf iets minder te ergeren aan onbelangrijke zaken.

Huidige situatie

Er zitten 28 koppels oude duiven klaar, waarbij de beste 15 koppels onderling gepaard worden en de overige 13 op hun tellen moeten passen, willen ze er na acht vluchten nog zitten. De 24 kweekkoppels zorgen samen met 12 voedsterkoppels voor de nieuwe aanwas.

Hier geen extreme aantallen oude duiven, ik heb daar altijd een hekel aan gehad. Wellicht dat dit in de toekomst nog verandert, maar dat lijkt me sterk. Ik kan er slecht tegen om duiven aandacht te geven die het niet verdienen.

Bij de jonge duiven ga ik terug naar vroeger: ik kweek tot eind april, maar selecteer tot eind september. Grofweg 35% sneuvelde vroeger door selectie op gezondheid en intelligentie. Daarnaast gaan ze tot aan het vliegseizoen hele dagen los. Wat opgevreten wordt, het zij zo. Het maakt me niet uit of ik moet starten met 40 of 120 jonge duiven, het gaat mij om de kwaliteit die overblijft.

Nieuw is niet altijd beter

Voor de rest weinig nieuwe ontwikkelingen. Ik heb zwarte maïs getest in de Championsmix, maar zag geen verbetering of verandering, dus dat gaat er niet doorkomen. Bovendien zou de mengeling dan weer duurder worden, iets wat we dit jaar overigens toch niet tegen kunnen houden door de verhoging van het lage btw-tarief, maar dat moeten wij zelf ook gewoon weer afdragen.

Het wiel kan men slechts één keer uitvinden, dus waarom zou je iets veranderen wat goed is. Vaak zie je dat veel dingen slechts modegrillen zijn en dat men na enkele jaren weer terugvalt in het oude. Hetzelfde destijds met ATX of stralingswarmte. Ik heb ze zelf ook hangen, maar ze hangen er alleen nog maar om stof te vangen, zoals op de meeste hokken. Ze worden hier al jaren niet meer gebruikt.