Zondag 17 juni 2018. Soms zijn er van die weken waarbij ik al dagen van te voren weet wat de insteek van mijn weekstuk zal zijn. Simpelweg omdat er een onderwerp binnen de duivenwereld circuleert waaraan ik simpelweg niet voorbij kan gaan. Deze week was het zelfs zo dat er maar liefst twee van dergelijke onderwerpen zich tegelijkertijd aandienden. Op de sociale media en op de diverse internetsites waren twee onderwerpen bij wijze van spreken “trending”, namelijk het IWB en de sectorvluchten op de Midfond. Meestal betekent dit overigens niet veel goeds. Als een onderwerp in de duivenwereld vaak over de tong gaat is het in de regel geen goed teken. De berichtgeving is dan namelijk vaak negatief. Zo ook dit keer.
Laten we beginnen met het IWB. Het instituut wedvluchtbegeleiding bestaat al vele jaren en is al vele jaren onderwerp van diverse opgewonden gesprekken. Gesprekken die vooral via de diverse media gevoerd worden overigens want in levende lijve heb ik zelden een groep duivenmelkers horen discussiëren over de adviezen van dit instituut. Niet bij de voerboer en niet in de vereniging tenzij ik het gesprek zelf op dit onderwerp bracht. In dat geval vormde er zich voorzichtig een mening bij het groepje aanwezigen. Vaak overigens geen eigen mening maar napraat van wat men elders gehoord of gelezen had.
De meeste “gewone” melkers interesseert het namelijk niet zoveel. Zoals de meeste zaken in de duivensport overigens. Veel meeste melkers weten nog amper van het bestaan van het IWB. Simpelweg omdat het ze niet of nauwelijks interesseert. Ze willen vliegen en het liefst hun duiven zo vlot mogelijk terug. En bij voorkeur allemaal. Hoe dit gebeurt maakt ze niet zoveel uit. Ja ze willen het liefst ook vroege lossingen omdat “moeders de vrouw” anders zo chagrijnig wordt. Vooral op zondag. Wordt het echter toch wat later of weer zondag dan halen de meeste melkers de schouders op. Ach, een vlucht is een vlucht en moeders draait wel weer bij. Is het vandaag niet dan is het wel morgen. Ze zal echt geen weken boos blijven.
Op internet krijg je echter de indruk dat de duivenwereld in brand staat door de adviezen van het IWB. Schijn bedriegt. Het zijn als je er goed naar kijkt feitelijk maar enkelingen die zich uiten, vooral Facebook. Enkelingen omdat het ten opzichte van de duizenden liefhebbers die aan de vluchten deelnemen maar enkele tientallen melkers zijn die zich druk maken over het IWB. Vooral niet programmaspelers overigens en vooral degenen die zich niet of nauwelijks in de uitslag weten te klasseren maken zich het meest druk. Ze koesteren hun eigen waarheden die vaak niet gestoeld zijn op feiten maar op vage herinneringen uit lang vervlogen tijden. Toen duivensport nog een kwestie was van wie ze het beste thuiskreeg in plaats van racen met de best getrainde en gesoigneerde atleten. Toen de lossingsverantwoordelijke vaak even door het keukenraam keek en daarna drie vrienden op de vluchtlijn belde om te checken hoe het weer onderweg was. Om vervolgens meestal te lossen. Het is dan ook niet onlogisch dat veel vluchten in die goede oude tijd een “heroïsch karakter” kregen. De verliezen waren navenant maar dat zijn de meeste melkers die nu nog steeds duiven hebben allang vergeten. Gelukkig maar overigens. Als je als duivenmelker namelijk direct gestopt zou zijn als het in de goede oude tijd weer eens mis ging dan was de duivensport al vele tientallen jaren geleden begraven.
Voor wie het vergeten is, Overnachtfondvluchten stonden dagen open en Dagfondvluchten sloten regelmatig de dag er na in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Ook op de andere vluchten was het niet veel beter. Ik heb vanaf zo ongeveer 1976 de vluchten bewust meegemaakt en ieder jaar was het krabben en bijten. Ik kan mij bijvoorbeeld nog goed de telefoongesprekken herinneren die mijn vader voerde vanaf ons vakantieadres. De eerste vraag was steevast hoeveel er al thuis waren en niet hoe laat er geklokt was.
Pas vanaf de jaren negentig ging het beter. Waarom? Simpelweg doordat er meer informatie beschikbaar kwam over het weer. De lossers kregen betere informatie waardoor de besluiten beter genomen konden worden. Kennis maakt macht. Mede hierdoor nam de duivensport qua prestatiedichtheid een sprong voorwaarts. Vermoedelijk niet toevallig want door betere lossingen kwamen de beter getrainde en de ook beter (medisch) begeleidde duiven natuurlijk makkelijker naar huis. Aangezien de evolutie in de duivensport door de selectie veel sneller gaat dan waar dan ook in de wereld waar men sport met dieren, was dit vliegwiel niet meer te stoppen. Hierover zal ik misschien in de winter nog eens uitweiden.
Door de opkomst van internet nam echter de beschikbaarheid van de informatie over het weer ook toe. Veel liefhebbers, inclusief diverse columnisten, studeren inmiddels wekelijks op het weerbericht. Zelfverklaarde experts zonder enig trackrecord eigenen zich hierdoor het recht toe om de lossingen van anderen te beoordelen. Veelal te veroordelen. Soms terecht maar vaak ook niet. Zelf deed ik dit in mijn actieve periode overigens ook met dat verschil dat ik het vaak al voor de vlucht deed en gestoeld op feiten.
De laatste jaren echter lijkt de negatieve aandacht zich te verschuiven naar het IWB. De lossers uit eigen kring wordt verweten dat ze het IWB volgen, maar de echte boosdoeners zijn de heren die dit college vormen. Wie dit op dit moment zijn kan ik overigens op dit moment niet achterhalen (vorig jaar waren dit van Dam, Godschalk en Elzinga) maar deze mannen moeten met al die kritiek wel stevig in hun schoenen staan.
Terechte en onterechte kritiek, maar dit onderscheid wordt niet gemaakt. Voor de lawaaimakers op internet is iedere verlate lossing, uitgestelde lossing of veranderde losplaats de schuld van het IWB. Het IWB geeft standaard alleen maar slechte adviezen volgens deze groep. Onleesbaar en onzinnig. Degenen die wel lossen worden bijna als helden onthaald. Een heldendom dat overigens op niets gestoeld is als je het mij vraagt. In de afdelingen waar men het IWB niet volgt is het verloop van diverse vluchten zeer beroerd geweest en/of zijn de verliezen zeer aanzienlijk. Dit hoor je echter niet. Het past niet in de kraam van de lawaaimakers en zelfs niet in de kraam van enkele zeer gekende schrijvers.
Dit laatste verbaast mij nog het meest. De schrijvers die iedereen wel kent hebben mijn inziens namelijk weinig recht van spreken. Ze hebben of nooit duiven gelost of er zelf ook een beetje een potje van gemaakt toen zij zelf aan het roer stonden. Het IWB afbranden is dan wel erg makkelijk en kortzichtig. Ook heeft een aantal van deze schrijvers veel te danken aan de sport om het mild te verwoorden. Dezelfde sport die ze nu in een kwaad daglicht brengen.
Het eigen nest bevuilen is bepaald niet verstandig wanneer iedereen kan meelezen. Deze schrijvers met in de regel toch iets meer verstand dan de gemiddelde liefhebber lijken zich niet te realiseren dat je als Duivensport anno 2018 een orgaan als het IWB moet hebben om je als sport ten opzichte van de buitenwereld te rechtvaardigen / in te dekken. Om aan te tonen dat we het als duivensport “goed voor hebben met de duiven”. Dat wij als organisatie zelf in staat zijn om onze sport met dieren goed te regulieren en dat we er het uiterste aan doen om de verliezen te beperken. Naast het m.i. wel inhoudelijke nut is het ook en misschien zelfs wel vooral een kwestie van “keeping up appearances”. Dit laatste mede doordat het lossen van duiven tot op heden nog steeds een zaak is van de autonome afdelingen. Ook een slechte zaak als je het mij vraagt maar hierover later wellicht nog eens meer.
Een tweede punt van negatieve aandacht vormden de sector vluchten voor de Midfond. Een nouveauté in onze sport. Concoursen tegen sportgenoten van andere afdelingen op afstanden korter dan 450 – 500 kilometer. Een voorschot op de toekomst als je het mij vraagt omdat binnen enkele jaren de meeste afdelingen verdwenen zullen zijn en hetgeen we nu sector noemen dan afdeling heet. Een voorschot dat wel een beetje draconisch is ingestoken. Inkorven in NIC’s die hiervoor soms speciaal werden aangewezen is niet bevorderlijk voor de deelname (in Noord Holland 2000 duiven minder dan op de vorige Midfondvlucht). Ook het schrijven van manden lijsten doet wat overdreven aan.
Hilarische taferelen deden zich ook voor in twee sectoren aangaande het vaststellen van de losplaats en de inkorfdag. In sector 2 konden de afdeling Noord en Zuid Holland het niet eens worden over de losplaats. Zuid Holland wilde naar Melun en Noord Holland naar Pointoise. Als twee kleine kinderen werd vastgehouden aan het gekozen station waarbij opgemerkt dient te worden dat volgens NH al aan het begin van dit jaar bezwaar gemaakt was tegen Melun. Omdat het te ver voor de kop van de afdeling was (ongeveer 500 km). Gezien de afstand kan ik dit volgen maar gezien de voorspelde windrichting niet. Bovendien spelen de mannen in het uiterste Noorden van de afdeling de duiven meestal om de week of vlogen de voor de Midfond beoogde duiven een Vitesse vlucht. Kortom een storm in een glas water die pas tot rust kwam na interventie/bemiddeling van het NPO bestuur omdat er werd vastgehouden aan het feit dat er een sectorvlucht moest worden vervlogen. Door dit ingrijpen rolde het compromis Sezanne uit de bus. 470 km i.p.v. van 500 km. Waar hebben we het over ….
Een vlucht die uiteindelijk qua vroege duiven gedomineerd werd door Noord Holland. De eerste 8 duiven vallen in Noord Holland waarbij de knappe serie van Siem Westerink (geen foto beschikbaar) in het oog springt. 1 en 2 met slechts 14 mee tegen 19.701 duiven is een uitslag die je op de schoorsteen kunt hangen! Gek genoeg vielen de meeste vroege duiven in de voorhand van NH terwijl in Zuid Holland de vroegste duiven weer in Reeuwijk vielen. Vader en zoon Verkerk klokten weer eens magistraal. Kennelijk waren alleen hun duiven in staat om de stayers uit Noord Holland te volgen (ha, ha). Of zou het toch gewoon een kwestie zijn van wat extra kwaliteit en een wat betere begeleiding? Ter bevestiging van dit laatste, twee liefhebbers met veel Verkerk bloed op hun hok wonnen in hun Kring in de afdeling Noord Holland.
In sector 3 was er ook gedoe. Dit betrof de inkorfdag. Afdeling 7 wilde niet op donderdag inmanden, de afdelingen 8 en 9 wel. Ook hier volgde een compromis. Midden Nederland korfde op vrijdag in en de rest op donderdag. De duiven zouden niet voor 8:00 uur gelost worden om de duiven die slechts een nacht mand kenden een beetje tot rust te laten komen. Voor en tegenstanders van een of twee nachten mand buitelden op Facebook over elkaar heen. Zelfs mijn naam verscheen hierbij in een bericht omdat ik altijd een voorstanders was (en ben) van twee nachten mand. Ook hier voorzag ik gezien de windrichting niet zoveel problemen.
In de uitslag is één afdeling dominant. De duiven van afdeling 8 bezetten de eerste 81 plaatsen en Gerard van den Berg uit IJsselmuiden heeft ook een mooi plaatje voor op de schoorsteen. Het gehele podium met 14 mee tegen 26.037 duiven is eveneens uitzonderlijk. Of de wind of de extra nacht mand het voordeel opleverde moeten de experts maar beslissen. De eerste duif van afdeling 9 met 2 nachten mand klasseerde zich als 82e en die van afdeling 7 als 91e. Wel had de laatste afdeling er slechts 17 bij de eerste 221 duiven (en afdeling 9 ook maar 24 stuks).
Voor de volledigheid de kring winnaars van de afdeling Noord Holland.
Kring 1: Chiel de Wit, Zuid Scharwoude – 1491 mpm
Kring 2: Ton Snoek, Volendam – 1493 mpm
Kring 3: Combinatie Reumann & de Jong, Haarlem – 1482 mpm
Kring 4: Combinatie Moes, Zaandam – 1497 mpm
Kring 5: Siem Westerink, Ouderkerk aan de Amstel – 1499 mpm
OP EIGEN HO(N)K,
Valt er weinig te melden anders dan dat ik even geniet van een vijftal dagen vrij. De uittocht naar de kampong zorgt hiervoor en geeft mij de tijd lekker mee te lezen met alles wat zich in Nederland afspeelt. Ook keek ik tot laat naar het WK voetbal, simpelweg omdat de kwaliteit ook hier hoogstaand was. Nu ja, alleen bij Spanje-Portugal.
Tot volgende week,
Michel Beekman