Maandag 18 september 2017. Buiten schijnt de zon. Nee niet in Aalsmeer maar in Muenchen. Op het moment dat ik start deze woorden aan het digitale papier toe te vertrouwen wijst de klok 17:00 uur aan en zit ik in de stad van het Oktoberfeest op een hotelkamer. Het is deel twee van mijn nieuwe leven, waarna deel drie op 10 oktober zal beginnen.
Ook een ruime week geleden zat ik in de metropool van Zuid Duitsland maar omdat het seizoen op een fatsoenlijke wijze diende te worden afgerond was ik de afgelopen week thuis. Nog een week genieten van de duiven. Daarnaast werden ook de noodzakelijke voorbereidingen getroffen voor de toekomst. Zo werden door Falco Ebben de duiven voor de toekomstige verkoop op de foto gezet.
Tevens werden de hokken in het plaatstaal gezet. Damwand profielen beter gezegd, maar dit bleek toch een taaier klusje dan gedacht. De achterwand was feitelijk een eitje maar de zijkanten waren een ander paar mouwen. De lange platen in combinatie met de niet helemaal symmetrische kap zorgden er voor dat het veel meer tijd vergde dan gedacht, terwijl ook de hulp van een vakman (zwager van mijn vader) onontbeerlijk bleek. Tussen de buien door waren we ruim 8 uur bezig, verdeeld over twee dagen. Het resultaat mag er echter zijn. Het grote vlieghok kan de jaren voorlopig wel doorstaan. Komende winter of volgend jaar zomer zal tijdens een vakantie in Nederland het jonge duivenhok een zelfde behandeling ondergaan.
Tussen de vele buien door was het ook wat ingewikkeld duiven houden. De duiven konden zeker niet alle dagen naar buiten, terwijl de duivinnen tijdens een voorspelde droge periode toch een aantal stortbuien op hun pet kregen. Veel uitmaken zal het niet maar ik ben tijdens de avondtraining geen voorstander van het vliegen in de regen. Zeker in combinatie met de relatief koude nachten probeer ik dit te vermijden. Dit lukt dus niet altijd.
Dit laatste gold ook voor het drooghouden van de volières. Vooral de duivinnenvolière spande de kroon. Deze week werd menig keer met de trekker de vloer droog getrokken die vervolgens een uurtje later weer blank stond. Ook dit heeft niet veel nadelige invloed maar fijn is anders.
De buien zaten niet alleen mij in de weg. Ook de lossers van onze afdeling hadden er zaterdag last van. Het weer op de vluchtlijn was grofweg tot aan de regio Breda Dordrecht prima maar daarna was het vrijwel de hele zaterdag brandhout. De regen viel niet hard maar gestaag. Ook was het in droge periodes niet bepaald droog. Er stond als het ware een natte wind. Het was dan ook een goed besluit om de vlucht te verdagen naar zondag. Persoonlijk had ik de beslissing wat eerder genomen maar een kniesoor die hierop let.
Qua invulling van de tijd kwam het mij slecht uit want als je op maandagmorgen om 7:15 uur moet vliegen en een aantal weken van huis bent vereist dit natuurlijk wat voorbereiding. Gelukkig was het uitstel niet helemaal verrassend en werd hierop geanticipeerd door bijvoorbeeld het klusje van mengen van het voer (meer dan 200 kg) over een aantal dagen te verspreiden. Hierdoor kon de zondag relatief rustig besteed worden aan de hoogmis van iedere week, de wedvlucht!
Gelukkig werkten de weergoden een beetje mee op de dag van mijn voorlopig laatste wedvlucht. Toen ik om 7:45 uur naar buiten stapte scheen de zon uitbundig. Iets dat de laatste week vrij zelden het geval was. Natuurlijk veroorzaakt zon na regen wat damp of nevel op sommige plaatsen zelfs mist maar deze was relatief snel opgetrokken.
Nadat de Belgische sportvrienden gelost hadden konden de Noord Hollandse duiven om 10:00 in Quievrain in vrijheid gesteld worden. Dat ze nog in Quievrain gelost konden worden verbaasde mij overigens wel een beetje. Meestal moeten we verkassen als we op een traditioneel Belgische losplaats staan en de vlucht wordt verplaatst naar zondag. Dit keer echter niet en wellicht had dit te maken met het feit dat het seizoen bij onze Zuiderburen ook op het eind loopt waardoor de deelname geringer is en er meer plaats is op de losplaats.
De duiven werden gelost bij een zwakke Zuidelijke wind, een windrichting die vrijwel het hele traject hetzelfde bleef. De zwakke wind in combinatie met het feit dat de meeste duiven in de Kringen 4 en 5 werden ingekorfd zorgde er wederom voor dat de duiven door het midden van de afdeling vlogen. Op een duif uit de Zaan na (nummer 2 van Kaman) vielen de eerste 11 duiven in de gemeente Aalsmeer. 8 in Aalsmeer zelf en 3 in Kudelstaart, een deelgemeente van Aalsmeer.
De eerste duif viel bij ondergetekende. De jonge doffer zat ten opzichte van de duiven van de plaatsgenoten een stukje los. Ondanks een extra rondje, doordat hij ogenschijnlijk schrok van een opvliegende tortelduif, bleef hij de eerste opvolger van Jan en Joke Kaman ruim 6 meter per minuut voor (1576,6 versus 1570,4 mpm). Onder invloed van de Zuidelijke wind en door het feit dat er niet meer bijzonder veel invliegduiven in concours stonden was het concours in de regel snel gedaan.
Wel vallen de snelheidsverschillen op tussen de voorhand en de achterhand. Ondanks de iets toenemende Zuidelijke wind liggen de snelheden van Kring 2 en vooral Kring 1 aanzienlijk lager dan in de drie Kringen van de voorhand. Een verklaring kan ik er niet echt voor vinden. Wellicht speelt de grotere deelname in het Zuiden van de provincie hierin ook nog een rol
De winnaars per kring:
Kring 1: C. de Boer, t Veld – 1529 mpm
Kring 2: C.W. van der Meulen, Zwaag – 1542 mpm
Kring 3: Frank Rodenburg, Uitgeest – 1558 mpm (1e, 2e en 3e !)
Kring 4: Beekman – Tilmans, Aalsmeer – 1576 mpm
Kring 5: Matty Tump, Landsmeer – 1560 mpm
GPS tracking
Op de voorlopig laatste vlucht van mijn carrière werd ook nog het GPS tracking experiment voortgezet. Ondanks de onzekere lostijd. Om die reden koos ik voor de instelling van een registratie per 375 seconden. Hierdoor zou de ring 37 uur mee moeten gaan waardoor zowel een lossing op zaterdag als op zondag afgedekt zou worden. Helaas was de batterij van een GPS ring waarschijnlijk niet voldoende opgeladen want deze toonde geen registratiepunten. Dit was na het missen van vorige week wederom jammer omdat de draagster in de middenmoot van het concours eindigde (201e tegen 1741 duiven, de gele track duivin).
Gelukkig was het met de tweede ring wel goed gegaan. Weliswaar begon deze ring op zaterdag 16 september reeds om 17:45 uur met registreren omdat de duivin wellicht teveel met haar poot schudde in de mand, maar de batterij bleek krachtig genoeg om haar route in kaart te brengen.
De blauwe track duivin vliegt wederom zeer recht. Slechts op het eerste deel buigt ze ietsje te ver af naar links. Ze vliegt ook behoorlijk Westelijk langs Antwerpen. Westelijker dan ooit maar dat is ook niet zo gek wanneer de losplaats in combinatie met de windrichting in ogenschouw wordt genomen. Ten opzichte van twee weken terug valt er nauwelijks een verschil te ontdekken in de route vanaf het moment dat ze Nederland invliegt. Het is wederom via Bergen op Zoom, Ridderkerk, Gouda, Bodegraven, Nieuwkoop, Nieuwveen, De Kwakel naar Aalsmeer.
Ze vliegt dan ook nauwelijks teveel. 223,71 km versus 220,96 hemelsbreed, d.w.z. 1,24% teveel. Verwaarloosbaar. De vraag is echter waardoor het komt dat ze ondanks het feit dat ze nauwelijks te ver vliegt toch te laat arriveert? Wellicht te weinig klasse of is het toch de invloed van de ring?
Nog wat andere feiten. Deze duivin vloog het eerste deel van de route torenhoog. Het hoogste van alle metingen namelijk op een hoogte van maar liefst 583 meter. Pas ter hoogte van Dendermonde (B) daalt ze af naar een normale hoogte van 126 meter. Gemiddeld vliegt ze op een hoogte van meer dan 200 meter! Dit was overigens ook de zien bij de aankomsten van vele andere duiven. Ook deze zaten torenhoog. De topsnelheid bedroeg 1632 mpm.
Tot zover dit GPS experiment. Jammer genoeg ben ik er wat te laat aan begonnen en kon het bijvoorbeeld vorige week niet doorgaan. Het heeft echter toch wel een beeld van de route gegeven die onze duiven afleggen. Opvallend is dus hoe vaak ze min of meer dezelfde route vliegen.
Dit verklaart wellicht waarom een aantal duiven een aantal weken achter elkaar vroeg vliegt. Ze vliegen dan misschien wel een identieke route op het cruciale traject naar huis (bij de start en de laatste 60 km richting de finish).
Ik ben nieuwsgierig naar de ervaringen die anderen komend seizoen zullen opdoen. Met een beetje geluk kunnen we het mysterie van de trek en oriëntatie van onze duiven verder ontrafelen. Van belang is dat de ring goed gefixeerd om de poot zit. De ervaring op de navluchten heeft mij geleerd dat als dit het geval is de duif, mits in normale conditie, gewoon prijs kan vliegen met de GPS ring om.
OP EIGEN HOK
Werd dus gisteren mijn actieve duivensportloopbaan voorlopig afgesloten. De vlucht van Quievrain leverde een afscheid door de voordeur op. Dezelfde jonge doffer die vorige week de Kringoverwinning verspeelde door teveel te treuzelen nam deze week revanche door als nog de Kringoverwinning te pakken. Ondanks een rondje extra was hij met afstand de snelste, tevens van de hele lossing.
Zijn aankomst, vlotte landing en constatering waren een hele opluchting. Het was immers een puntenduif die wel gelijk geklokt werd. Iets dat belangrijk blijkt want het feit dat twee weken geleden het systeem een puntenduif niet pakte kost mij in de Kring nu het natoerkampioenschap. Dit kampioenschap wordt nu gewonnen door mijn vriend Cor Buis Junior (samen met senior). Een goed werkend kloksysteem is namelijk ook een voorwaarde om hard te vliegen. Dit laatste doen Buis junior en senior al jaren en dit jaar bevestigen ze dit nog maar eventjes door eerste in de Kringkampioenschappen te worden op de Vitesse, de Midfond en dus nu ook de natoer. Klasse.
Zelf mag ik uiteindelijk ook niet mopperen want ondanks het klokincident levert de natoer in Kring 4 de volgende kampioenschappen op. 2e Onaangewezen, 5e Aangewezen en 2e, 3e en 4e Kampioensduif. Generaal wordt het seizoen op Kringniveau afgesloten als 2e achter Janus en Jannus Kat. De mannen speelden te goed om de op La Souterraine opgelopen achterstand in te lopen. Aangewezen werd de 6e plaats ingenomen ondanks het verlies van (te) veel vaste duiven. Ook hier was de titel voor de mannen uit Westzaan. Wederom Klasse.
Voor mij persoonlijk kwam de grootste bevrediging dit weekeinde uit het samenspel District Amsterdam en omgeving. Dit spelverband dat grofweg het oude werkgebied van de voormalige afdeling Amsterdam omvat mag zich nog altijd in een grote populariteit verheugen (ongeveer 220 leden) . Er wordt nog klassiek gestreden om het generale kampioenschap door de mannen die ook op de onderdelen op het scherpst van de snede strijden. Op een enkeling na doen alle sterke spelers uit het werkgebied aan dit spel mee.
Al jaren is het spel met de jongen duiven bepalend wie er zich uiteindelijk de overall kampioen mag noemen. Natuurlijk mag je met de oude duiven geen steken laten vallen. Dit laatste is moeilijk genoeg maar uiteindelijk wordt vrijwel altijd de goede oude duivenspeler die zijn jongen het best in orde heeft Generaal Kampioen.
Op mijn hok waren de jongen jarenlang het onder geschoven kindje, echter dit jaar was alles anders doordat ik vanaf half maart als full prof de strijd kon aanbinden. De jongen vlogen al snel goed in de rondte en gingen dagelijks op stap. Dit vertaalde zich in goede prestaties op de vluchten. Resulterend in een 2e kampioenschap Jongen Duiven (achter Theo Sirach) en een 1e kampioenschap Natoer. Op de Natoer werd namelijk op alle vluchten een jonge duif als eerste afgevlagd, iets dat ik nog nooit eerder mocht meemaken.
De resultante van een 2e plaats bij de Oude en de Jonge Duiven plus een 1e Natoer levert bijna als vanzelfsprekend een 1e plaats Generaal op. Echter zo eenvoudig als het cijfermatig klinkt is het in de praktijk niet. Jan en Piet Schutte bleken sterke en taaie tegenstanders. Ze waren ook vorig jaar niet voor niets de beste liefhebbers in de WHZB competitie.
Uiteindelijk viel dus in mijn laatste seizoen alles voor mij op zijn plaats in het District Amsterdam e.o. Eindelijk de titel waar vooral de eerste 10 jaar in Aalsmeer achteraan gejaagd werd. Na een tweede plaats in 2007 mag dus nu uiteindelijk de hoogste trede op het podium betreden worden. Dit laatste zullen mijn vertegenwoordigers in letterlijke zin mogen doen want op het moment van de huldiging zit ik in het verre Oosten.
Mij resteert de trots op het resultaat en de gedachte te worden opgenomen in de analen van de Amsterdamse duivensport. De naam Beekman-Tilmans komt nu in een illuster rijtje met bekende namen als Hornstra, Evers en meer recent van Leeuwen & van Grieken, Henny La Grouw, Dave van Zon, Schutte & Zoon, etc. Ook op dit niveau dus een afscheid door de voordeur.
De komende dagen ga ik hier nog even van genieten.
Tot volgende week,
Michel Beekman