Over de NPO-ledenvergadering en de impact van antibiotica

Zondag 17 oktober 2021. Al starend naar mijn nog bijna maagdelijke witte beeldscherm denk ik na over wat dit keer te schrijven. Wellicht iets over de komende NPO-ledenvergadering. Vanmorgen, voordat ik voor het eerst sinds maanden weer een korte wandeling over ons ressort maakte, las ik namelijk voor het eerst een beetje door de agenda van de NPO-ledenvergadering. De laatste weken ontbrak mij hiertoe een beetje de zin door wat lichamelijk ongemak (waarover later meer) en wat minder interesse in de sport die mij ooit zo fascineerde.

Echt vrolijk maakte mijn globale blik op de agenda mij niet en het inspireerde ook niet echt om er iets vrolijks over te schrijven. Het is namelijk of de geschiedenis zich weer gaat herhalen. Het lijkt er namelijk op dat de zoveel besproken eenheid binnen duivenland Nederland alweer een beetje begint af te brokkelen. Veel afdelingen komen weer op voor de eigen belangen.

Steen des aanstoots is veelal het nationale vliegprogramma. Het lijkt er bijna op dat Nederland te groot is voor een nationaal vliegprogramma hetgeen natuurlijk waanzin is. In een klein land als Nederland zou het geen enkel probleem moeten zijn een nationaal vliegprogramma op te stellen. Klimatologische en/of geografische verschillen hebben nauwelijks invloed op het verloop van de vluchten. Er zijn mijns inziens alleen culturele verschillen. Verschillen waar anno 2021 dus makkelijk overheen gestapt zou moeten kunnen worden. Met de alsmaar kleiner wordende groep melkers plus de alsmaar toegenomen druk op de uitslagen en de landelijke competities is er mijns inziens geen andere keuze dan te kiezen voor een nationaal vliegprogramma. Hoe kun je anders al deze competities enigszins eerlijk laten verlopen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor samenwerkingsverbanden tussen (aanpalende) afdelingen.

mb20 10

Daarnaast snap ik simpelweg een aantal problemen/voorstellen niet. Later beginnen is goed voor de duivensport omdat werkenden meer tijd krijgen hun duiven voor te bereiden en het probleem van de roofvogels gemitigeerd wordt. Echter toch is er een afdeling die voorstelt “een weekje vroeger” te beginnen in verband met een gebrek aan vervoerscapaciteit later in het seizoen. Onbegrijpelijk omdat dit ook nog eens een afdeling is die ernstig getroffen wordt door de roofvogelproblematiek terwijl ze relatief ook nog veel werkende leden hebben. Bovendien is de vervoerscapaciteit een oplosbaar probleem. Werk samen met aanpalende afdelingen of kijk of er nog ergens in den lande lege duivencontainers staan. Wees creatief in plaats van het eigen belang te laten prevaleren boven het algemene belang.

Ook zijn er nog steeds de naweeën van het zeer merkwaardige besluit dat vorig jaar werd genomen om op de jonge duivenvluchten geen oude duiven toe te staan. Een besluit genomen op grond van onderbuikgevoelens van vooral de verliezers. Nu schreeuwt deze categorie altijd het hardst en helaas wordt er in de regel te veel naar harde schreeuwers geluisterd. Deze groep beweert/beweerde dat de oude duiven het concours van de jonge duiven te veel zouden beïnvloeden.

Iets dat nooit is aangetoond en naar mijn persoonlijke mening plus waarneming totaal onwaar is omdat de oude duiven de eerste vluchten veel maar dan ook veel sneller naar huis vliegen dan de onervaren jongen. Pas vanaf de derde of de vierde vlucht wordt het enigszins gelijkwaardig. Ik was dan ook totaal verbaasd om te lezen dat een afdeling schreef dat de oude duiven langzamer vliegen. Maar goed in duivenland wordt veel bakerpraat voor waar aangenomen dus deze kon er ook nog wel bij. Overigens was de betreffende afdeling voor het openstellen van de vluchten.

Het niet openstellen van de jonge duiven vluchten voor oude duiven is ook nog eens totaal inconsequent want op de natoervluchten gebeurt al honderd jaar niet anders. Daarnaast losten begin september zo’n beetje alle afdelingen de jonge duiven en de natoerduiven tegelijkertijd vanaf hetzelfde station. En er werd geen wanklank gehoord.

Snel dus weer openstellen die jonge duivenvluchten zou ik zo zeggen. Goed voor de vulling van de containers, goed voor de Midfondspelers die hun Midfondduiven niet aan de Dagfond willen wagen en goed voor de overnachtfondspelers die hun duiven aan het eind van hun seizoen nog een lapje willen geven.  Bovendien geeft het de niet jonge duivenspecialisten nog een beetje bevrediging als hun oude duiven lekker naar huis komen. En tevreden melkers kunnen we nu eenmaal niet genoeg hebben. En ook hier spreek ik uit ervaring.

Ook las ik een soort concept vervoersreglement. Op zich goed dat het er komt/dat het wordt aangepast maar ook daar brak mijn klomp toen ik las dat het voer in de mand uit mais moest bestaan. Ook hiermee wordt aan de vooruitgang die al jaren geleden is ingezet een halt toegeroepen. Veel afdelingen gebruiken naar grote tevredenheid “speciaal mandvoer”. Ik vind het dan ook een vreemde zaak dat er “van bovenaf” voorgeschreven wordt welk voer er gegeven moet worden. Laat het aan de leden van de afdelingen om dit te besluiten voor hun afdeling.

De komende weken zal ik mijn nog wel eens verder verdiepen in de agenda. We hebben namelijk nog even voordat het 27 november is.

OP EIGEN HONK

Was het de laatste weken een beetje tobben met lichamelijk ongemak. Na bezoeken aan drie verschillende dokters bleek het uiteindelijk te gaan om een zweer op één van mijn amandelen. Ik was er letterlijk goed ziek van en nog steeds ben ik nog niet 100% fit. Wellicht is dit ook het gevolg van de drie antibiotica kuren die ik voorgeschreven kreeg.

Hierin zit wel enige analogie met de duivensport want ook daar heeft iedere (dieren)arts zijn eigen theorieën. Zo ook in mijn geval. De eerste arts diagnosticeerde aan de hand van de uitslag van mijn bloedonderzoek dat het om een virale infectie ging en schreef antibiotica gedurende drie dagen voor. Ter ondersteuning want bij een virus helpt antibiotica niet. Plus daarnaast nog een karrevracht aan andere medicijnen.

Aangezien ik ondanks de karrevracht aan de antibiotica en medicijnen na twee dagen geen verbetering voelde consulteerde ik een tweede arts in een andere kliniek. Deze deed ook bloedonderzoek en constateerde een bacteriële infectie. Dit klonk mij bijna als muziek in mijn zieke oren want dan zou de antibiotica wel moeten kunnen helpen.

De tweede arts schreef mij 5 dagen antibiotica voor met de opmerking dat ik ook de eerste kuur moest afmaken. Ook hij vulde het aan met een iets kleinere karrevracht aan medicijnen. Helaas bracht ook dit tweede bezoek nauwelijks verbetering. Na vier dagen aan de nieuwe antibiotica voelde ik mij nog steeds als een vaatdoek. Gelukkig was de koorts wel weg.

Echter vanwege dit “vaatdoekgevoel” besloot ik toch maar een bezoek te brengen aan de keel, neus en orenspecialist dit mij vorig jaar van mijn oorontsteking afhielp. Iets waarover ik al nadacht voor het bezoek aan de eerste dokter. Echter het kwam op mij over als met een kanon schieten op een mug dus stelde ik het (uiteindelijk onterecht) uit.

De specialist constateerde, en toonde mij middels camerabeelden, dus een zweer op mijn amandel. Om deze te bestrijden schreef hij ook weer antibiotica voor. Een week dit keer. Daarnaast moest ik gorgelen en sprayen. Voor de rest geen karrevracht aan medicamenten.

Toen ik hem vroeg waarom de andere antibiotica niet werkten vertelde hij dat de lokale klinieken vaak inferieure namaak medicijnen voorschrijven. Medicijnen die niet zo goed werken als de originele medicijnen. De moraal van dit verhaal ga naar een specialist die je vertrouwt en uitlegt wat er aan de hand is.

Inmiddels ben ik weer ruim een week verder. De laatste antibioticakuur was afgelopen woensdag afgerond maar de impact van twee weken medicijnen is nog absoluut voelbaar. Mijn conditie heeft een serieuze knauw gehad. Het deed mij denken aan het kuren van duiven en de onderschatting van de impact hiervan. Als ik namelijk een duif was geweest had ik de afgelopen twee weken mijzelf zeker niet in de punten geklasseerd. Als ik al thuisgekomen was.

O,ja door middel van een actieve lezer kwam ik toch nog op het spoor van enige duivensport in Maleisië. Er wordt tenminste een kleine eenhoksrace georganiseerd vanuit het naburige Sepang. Voordat het lichamelijke ongemak mij overviel heb ik na de tip van de lezer de organisator kunnen achterhalen. Zodra ik weer wat fitter ben zal ik eens gaan kijken bij wat men hier een eenhoksrace noemt. Op de Facebookpagina was het niet heel veel bijzonders maar misschien doet de werkelijkheid mij verrassen.

Tenslotte stuurde Hans Bruns van de firma Habru mij weer een leuk filmpje. De teaser voor zijn jaarlijkse actie voor het goede doel, de kankerbestrijding, in de vorm van de stichting Bergh in het zadel. De trekker van de actie is ditmaal Jan Hooymans uit Kerkdriel. De link naar het leuke filmpje zal ik een volgende keer plaatsen want op dit moment lukt het mij niet het filmpje door te sturen via Whatsapp.

Tot een volgende keer.

Groet,

Michel