Barcelona, vrijdagvluchten en jonge duiven verliezen

Zondag 11 juli 2021. De dag dat de duiven in Barcelona eindelijk in vrijheid gesteld werden. Hetgeen betekent dat na veel programmaspelers op vrijdag ook de marathonspelers morgen (maandag) een vrije dag zullen moeten nemen indien ze hun favorieten willen op wachten.

MB10 7

De vraag is hoe laat de duiven morgen zullen arriveren? Wellicht volstaat voor de meeste melkers een vrije middag want op het eerste deel van de route krijgen de duiven het niet cadeau. De lucht is weliswaar onbewolkt en de temperatuur is niet hoog (tussen de 20 en 26 graden) maar de wind is verraderlijk. Op het eerste stuk is er namelijk sprake van een kalme tegenwind hetgeen ook geldt voor het diepe Zuiden van Frankrijk.

Op Barcelona is het daarnaast altijd de vraag welke route de duiven zullen nemen. De makkelijkere passage langs de Pyreneeën via de kust zal echter de meeste en de meest langdurige tegenwind opleveren (tot voorbij Lyon). Een overtocht over de Pyreneeën via Andorra zal spoediger meewind geven. De vraag is echter of de duiven over de bergen durven. Niemand zal een duif uitgerust hebben met een GPS-tracker dus weten zullen we het nooit.

In het Zuiden van Frankrijk is de wind in ieder geval zwak uit richtingen tussen Noordoost en Oost. Dit duurt tot Clermont-Ferrand. De vraag is of ze überhaupt Clermont-Ferrand (600 km boven de losplaats) zullen passeren want vermoedelijk zullen de duiven reeds spoedig naar het Westen zijn afgedreven. Waarschijnlijk is het logischer dat ze de route via Limoges pakken.

Ook valt het te hopen dat de Barcelona-hangers vandaag fors doorhalen. De vliegcondities zijn vandaag namelijk prima. Ze krijgen ter hoogte van Limoges ook echt meewind maar de vraag is hoe lang ze hiervan zullen profiteren. Als ze vandaag Orleans halen ben je als deelnemer vermoedelijk al spekkoper (ongeveer 735 km). Parijs (ongeveer 845 km) zal zo goed als onmogelijk zijn, lijkt mij.

Morgenochtend begint dan een slalom tocht tussen de buien door. Een duif die zich door de Oostelijke wind niet te veel laat afdrijven naar het Westen zou tot aan St. Quentin nog droog moeten kunnen overkomen.  Komen de duiven vandaag minder ver of drijven ze nog verder af naar het Westen dan is dit een illusie.

In ieder geval zal er op dit deel van het traject een kalme Oostzuidoosten wind staan volgens de verwachting. Ik ben dan ook benieuwd of de sympathieke grootmeester uit Nijverdal dit jaar wederom een huzarenstukje zal uithalen. Op grond van het weer en de wind zou ik de winnaar aan de Westkant van Nederland verwachten. De tijd zal het leren.

Vrijdagvluchten – Zoals eerder al geschreven losten veel afdelingen hun “klassieker rondom Parijs” reeds op vrijdag. Persoonlijk vind ik het een goede zaak dat men flexibel met het lossen omgaat. Echter als werkende liefhebber is het dit jaar wel een beetje lastig. In sommige afdelingen was het al de vierde vlucht op vrijdag als ik goed geteld heb.

Een aantal Oostelijke afdelingen besloot om gewoon op zaterdag te proberen te lossen. Hetgeen goed uitpakte. Mede door de wat Oostelijkere losplaatsen bleven de duiven het slechte weer voor. Of beter bleef het slechte weer westelijk van de vlieglijn van deze afdelingen.

Voor de enige Westelijk afdeling die niet op vrijdag loste, Zuid-Holland, was het een ander paar mouwen want er diende weer uitgesteld te worden. Zuid-Holland (b)lijkt niet in staat in te spelen op het eerder lossen op vrijdag maar hierdoor moest men voor de zoveelste keer uitstellen naar de zondag. Vermoedelijk ook omdat men gekozen had om vast te houden aan de geprogrammeerde (te) Westelijke losplaats.

Als argument voor het niet vervroegen van de lossingsdag werd in vorige weken de benodigde vervoerscapaciteit aangehaald, lees het aantal benodigde chauffeurs dat niet beschikbaar was. Iets dat ik mij kan voorstellen wanneer men met zeven containers op pad moeten. Deze week waren dit er echter slechts drie dus zou ik nu wel graag de argumentatie van de verantwoordelijken willen lezen. Ik vermoed namelijk dat de meeste liefhebbers in Zuid-Holland de lossingen op zondag spuugzat zijn. Om over de principiële liefhebbers nog maar niet te spreken.

Jonge duivenverliezen – Zoals het in mijn ogen niet (en wel) moet – Vorige week schreef ik over de verliezen met de oude duiven en gaf aan later nog eens terug te komen op de verliezen met de jonge duiven. Een beetje uitstel van executie want waar het met de oude duiven nog redelijk overzichtelijk is/was om de oorzaken in kaart te brengen ligt dit voor de jonge duiven een stuk gecompliceerder. Hier spelen vele factoren een rol. Ik denk echter dat alles vooral staat of valt met een gedegen voorbereiding. De liefhebbers die hier de meeste aandacht aan besteden komen qua verliezen vaak het beste weg. Het kan immers geen toeval zijn dat het altijd dezelfde hokken zijn die uitblinken.

Het begint al met een tijdige kweek uit gezonde ouders. Dit klinkt simpel en dit zou het ook moeten zijn maar nog lang niet iedereen laat de ouders checken, vaccineren, etc. Ruim voordat men aan de kweek begint. Niet 100% gezonde ouders betekent vervolgens niet 100% gezond opgroeiende jonge duiven. Als er geen wolken van jongen in de nestpan liggen kan je eigenlijk al met toekomstige verliezen rekenen. Om over de kwaliteit van de ouders nog maar niet te spreken.

Als de jongen eenmaal op eigen benen staan begint een volgende belangrijke stap. Het uitgroeien en het verkennen van de omgeving. Dit gaat verreweg het beste als er een aantal uren per dag open hok gegeven kan worden. Ik weet echter dat dit niet voor iedereen is weggelegd. Door buren maar vooral door de roofvogel. Is dit onmogelijk dan is beperkt ’s morgens loslaten een alternatief. Een uur of twee uur per dag. Een duif is ’s morgens veel actiever dan ’s middags en zal eenmaal op de vleugels ’s morgens eerder wegtrekken dan ’s middags.

Hierbij helpt natuurlijk een goede gezondheid. Tijdig enten en regelmatig een check bij de dierenarts is altijd aan te raden. Ook ondersteuning door een darmwerking verbeterend middel is bij de jonge garde nooit weg.

Als de jongen eenmaal lekker vliegen dan dient er opgeleerd te worden. Bij voorkeur zo jong mogelijk. De echte jonge duivenspecialisten die ik ken beginnen al eind april. Het spreekt voor zich dat er dan op tijd gekweekt moet zijn en dat de junioren voor die tijd ook aan de mand gewend moeten worden. Deze specialisten beginnen overigens heel kort bij (vaak een enkele kilometer).

Dit wegbrengen dient dan zo vaak als mogelijk te gebeuren. Het hoeft niet ver maar wel vaak. Het tijdstip van de dag maakt niet veel uit maar bij voorkeur na het loslaten. Natuurlijk is het niet verstandig om bij bloedheet weer op pad te gaan.

Overigens geeft het niet als er af en toe een trainingsvluchtje niet verloopt zoals gepland. Er mag gezocht worden en er mag best eens een duif weg blijven. Het mooiste is als de koppel één of twee keer in stukken en brokken thuiskomt. Wat ook kan helpen is om na een paar trainingsvluchtjes niet alles tegelijk te lossen, maar mandje voor mandje. Dit alles om het de jonge duiven moeilijker te maken en ze meer te laten leren. Als je dit niet te ver van huis doet (10 tot 20 kilometer) kan er niet veel misgaan. Wel is het zaak goed te kijken wanneer er oefenvluchten zijn maar als je op tijd begint heb je hier niet veel last van.

Persoonlijk ging ik nooit echt ver met mijn junioren, mede door tijdgebrek. Ik denk echter dat het na een gedegen vooropleiding geen kwaad kan om ze een enkele keer op een afstand van een kilometer of veertig tot vijftig te brengen. Of om ze na een aantal keren collectief gelapt te hebben eens stuk voor stuk of per tweetal te lossen.

Een laatste gezondheidscheck zo’n drie weken voor de eerste vlucht met de afdelingscontainer kan eveneens zeker geen kwaad. Mocht de witte jas nog iets vinden dan is er nog voldoende tijd. Ook voor herstel na een kuur.

Vervolgens begint het meest spannende deel van de opleiding. De eerste containervlucht. Bij voorkeur wordt deze dan per kring gelost en bij voorkeur met voldoende tijdsverschil tussen de lossingen. Helaas doen niet veel afdelingen dit.

In mijn ogen is dit één van de grootste redenen van de verliezen met de jonge duiven. Het opleerprogramma is niet goed samengesteld. Te weinig instapmogelijkheden, te weinig alternatieve data, etc. Daarnaast zijn de lossers simpelweg niet voorzichtig genoeg met de jonge duiven. Ze lossen ze bij veel te donker weer, te kort op elkaar, etc. Als waren het ervaren oude duiven. En zo moet het in mijn ogen niet.

Nog erger wordt het wanneer de eerste jonge duivenvlucht voor de punten in één keer wordt gelost zoals mijn afdeling al enkele jaren doet. En gisteren ook deed en zoals het in mijn ogen dus ook absoluut niet moet. Dit is simpelweg vragen om problemen. De eerste paar weken moet het gros der jongen zonder al te veel probleem het hok kunnen bereiken en niet na een dag lang zoeken doordat ze met de overvlucht zijn mee gedenderd.

De liefhebbers spelen hierin overigens ook zelf een rol. Bij slecht weer (regen, Zuidoostenwind, heet weer) is het verstandig om niet al je eieren in één mandje te leggen. Dus bijvoorbeeld slechts 50% van de jonge duiven mee te geven. Mocht je dan de helft laten zitten dan heb je altijd nog 75% van je oorspronkelijk aantal. In één van de weinige jaren dat ik kampioen werd met de jonge duiven speelde ik er op de eerste vlucht slechts twaalf om na een doordeweeks lapvluchtje de rest van de koppel te laten instappen op de tweede vlucht.

Een ander aspect waar liefhebbers zelf de hand in kunnen hebben is de energievoorraad van hun jonge duiven op de vluchtdag. Zelf voerde ik gewoon op de dag van inkorving en meestal ook gewoon nog omstreeks 16:00 uur ’s middags. Als ze dan door knalden hadden ze in ieder geval brandstof in de tank voor de terugreis.

Overigens kan het zeker geen kwaad om de junioren die eerste paar weken tussen de vluchten doordeweeks een keertje weg te brengen. Goed voor het zelfvertrouwen.

Ook kan het zeker geen kwaad de duiven na de eerste vluchten een “anti-coli” middel in het water te geven. De stress verstoort het evenwicht supersnel en er is niets vervelender dan niet meer te kunnen inkorven door deze gezondheidsproblemen.

Tenslotte kan het zeker geen kwaad om als het niet loopt en als de verliezen te groot zijn/blijven even de witte jas op te zoeken. Met een capsuletje hier of daar kan veel leed voor duif en melker voorkomen worden.

OP EIGEN HONK

Is de zogenaamde EMCO nog steeds van kracht. Gezien het nog altijd stijgende aantal besmettingen (meer dan 9.000 per dag) helpt het nog niet echt veel om de boel op slot te gooien.

Veel anders dan lijdzaam toezien kunnen we echter niet. En veel ander nieuws is er ook niet.

Tot een volgende keer,

Michel