Inleiding - Het was de Avondster Venus, die als eerste het verzoek deed om samen met haar tegenspeler Mars. Een hele speciale vogel te mogen scheppen: De postduif. Maar zoals wel vaker was God niet meteen bereid om hemel en aarde te bewegen. Immers, Hij had het gewoonweg te druk met de mens als zijn plaatsvervanger op aarde. Dus keerde Venus, God de rug toe en klopte aan bij de Duivel. Maar ook die wilde zijn duistere engelenschare hiervoor niet aan het werk zetten. Teleurgesteld droop Venus af. Om in een laatste poging haar verzoek aan de Kosmische Hoge Raad voor te leggen.
De Kosmische Hoge Raad was voltallig bijeen en vergaderde exact drieëndertig volle Maanrondes om tot een eenmalige beslissing te komen: Venus en Mars, mochten in samenspraak met God en de Duivel een vogel scheppen. Die letterlijk de mens de weg terug naar God zou wijzen. Zo gezegd, zo gedaan; het idee postduif was een feit.
Mars, Maan, Venus, vergaderde avond aan avond. Maar raakte voortdurend in onmin met elkaar, zodat de Zon erbij moest komen om de vrede te bewaren. Want de zonnekwaliteit oriënteren behoorde tot zijn scheppingsdomein. Het moet ergens rond de Ark van Noach zijn geweest dat Venus de mens voor het eerst mocht wijzen op deze unieke kwaliteit.

Het ging alsnog mis…

Geruime tijd na de Zondvloed ging het alsnog mis, want de mens hield zich niet aan de afspraak om als de plaatsvervanger van God op aarde te dienen. ‘Hier moet de Duivel achter zitten.’ Ten minste dat zei Venus tegen de Zon, Mars en Maan. “Nee.” Zei, Mercurius. De boodschapper van de Dierenriemgoden. “Jullie zijn in tegenstelling tot de Waarheid, zo onbekwaam geweest om tegen de wil van God naar de Kosmische Hoge Raad te stappen. En dat is jullie dus duur komen te staan, want hoe denken jullie dit tij nu te keren.” Het bleef oorverdovend stil. “Weet je wat, ik zal de Heilige Geest vragen om in te grijpen. Maar dan verwacht ik hiervoor in de plaats jullie absolute gehoorzaamheid.” Zo gezegd, zo gedaan: De Geest der Geesten op aarde, was bereid om Zijn kennis van de Waarheid in de postduif te plaatsen. En de mens te wijzen op de doop bij de Jordaan, waar Johannes, Gods enig geboren Zoon mocht dopen.

Nawoord: Vanaf de doop bij de Jordaan, mochten Venus, Mars, Maan en Zon, ons mensen verder helpen, blijvend te leren van de postduif als degene op aarde. Die ons de innerlijke kwaliteit voorhoudt om gericht te blijven op ’t Licht. En de duisternis in onze harten te zien als tijdelijk waar de Duivel Zijn zwarte engelen voedt met ijzer.