Marie en zoon Kees Wijntje met ieder een duif. ,,Ik ben twee tot tweeënhalf uur per dag met de verzorging bezig",

vertelt Marie. © Qphoto

Hoeksche Hobby'sHoeksche hobby's Marie (85) en zijn zoon Kees Wijntje (54) zijn besmet met het duivensportvirus. In spanning afwachten tot hun duiven thuiskomen en hopen op een vroege aankomst. ,,Dat is de kick."

 
 

Als de duiven van Marie en Kees Wijntje in het vliegseizoen zijn ingemand en weggebracht naar een verzamelpunt, zijn beide mannen nog kalm. Pas als ze met honderden tegelijk in een vrachtwagen naar een losplek zijn vervoerd en worden gelost, bouwt de spanning zich op. Dan begint het rekenwerk

Kees: ,,Je weet dan: het is een zuidenwind. Ze vliegen 1500 meter per minuut en 90 kilometer per uur. Het is een vluchtje van 90 kilometer, dus over ongeveer een uur kunnen ze dan aankomen. Toch ga je iets eerder buiten bij het hok zitten wachten, want misschien staat er in de bovenlagen wel meer wind."

 

Vaak ga je iets eerder buiten bij het hok zitten wachten, want misschien staat er in de bovenlagen wel meer wind

Kees Wijntje over het rekenwerk wat bij de duivensport komt kijken

En als er na een uur en tien minuten nog geen duif binnen is? Kees: ,,Dan valt dat toch een beetje tegen. Als je geen berichtjes hebt gekregen van collega's die wél al een duif hebben, ga je jezelf afvragen waarom je duiven zo langzaam vliegen. Is er misschien in de bovenlagen toch tegenwind geweest?"

Dankzij een subliem oriëntatievermogen kun je duiven al millennia om een boodschap sturen. Als ze honderden kilometers verder worden losgelaten, zijn ze in staat om feilloos naar huis te vliegen. Vroeger werden ze al ingezet als postduiven en zo ontstond de duivensport, waarbij het erom gaat wie het snelst thuis is.

Aan de hand van gps-coördinaten van de losplaats en een elektronische ringpoot kan nauwkeurig de afstand en de tijdsduur van de vluchten worden berekend, waarbij een rechte lijn wordt aangehouden. Zo rolt er op basis van snelheid een rangschikking uit. Of een duif vanuit Frankrijk bij de Alpen nog even rechts is afgeslagen, is niet peilbaar. Marie, lachend: ,,Het mooiste is als ze van A naar B vliegen."

Hij was 15 jaar oud toen hij al gefascineerd raakte door de duivensport en bij fokkers ging kijken hoe de vogels thuiskwamen. Maar pas toen zijn jongste zoon Jos duiven had gekregen van een oom, ging de Oud-Beijerlander ze zelf ook houden. Kees werkte en woonde zo dicht bij de duiven van pa, dat hij vanzelf ook met het virus besmet raakte.

Prestaties

Sinds 2004 bouwen vader en zoon een duivenbestand op de lange afstanden op, om met vogels die 800 kilometer of meer kunnen vliegen prestaties te leveren. Kees: ,,Dat ging best aardig. De laatste twee jaar wat minder. Dat proberen we op te lossen door andere duiven erbij te halen."

Want een 'vroege duif' pakken, dat is waarom Kees en met name Marie -,,Ik ben twee tot tweeënhalf uur per dag bezig met de verzorging" - zo veel tijd en aandacht in hun honderd duiven investeren. Kees: ,,Het is de spanning van het wachten, de ontlading als een duif thuiskomt en te horen krijgen dat-ie een vroege prijs vliegt. Dat is de kick."

Bron

AD Hoeksche Waard