Gert van den Bogaard

Normaal gesproken zouden we nu in deze tijd van april al enkele duivenvluchten beleefd hebben.

Dat bracht dan met zich mee dat ik dan bezigheden had om de winnaars van de vlucht via een verslag in het zonnetje te zetten.

Heel zeker zat ik dan nu niet op mijn krent en was niks aan het uitvoeren.

Als gewoonlijk was ik dan verslagen aan het tikken met mooie achtergrond muziek als gezelschap en met een pilsje binnen handbereik.

Ik was dan met mijn gedachten bij de winnaar van de wedvlucht.

Dan voelde ik als het ware zijn blijheid en zijn trots.

Maar helaas mankeert me dat nu. In mij eentje zit ik nu op deze zonnige maandag van 6 april achter mijn pc te schrijven.

Misbruik makend van misschien de grootste dreiging sinds de tweede wereldoorlog.

Dat coronavirus heet.

En dat ik daarbij een beetje ongerust en bang ben dat dit virus me pakt dat steek ik niet onder stoelen of banken.

Normaal is het dat ik dagelijks duivenliefhebbers over de vloer krijg waarmee ik menige uren in gezelligheid door breng.

Maar nu kan dat niet. Het is nu stil in mijn hut.

En voor de kijkbuis wordt ook al niet vrolijk.

De beelden die mijn kamer worden in geslingerd met oorlog, zieken, doden, verwoestingen, hongersnood en natuurrampen die kan ik als kiespijn missen.

Bij die beelden heb ik moeite om positief te blijven waarbij ik dan mijn veerkracht en inspiratie als sneeuw voor de zon zie verdwijnen.

Dat stemt me dan treurig.

De coronavijand is onzichtbaar en die veroorzaakt dat ik niet met mijn duiven aan wedvluchten kan deelnemen.

Niet wetende wanneer daar een einde aan komt.

En nu? Niet klagen maar respect tonen voor de mensen die niet eens beseffen dat ze helden zijn.

Daar bedoel ik de mensen mee die nu in beschermende kleding in het hospitaal in functie zijn.

Twee dames uit mijn kennissenkring, ze zijn verpleegkundige, verzorgen dagelijks in het ziekenhuis veel corona patiënten.

Het is hun beroep en nu dringt het pas goed tot me door wat dit zeggen wil.

Ze zijn werkelijk iemand anders! Als helden zitten ze vooraan in het front van de coronaoorlog.

Thuiswerken is voor hun niet mogelijk. Om maar te zwijgen dat ze af en toe met de armen over elkaar kunnen zitten.

Hun taak is hun patiënten goed te verzorgen en aan hun welzijn te denken.

En als ze de tijd krijgen om even bij te kletsen dan hoor je ze hun zorgen uiten over het verschrikkelijke leed wat dat coronavirus teweeg brengt.

Ze kennen en doen hun plicht ondanks het gevaar om zelf besmet te worden.

Wie ben ik dan? De duivensport telt nu even niet voor me mee en dat mijn journalistiek op dit moment onbelangrijk is behoeft ook geen nadere uitleg.

Het coronavirus grijpt meedogenloos om zich heen en in de vele kranten zijn de kolommen voornamelijk gevuld met nieuws over het verloop van de crisis.

En dat wordt door de lezers verslonden.

Het heeft ook een dikke streep door de agenda van onze duivensport getrokken.

Alle liefhebbers hadden zich opgemaakt voor een succesvol duivenseizoen en keken hunkerend uit naar het begin.

Helaas tevergeefs! Er zijn geen alternatieven. Of toch? Hoewel de wereldwijde pandemie met andere fantasieën op de proppen komt.

Zo maakte de wielersport rare sprongen.

Verrassend nieuw was het toen zondag de laatste 32 kilometers van de “Ronde van Vlaanderen” door l3 renners thuis op de hometrainer werden weggetrapt met voor zich een groot beeldscherm.

Een virtueel stukje fietsen als balsem voor de ziel in deze tijd zonder wielersport.

Het moet al niet gekker worden. Die nep bracht even wat afleiding maar had maar weinig impact.

Het was shit! Nu we echter niet met onze duiven kunnen vliegen moeten we het daar maar mee doen. Een andere keus is er niet.

Het is te hopen dat we gauw “Groen Licht” zullen krijgen en we onze duiven buiten weer kunnen opwachten van hun reis.

En dat met hart en ziel.

Pie.