Gert van den Bogaard

Over amper zes weken is het weer zover. Vele schieten weer in de stress, omdat ze niet weten wat ze moeten doen, hoe ze moeten voeren of hun duiven moeten laten trainen. Probeer voor jezelf gewoon een simpel systeem op te stellen en wijk daar niet vanaf. Ook niet als het enkele weken niet gaat zoals je wilt.

Van het opleren van oude duiven maak ik geen werk. Ik breng hun gelijk naar 35 km en vaak gaan ze daarna mee op de eerste prijsvlucht. Trainen doen de duiven hier eenmaal daags. Over drie weken ga ik om een mest- en keelonderzoek. Ik neem zes willekeurige duiven mee. Hebben er drie of meer tricho, dan geef ik ze allemaal een tablet. Anders doe ik niets. Tegen de luchtwegen kuur ik niet.

De hokken staan hier altijd open. Duiven op verwarmde hokken zitten in het begin vast strakker in hun pak, maar na één koude kopwind is dat andersom. Tonen doe ik niet, de beloning is hier na de vlucht. Ik maak de hokken donker, stop ze in de mand en klaar. Ik laat ze op de inkorfdag nooit los, ook niet op de dag na thuiskomst. Dat heeft er meer mee te maken dat zondag ook voor mij een rustdag is.

De doffers trainen hier zo vroeg mogelijk, nu is dat om 08.00 uur. Doordat ik verduister, gaan dan de schuiven open. In koude geloof ik niet, ze trainen goed en hebben daar geen erg in. Doordat alles open staat, is het binnen niet warmer dan buiten. Conditie heeft niets met warmte te maken.

Waarom staan elk jaar dezelfde hokken aan de top? Meestal vanwege de aanwezige kwaliteit. Topvorm is iets anders. Dat krijg je of dat krijg je niet.

Wat aankomend seizoen gaat brengen, moeten we afwachten. Ik heb er in ieder geval zin in. Er zit al een mooie ploeg jonge duiven, de laatste worden binnenkort geringd. De eerstvolgende leg gaat naar Jan, deels eitjes en deels jongen. Dat komt niet anders uit.

We willen natuurlijk ook in Friesland de boel overhoop spelen, iets wat de laatste jaren aardig is gelukt. Er zijn natuurlijk altijd critici, maar die kennen schijnbaar Compuclub niet waar je elke week de uitslagen van alle afdelingen kunt inzien.

Op mijn hokken blijft de planning hetzelfde. Specialiseren doe ik niet. Het liefst speel ik de eerste tot en met de laatste vlucht goed, alle afstanden. Hiervoor heb je uitzonderlijke duiven nodig die op alle afstanden en weersomstandigheden thuis geven. Daar selecteer ik dus op. Handkeuringen doe ik zelden, ik laat liever de mand beslissen. Of ze dan mooi of minder mooi zijn, boeit me niet. Ik houd immers geen tentoonstellingsduiven.

Je hebt pas topduiven als anderen er ook mee slagen, vandaar dat ik aan de andere kant van Nederland in Afdeling 11 mezelf wilde meten met de kampioenen aldaar. Ik ben daar natuurlijk niet zelf bij als liefhebber, maar de duiven wel.

Ook elders binnen en buiten Nederland doen Embregts-Theunis duiven het goed. Op de laatste twee 300+ km vluchten in Marokko bijvoorbeeld werd de 1e en 2e gewonnen met kleinkinderen van Super Rossi. En de weersomstandigheden daar zijn enorm zwaar. De liefhebber daar heeft ze vorig jaar gehaald en de jongen doen het daar voortreffelijk. Ook in Koeweit de 1e Asduif.

Beide liefhebbers hebben overigens ook van een concurrent van mij in Brabant 2000 op de midfond duiven gehaald voor een fors bedrag en ze inmiddels verwijderd. Die waren niet goed genoeg. Ook daar selecteert men hard op prestaties in plaats van naam en faam.

Zoals ik dus aangaf – en wat je onlangs in Het Spoor bij een overnachtspecialist uit België kon lezen –  heb je pas een top hok als anderen ook met jouw duiven slagen. Wedvluchten liegen nooit, ze vormen de beste keuringsmethode die er is. Of zoals Willem de Bruijn ooit eens tegen mij zei: “speel ze en je ziet wat ze aankunnen”.

Dit weekend de Voorjaarsbeurs, 21 maart de WHZB uitreiking en dan kan het nieuwe vliegseizoen beginnen. Of we kunnen vliegen met het rondsluipende coronavirus moeten we afwachten. Ik hoorde vandaag dat het verzenden van duiven naar China in ieder geval stil ligt voor onbeperkte tijd.

Vandaag is de eerste oplage emmers Champions Mineralenmix bij ons afgeleverd. In de stand van DHP Cultura op de Voorjaarsbeurs dit weekend worden ze tegen een hele mooie aanbieding verkocht. Hier aan huis zijn ze vanaf nu ook verkrijgbaar. Alle andere winkels kunnen ze vanaf volgende week bestellen, dus het kan nog even duren voordat je ze overal in de schappen vindt.

Alle jongen van de vliegers zitten in schotels op de grond, dan kunnen de vliegduiven bij gaan leggen en nog tien dagen ontspannen broeden voordat ze aan het vliegseizoen beginnen. Alles is hier dus nog lekker rustig.

De oude duiven gaan zo nu en dan los, evenals de jonge duiven. Alleen met winterse buien blijven ze binnen. In het verleden heb ik zo een half hok jongen verspeeld die net rondvlogen en in een sneeuwbui terechtkwamen.

Gisteren was ik met mijn zoon in Houten. Het was rustig, dus we konden voor de deur parkeren en op ons gemak bijpraten met iedereen. Met Wielink, die onze producten verdeelt, maar ook met Guy van der Auwera, een rijzende ster op de Belgische nationale vluchten. Guy gaf me een fles HYP 100 mee om te testen, volgens hem een top product.

Verder nog even bij de PIPA stand gestaan en uiteraard ook bij die van DHP Cultura van Bas Thiele, die onze emmers maakt en verkoopt. Bas gaf me ook zijn nieuwe product BCK mee.

Bas werkt veel met kruiden en maakt bijvoorbeeld Beute’s LTW en andere producten op kruidenbasis. Met Gert Jan Beute heb ik ook een praatje gemaakt (vooral geluisterd natuurlijk, daar kom je niet tussen haha). Ik heb bij hem in plaats van Prange Suppe de LTW meegenomen plus de Olympic MG mix natuurlijk.

Kijk, in de jaren ’90 was ik zelf een halve kruidendokter. Ik plukte alle doveneteltoppen die ik kon vinden en deed die in de vriezer. Dat kookte ik vervolgens met een bol look, ui en een paar lepels honing. Dat was het eerste wat de duiven te drinken kregen na een vlucht.

Ook had ik van een goed spelende liefhebber een recept bestaande uit één bol look, één ui en bruine suiker met een glas jenever. Dat liet ik een maand trekken en ook daar kregen de duiven tweemaal per week een lepel van op één liter water.

Ik was in die jaren niet uit de top 10 van de ZNB kampioenen te denken, evenals de mannen Stabel en De Hoogh. Ik won zelf eens bijna de gehele top tien van Chartres alsook de 1e ZNB van Bourges in ‘97 en ‘98.

Ik was in de 30, bloedfanatiek en druk met de aardbeien. Eten ging met een bord op schoot tijdens het trainen van de duiven. Bij de weduwnaars had ik alles potdicht met de kachel op 15 graden. Ze werden gewassen in warm water en in manden in huis gezet de nacht na thuiskomst. Nu meer dan 20 jaar later staat alles open en nooit geen verwarming meer.

In die jaren hield ik maar een handvol weduwnaars. Ik had ze graag aan een touwtje thuis en normale prijsvliegers wilde ik niet. Ze moesten hun poule kunnen pakken. Na het seizoen had ik voldoende poulegeld verdiend om alles te betalen en hield ik nog over om nieuwe duiven te kopen.

Ik struinde alles af met goede vriend Willem van Peer (een kei op de midfond, winnaar van nationaal Orléans in 1980, nationaal Parkenstone en hij won zelfs een auto). Zo kwamen we begin jaren ‘90 al bij Herman Calon. Toen en nu één van de beste spelers van Zeeland. Herman was toen een grote liefhebber met een hoeveelheid duiven waar de mannen in Reeuwijk van zouden blozen.

Ik kocht er 20 en Herman zei: “geen goede, dan andere”. Toen al leerde ik dus dat je beter geen garantie op duiven kunt geven. Herman noteerde alles op een blaadje ter grootte van een postzegel. Wat kon die man klein schrijven, je had er een vergrootglas bij nodig.

Het voer destijds was de voorloper van de Championsmix die ik samen met Willem bij Van Camp in jute balen van 50 kg liet mengen. Daar werd een zak popcornvoer van Teurlings door gemengd en dat kregen de duiven twaalf maanden per jaar.

Zoals je ziet, veranderen sommige dingen in een mensenleven en blijven andere dingen altijd hetzelfde.