Anno december 2024 lijkt de NPO goed bezig. Praktisch en pragmatisch. Maar niets is zo goed dat het helemaal goed is. Zo kan je bedenkingen hebben bij de 100.000 euro of waarschijnlijk meer (!) die men uit wil geven om een studie te maken betreffende de verliezen van jonge duiven.
1.
Is het niet een utopie te denken dat men zal ontdekken waarom de ene lossing van een lapvlucht zo verschilt van de andere met hetzelfde standvastige weer, op dezelfde losplaats, maar met een kwartier verschil?
Of… Hoe het kan dat jonge duiven die al pakweg 10 keer op dezelfde plaats gelost werden en moeiteloos naar huis kwamen de elfde keer van dezelfde plaats massaal verloren gaan?
Of… men zal ontdekken hoe het kan dat jongen bij het lossen de plaats niet verlaten om massaal in hetzelfde dorp waar ze ‘gelapt’ werden binnen te lopen?
2.
De WOWD was er in 1998 toch al achter waarom veel jongen verloren gaan?
Dat was toch vanwege wedstrijden van te verre afstanden? Van die foutieve conclusie hebben de liefhebbers die graag verder spelen met jongen geweten.
3. Als zo'n studie er toch komt, zou het niet zinvoller zijn e.e.a. te combineren met de Belgen? Daar heeft men wat betreft spelen met jonge duiven oneindig veel meer expertise.
4. Men zal na zo’n studie ongetwijfeld met een verklaring komen, al is het maar om die 100.000 euro of meer te verantwoorden, maar dat het uiteindelijk gaat leiden tot minder verliezen, daar geloof ik geen snars van. Denk dat, pakweg over drie jaar, niets verbeterd zal zijn.
BRON
Uit betrouwbare bron heb ik dat men ook iets anders wil bereiken: ‘Dierenbescherming en verwante groepen’ van het lijf houden door hen te kunnen zeggen ‘zie eens wat we allemaal doen?’ Of aldus duivensport te redden.
De vraag is of de urgentie zo groot is. Of men duivensporters hier, (weer) als eerste en enig land op de wereld zo op de hielen zit.
Voor zo’n kleine organisatie is 100.000 euro (of meer) veel geld. Ondanks het goede financiële beleid. Men zou er mooie dingen mee kunnen doen.
De patient die duivensport heet zou op sterven na dood zijn, maar we kunnen pogen de levensduur te rekken, de patient/sport zelfs vreugde verschaffen. En dan kan je met 100.000 euro veel doen. Bij beoefenaars komt het over alsof men de patient een poot uit wil trekken.
GEEFT TE DENKEN
Nederland telt een derde aantal inwoners meer dan Belgie.
Belgie zou nog 16.000 liefhebbers tellen. Vergelijken is delicaat, maar dat zou in duivensport verhoudingsgewijs neerkomen op 24.000 liefhebbers hier. Het zijn er 10.000!! Het restant van bijna 60.000 !!
Ik schreef eerder dat 2024 niet was zoals gewend. Toch werden uitslagen gemaakt als de volgende, in ZAV met een spreidingsgebied van Lier tot Nederlandse grens (Rijkevorsel) en Wommelgem. Liefhebbers uit ongeveer 30 clubs kunnen deelnemen.
Sermaise 25-5: 509 jrl.
6 Jaarlingen mee en die wonnen 1, 4, 13, 21, 26 en 49. Dus alle zes per tiental. In Nederland werd al iemand ‘grootmeester’ met 6 op 6, maar niet een gewonnen prijs per tiental. Overigens heb ik ook slechte herinneringen aan die vlucht. De eerste duif werd 2 a 3 minuten buiten gehouden door een vreemde en verloor aldus de 1e prijs bij de gedubbelde oude.
Sermaise 25-5: 766 oude:
12 Duiven mee en 2, 6, 9, 11,17, 18, 36, 38, 39, 50, 55, 88. Ook hier een 100% score van 12 prijzen op 12 gezette duiven 11 prijzen in de eerste 10%.
Na onze twaalfde duif wachtten velen nog op hun eerste. En toch baalde ik. Ik kan slecht tegen 'niet snel binnen komen,' een eigenschap die ik maar niet afgeleerd krijg.
HELEMAAL DUIDELIJK
Hoe goed had het niet kunnen zijn besefte ik pas na het lezen van de advertentie van die voerfirma. Die pakte uit met geëxtrudeerde korrels, gesupplementeerd met nutraceuticals. En, niet schrikken, er zitten zelfs Polyfenoten in wat zorgt voor eliminatie van fytotoxines. Dus komen Uw duiven minder dan gewenst? Dan weet U nu wat U ze mogelijk te kort doet.
FAMILIE HERMANS
'De DUIF, HET magazine voor duivenliefhebbers', zo kan je lezen op Pipa. Het is de enig over gebleven duivenkrant (weekblad) in Belgie van de vele die er ooit waren. Een compliment voor de familie Hermans en het team.