ad2016

Of ik ooit iets schreef wat ik nadien betreurde? Tuurlijk, of wat dacht je. Zoals in dat najaar. Ik had weinig tijd, aan de kweekduiven in november voor lichten werd niet gedacht en toch verliep de kweek prima. Ze kwamen twee of drie dagen later op eieren dan gebruikelijk, maar wat dan nog? Dat bij lichten is niet echt nodig zo meende ik en schreef dat ook. Nadien wist ik beter. Nog enkele keren winterkweek geprobeerd zonder voor te lichten maar dat mislukte elke keer faliekant. Dat ene jaar was een uitzondering, zo veel leek zeker.  

 KAN BETER 

Wat velen doen is een dag of tien voor ze de duiven bijeen zetten ’s morgens bij lichten en ook ’s avonds. Na het lichten ’s morgens gaan de lampen uit tot een uur of vier. Dan gaan ze weer aan tot 23.00 u. Ongeveer. Zo doen dus velen. Mij lijkt dat het beter kan. Hartje winter heb je immers veel sombere donkere dagen en het gunstige effect van ‘lichten’ ’s morgens en ’s avonds valt grotendeels weg als het overdag zo donker is. Er zijn zelfs liefhebbers die in volle  seizoen met donkere dagen overdag de lichten aan doen. Wat in de winter bij duiven die kweken beter lijkt? Overdag de lampen aan. Het precieze uur van bij lichten en dat weer opheffen komt overigens niet nauw. Als de hokken maar minimum 12 uur verlicht zijn.

 DELIKAAT

Er zijn speciale lampen in de handel die beter zouden zijn vanwege… en dan volgt een hoop blablabla. Ik geloof er niks van. Velen hebben tegenwoordig tl buizen, vaak met tijdklok, en dat is  handig.  Een kritiek punt is wel dat die lampen van het ene moment op het andere ineens uit gaan. Sommige duiven zitten nog niet op hun vaste plaats, worden door het plotselinge donker verrast, willen alsnog hun broedbak in, maar vliegen in de verkeerde. De duif beseft dat zelf niet en wat later, als het licht wordt, kan gebeuren laat zich raden. Kapot gevochten eieren en dode jongen hebben al menig liefhebber onaangenaam verrast. En als ze zo iets een keer voor gehad hebben betreden ze elke morgen ongerust de hokken. ‘Het zal toch weer niet?’

Kapot gevochten eieren of dode jongen hoeft niet veel te betekenen, er zijn immers zo weinig goede, anderzijds kan een enkele duif het verschil maken tussen eeuwige roem en vergetelheid. Ook duiven als ‘Kaasboer‘ en ‘Harry’ en co zaten ooit in zo’n kwetsbaar eitje dat gebroken had kunnen zijn.  Genoemde ongelukjes zijn te voorkomen met een dimmer, maar er is nog een methode waar je geen dimmer voor nodig hebt. Ook toe te passen met tl lampen.

 OPLOSSING

Wat je zou kunnen doen is middels een tijdklok ’s nachts rond 2 uur gaan belichten en daarmee stoppen rond of iets voor 16.00 uur. Je slaat aldus twee vliegen in een klap.

-Ook bij donkere dagen heb je overdag licht in de hokken.

-De duisternis valt langzaam en op natuurlijke wijze in. Na 16.00 u dus.

  

WEL MEE STOPPEN

Verleden winter zaten op het ‘kweekhok’ in B N een vijftal kweekkoppels. Of beter, koppels waar ik uit kweekte. Het woord ‘kweekkoppels’ gebruik ik niet zo vaak. Het suggereert te veel. Trouwens, wat is een kweekkoppel? Een waaruit elk jaar èèn goede komt is al heel zeldzaam. Zoals hoort werd hier vanaf half november belicht, middels een tijdklok, maar, omdat mijn hoofd niet zo naar duiven stond, werd domweg vergeten dat bij lichten op te heffen. En dat was medio april te zien. Vooral de nek, borst en kop vielen kaal. Toen ik het zag meteen de lampen uit gedaan en achteraf viel de schade mee. Ze ruiden niet echt door.  

 NIET VEEL

Of vijf kweekkoppels niet wat weinig is? Dat is het zeker, maar elders zitten er ook nog. Verder heb je echt niet veel kwekers of vliegers nodig om succesvol te zijn. Velen lijken als doel te hebben de hokken vol te krijgen in plaats van zich te bekommeren om kwaliteit. Heb je die kwaliteit, dan kan je ook met weinig duiven uit blinken. In België meer dan in Nederland, zo lijkt het.

Ik meen dat de goede zich daar gemakkelijker onderscheiden. Als je in Nederland ‘van voor’ zit (op de kortste afstanden) kunnen veel duiven vroeg vliegen. Het verbaast je daar soms welke duiven je voorop krijgt. Het pakken van ‘getekende’ lijkt in België veel eenvoudiger. Of dat ook zo is? Daarvoor zou je moeten praten met Jan Broeckx, Ide Hoefs of andere ‘ervaringsdeskundigen’ die in beide landen speelden.

 HOLENDUIF

Maar we dwalen af. Boven dit artikel staat ‘licht en donker’. Met licht en donker kan je dus manipuleren maar ook de duif zelf kan je iets leren. Die verkiezen een broedplaats op een donkerder plekje. Zit in de genen zeker? Onze postduiven stammen immers van de holenduif en waar die liefst broedt zegt de naam al. Vooral ‘nest spelers’, en niet alleen zij, weten dat. Ze schermen de woonbakken aan de voorkant voor een deel af zodat er een beschut hoekje komt. Zet twee broedschotels in de broedbak en je zal zien welke de duiven kiezen. Vooral ‘nest speler’ Klak vond dat duiven recht hebben op privacy en hechtte veel waarde aan ten dele afgeschermde broedbakken.

Met die zogenaamde wegkruipbakjes voor jonge duiven is het niet anders. Zie ook waar jongen die je natuurlijk speelt gaan nestelen als je links en rechts wat plankjes half schuin tegen een wand zet. In een hoekje nestelen ze ook, in volle zonlicht nooit. 

LICHT EN LUCHT

Vroeger, toen er nog duivenboeken uit gegeven werden, kon je soms lezen dat licht en lucht vooral van belang zijn voor gezonde duiven. Dat ‘lucht’ klopt wel. Je ziet steeds meer liefhebbers de hokken ‘open’ gooien. Zelfs  tijdens het seizoen. Er staan rennen voor de hokken of er staat een raam open. Soms zomer en winter, zelfs dag en nacht. ‘Meer lucht’ is de tendens van nu.

Maar of licht in volle seizoen ook zo belangrijk is? Vroeger zag je nogal wat hokken met zadeldak waarvan de voorkant uit doorzichtige materialen bestond die het licht optimaal door lieten. Je ziet ze niet meer, integendeel. Veel goede spelers hebben hun hokken wat donkerder, zeker die van hun jonge duiven. Dierenartsen die menen dat jongen gevoeliger zijn voor One Eye Cold als ze blootgesteld worden aan veel zonlicht zouden wel eens gelijk kunnen hebben. Wanneer zie je immers de meeste uitbraken? Nooit in de winter of in het voorjaar. Wel hartje zomer en meestal na enkele warme maar vooral zonnige dagen.