Artikelen

A.H.M. Pot, Rotterdam


nachtvlieger pakt 1e prijs Cahors

Dat er in het Rotterdamse hard met duiven gespeeld wordt, is al jarenlang bekend. Een van de toonaangevende duivenverenigingen hierin is PV de Blauwe Doffer in Overschie. De vereniging is gevestigd in een oud schoolgebouw met een stuk grond ernaast. Op dat stukje grond staan de hokken van Ton Pot. Hij zit hier nu een jaar of 5 na een herstart met de duiven.

Ton heeft een voorkeur voor de lange vluchten en vaak zitten zijn clubgenoten op Tons duiven te wachten op de vrijdagavond. Het is namelijk een ideale tijdsbesteding als de eigen duiven in de mand zitten en de werkzaamheden in de club erop zitten. Het gebeurt dan ook regelmatig dat er een hele rij mensen tegen het clubgebouw zitten te wachten op die ene vroege duif.

Zo ook in het weekend van zaterdag 30 juli. De duiven van Perpignan vielen 's avonds al reeds op de korte afstanden en voor een teletekst notering moest er voor de nacht valt een duif geconstateerd worden. Dit gebeurde ook elders in Zuid-Holland, maar niet in Rotterdam.

Ton was zaterdag alweer vroeg op het hok en had al vroeg contact met Marcel van der Helm toen er een duif op de klep viel. Dat moest er een van Perpignan zijn en ging hij het hok in om de gummiring te constateren. Tot Tons schrik was er geen gummiring te bekennen en even sloeg de paniek toe. Tot het moment dat Ton besefte dat dit geen Perpignan-duif was, maar een van zijn 4 ingekorfde duiven van Cahors.

Het gebeurde allemaal om 5:38 en het toeval wil dat precies 7 seconden later er ook een duif werd geconstateerd in Gelderswoude bij B.J. & B. v/d Bosch. Er bleken geen snellere duiven in het concours te zijn en dus pakte Ton de 2e plek nationaal en een mooie 2e plek op teletekst.

Het duivinnetje, wat een groot deel van de nacht heeft doorgevlogen, is de NL 14-1030072. De vader hiervan is verkregen van Gebr. Voets maar komt uit Tons superduif Lenie. De moeder komt bij de Noord-Hollandse topper Dirk Pals vandaan. Van hem ontvangt hij jaarlijks zo'n 20 jongen om mee te spelen. Verder heeft hij veel te danken aan Gebr. Voets, Jan van de IJssel en Marcel van der Helm die Tons hok hebben gevuld met duiven na tijdens zijn herstart.

Het vlieghok heeft 5 afdelingen met oude duiven, elk met 9 broedhokken. In principe wordt er per vlucht 1 complete afdeling ingekorfd. Zodoende kun je de duiven ideaal voorbereiden en op de juiste manier motiveren. Ton speelt de duiven zowel op nest als op weduwschap. Hiervoor geldt dat altijd de partner thuis is. Verder staat er 1 hok met jaarlingen en 1 hok met jongen.

Eenmaal in het hok, valt meteen het drinknippelsysteem op. Dit systeem loopt door elk hok en het is de enige mogelijkheid voor de duiven om water te drinken. De duiven wennen er snel aan. Bij de jongen is er een nippel waar wat water uitloopt. Hierdoor leren de jongen snel het water te vinden.

Ton is ook uniek in zijn opleidingstraject met de jonge duiven. Zijn jongen zien namelijk de vereningsmand niet in hun geboortejaar. Hij kiest ervoor om de nieuwe aanwas pas als jaarling te spelen op de vitesse vluchten. Ter voorbereiding worden de jongen in de winter een week in een verenigingsmand gezet. Uiteraard hangen de waterbakken eraan en door ze in de mand te voeren, weten ze meestal na een dag of 3 de waterbak probleemloos te vinden. Als jaarling gaan de duiven wekelijks mee tot Bourges. Daarna worden de duiven voor het eerst op een ochtendlossing ingekorfd.

Dat dit werkt, bewijst de winnares van Cahors. Als jaarling vloog ze al een kopprijs op de afsluitende Cahors. Dit jaar mocht ze het proberen op Pau, maar daar kwam ze na de prijzen thuis. Op Cahors werd ze op een jong van 3/4 dagen ingekorfd. En dat bleek de sleutel  tot dit succes.

Tons systeem staat al jaren vast en was ook het systeem toen hij de Club der Azen won in 1998. Op het gebied van 't geel wordt er een kuur versterkt als ze op de eieren zitten en tussen de vluchten fondvluchten door. Er wordt per afdeling ingekorfd en dus wordt er ook maar 1 afdeling tegelijk behandeld. Tegen ornithose hoeft niks gedaan te worden, want de duiven zitten er gewoon goed bij. Met voer wordt een vast schema gevolgd. Doordeweeks is dat een lichte mengeling en naar de vluchten toe wordt dit steeds zwaarder. Dat laatste gebeurt vooral met snoepzaad, tovo en olienootjes. Dit systeem wordt al 30 jaar gehanteerd en blijkt dus nog steeds erg succesvol te zijn.

Peter Sebel