Zondag 8 april 2018. De kop is er af. Het seizoen 2018 is in gang geschoten met een extreme vlucht. Vrijwel in alle afdelingen leverde de seizoen opener moeilijke en traag verlopende vluchten op. Op een enkele vereniging of samenspel na was de concoursduur langer dan 13 minuten. In een aanzienlijk aantal spelverbanden liep de concoursduur zelfs op tot waarden boven de 20 minuten. Erg lang gezien de afstand die in de meeste gevallen varieerde tussen 80 en 150 kilometer.

Echter alleszins voorspelbaar gezien het weerbeeld dat de duiven gisteren op de vluchtlijn troffen. Met een Zuidoosten wind hebben de duiven altijd veel moeite. Ik heb er vermoedelijk al een twintigtal stukken over geschreven. Zonder dat het veel helpt overigens want de liefhebbers blijven massaal hun duiven blootstellen aan deze moeilijke omstandigheden.

Windrichting-1280x600http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2018/04/Windrichting-1280x600-300x141.jpg 300w, /cache/remote_images/e75f928da4a8b7b78abbed490a631b26.jpg 768w, http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2018/04/Windrichting-1280x600-640x300.jpg 640w, http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2018/04/Windrichting-1280x600.jpg 1280w" sizes="(max-width: 640px) 100vw, 640px" width="640" height="300">

Een klimaatspecialist ben ik niet maar wel weet ik op grond van vele jaren ervaring dat duiven moeite hebben met het weer dat ze tegen kwamen op hun weg naar huis. Wat zijn deze omstandigheden precies?

Wind uit Zuid of Zuidoostelijke richting, heiig weer (inversie?) en meestal hoge temperaturen (of relatief hoog). Dit laatste komt vooral door de genoemde windrichting.  De wind draait vrijwel altijd binnen 24 uur naar Zuid of Zuidoostelijke richting en brengt letterlijk de warme lucht noordwaarts. Mens en dier krijgen dan nauwelijks de tijd om hieraan te wennen. Gisteren was het weliswaar niet extreem warm (ongeveer 22 graden) maar het verschil was toch groot. Zeker wanneer je bedenkt dat het 3 weken geleden nog -10 was.

Het resultaat van bovenstaande is in de concoursduur feitelijk nog maar beperkt zichtbaar. Die betreft namelijk slechts 25 procent van de duiven. Hoe lang het duurt voordat de andere 75 procent hun hokken bereikt is nauwelijks te volgen. Alleen op het moment dat je de voorlopige uitslagen vanaf het eerste moment volgt kun je je hiervan een beetje een beeld vormen.

Gisteren deed ik dat voor wat betreft de uitslagen van de afdeling Noord Holland waarbij ik constateerde dat de liefhebbers die hun jongen zwaar aan de tand voelden hun jaarlingen wel met enige regelmaat thuis kregen en bij degenen die hun jongen niet op Fontenay speelden het een stuk moeilijker verliep.

Ervaring helpt bij dergelijke omstandigheden, hetgeen onderschreven wordt doordat er bijvoorbeeld in de afdeling Noord Holland maar 30 jaarlingen bij de eerste 100 duiven staan terwijl op de meeste hokken het duivenbestand voor minstens de helft uit jaarlingen bestaat. Echter zaligmakend is ervaring ook niet want de getekenden werden ook zeer matig geklokt. 19 van de 100, waaronder 3 jaarlingen. Hetgeen dapper is van deze liefhebbers want op de eerste vlucht van het seizoen een jaarling bij de eerste 3 te zetten is niet zo gebruikelijk. Meestal zijn het de routiniers die op een normale eerste vlucht hun baas de aangetekende punten bezorgen.

Terug naar het vluchtverloop. In geen enkele afdeling verliep het vlekkeloos. Wel viel op dat hoe lager de snelheid van de eerste duif was hoe minder onregelmatig de vlucht verliep (met uitzonderingen die de regel bevestigen waarover later meer). Dit gold in negatieve zin vooral voor de kustprovincies en in positieve zin voor bijvoorbeeld de 2e lossing van Brabant 2000 en Limburg. Wat er in afdeling 9 mis gegaan is weet ik niet, want hier was de snelheid niet extreem hoog maar de concoursduur toch extreem lang.

Wellicht heeft een en ander te maken met de ligging van de losplaats, de windrichting en de richting die de duiven moeten vliegen naar huis. De enige afdeling waar de duiven namelijk vrijwel recht voor de wind vlogen was de afdeling Friesland en deze afdeling kende m.i. het beste verloop. Zij losten respectievelijk in Deventer en Duiven, beiden (enigszins) Zuidoostelijk van het gebied waar de duiven naartoe moesten. Het netto resultaat, een snelle vlucht met een relatief korte concoursduur en ogenschijnlijk stukken minder laatkomers dan in de meeste andere provincies/afdelingen

Terug naar de afdeling Noord Holland.

Hier was het in alle opzichten een extreme vlucht. Iets dat ook weer goed te voorspellen was. Bijna 16.000 duiven tegelijk lossen op een losplaats als Roosendaal met een geringe afstand tot het werkgebied doet niemand in Nederland. Als er dan ook nog eens sprake is van een staartwind dan kun je op voorhand inschatten dat je grote verschillen krijgt in vluchtverloop per vereniging, regio, etc. Vooral als het dan ook nog eens een Zuidoosten wind betreft heb je de poppen aan het dansen. Aan de kust vallen de duiven “als witjes” en hoe verder je het binnenland in komt hoe moeilijker het gaat. Vooral de voorhand die niet aan de kust ligt heeft het moeilijk. De duiven vliegen met hoge snelheid Westelijk langs hun hokken en schieten massaal door. Vervolgens druppelen ze in de loop van de dag huiswaarts. Meestal niet allemaal (dit keer kan ik het nog niet checken vanwege het vroege tijdstip).

Wat cijfers om dit beeld te illustreren.

In het uiterste Zuidwesten van de afdeling ligt de badplaats Zandvoort hier werden inclusief Aerdenhout  317 duiven ingekorfd, d.w.z. 80 prijzen gemaakt en er werden 200 prijzen gewonnen. Waaronder de snelste van Fred Spronk, die zich inmiddels ontpopt tot een fenomeen op dit soort vluchten. De concoursduur  bij PV Pleines bedraagt 6 minuten en 25 seconden. Een normale concoursduur voor een eerste vlucht, hiermee vormden de leden van deze kleine club echter een uitzondering in vrijwel heel Nederland.

Kijken we nu naar het uiterste Zuidoosten van de afdeling Noord Holland dan zien we een heel ander beeld. Weesp  (plus Diemen). De leden van de plaatselijke Luchtpost zetten samen 343 duiven in concours. Men maakte prijzen 82 en “won” er slechts 33. De eerste duif in de afdelingsuitslag van deze niet te benijden melkers is terug te vinden op plaats 1547. Concoursduur 14 minuten.

Neem ik een minder extreem Oostelijk gelegen plaats op de voorhand dan is het beeld iets anders maar nauwelijks beter. Voor het gemak mijn voormalige woonplaats Aalsmeer, in het algemeen gezien als een sterk centrum. Door de ligging (in het midden op de voorhand) maar ook omdat er een relatief grote groep liefhebbers fanatiek tegen elkaar strijdt Hier nemen we voor het gemak beide verenigingen, dus groot Aalsmeer (Kudelstaart, Westelijk deel van Amstelveen, etc.) plus enkele leden die buiten Aalsmeer lid zijn maar wel in Aalsmeer wonen. Totaal 796 ingemande duiven. D.w.z. gemaakte prijzen 199, gewonnen 139. Concoursduur 1201 iets meer dan 10 minuten. 1202 rond de 38 minuten. De betere spelers in mijn voormalige club krijgen het concours niet dicht door teveel invliegende fondduiven. Na 33 minuten heeft een van de beste spelers van de afdeling slechts 15 van zijn 47 duiven. De vroegste duif in de Afdeling wordt geklokt door een combinatie die buiten Aalsmeer lid is 452e.

Kortom een zeer extreme vlucht waarvoor gelukkig de punten die tellen voor de diverse kampioenschappen behaald worden in de Kringen, lees in de cc’s. Op een Kring (4) na die geen cc kent. Snap u het nog?

Om het nog onoverzichtelijker te maken zijn de Kringuitslagen van de Kringen 1,2,3 en 5 maar geschrapt uit de lijst van de voorlopige uitslagen. Wanneer dit besloten is, is mij niet helemaal duidelijk, maar wellicht heb ik het gemist of heeft degene die mij informeerde dit niet genoteerd. Omdat ik echter vorig jaar de Kringwinnaars vermeldde blijf ik dit ook in 2018 maar doen. Tijd genoeg om dit even op te zoeken.

Kring 1: A van Kesteren, Den Helder – 1863 mpm

Kring 2: J.L. Pronk, Westerland – 1776 mpm

Kring 3: Fred Spronk, Zandvoort – 1876 mpm

Kring 4: Combinatie Moes, Zaandam – 1829 mpm

Kring 5: van Eck & Rijnsburger, Amsterdam – 1720 mpm

OP EIGEN HO(N)K

Werd dus voor het eerst in 34 jaar niet aan een vlucht deelgenomen. Dit ging gisteren even door mijn hoofd toen ik via de camerabeelden de aankomsten op het hok van Andre van de Wiel probeerde te volgen. Best wel een tijd  om non stop aan de vluchten deel te nemen. Vanaf 2003 werd daarnaast letterlijk geen programmavlucht voor de oude duiven gemist.

Overigens zou ik het voor de inkorving deze week wel moeilijk gehad hebben. Wel of niet jaarlingen inkorven? Het is altijd moeilijk te zeggen wat ik gedaan zou hebben maar de kans was groot geweest dat ik mijn jaarlingen thuisgelaten zou hebben. Ik deed dit vaker en had nooit spijt, terwijl ik wel altijd veel spijt heb gehad van de “moedige” beslissingen. D.w.z. wel onervaren duiven inkorven met Zuidoosten wind. Gelukkig hoefde ik deze week deze afweging niet te maken.

Op naar volgende week. De wind die voorspeld wordt is Zuid 3. Als het zo blijft (het zijn tenslotte voorspellingen) wordt het weer niet makkelijk. De tijd zal het leren.

Tot volgende week,

Michel Beekman