Zondag 21 januari 2018. Buiten wisselen regen en zon elkaar af. Toen ik opstond was het prachtig weer, daarna regende het flink en nu schijnt de zon door de wolken. Typisch Maleisië. Vrijwel iedere dag regen maar daarbij altijd een temperatuur boven de 30 graden Celsius. Alleen de tweede week van januari was het wat kouder en scheen de zon nauwelijks.

Het weer is hier dan ook letterlijk voorspelbaar. Altijd warm en nooit zonder een paraplu van huis. Hoe anders was het weer in Nederland . Behalve dat het er een stuk kouder is stond er deze week een zware Westerstorm. Ik las er over op internet en zag de beelden van mensen die over de straat rollenden. Ze deden mij herinneren aan de storm van 1990. Toen zag ik met eigen ogen op het Bijlmerplein de mensen over de grond rollen. Best wel een gruwelijk gezicht.

Dit was echter niet de enige overeenkomst. In 1990 liep mijn duivenhok op de volkstuin schade op door een rondvliegend raam. Een raam afkomstig van de koude kas van een van mijn buren deed een aantal dakpannen sneuvelen. De schade was snel hersteld.

Het herstellen van de schade van de storm van afgelopen donderdag zal wat langer duren. De schade was dan ook wat groter en vooral onverwachter. Degenen die de laatste twee jaar bij mij op bezoek geweest zijn herinneren zich wellicht de HABRU volière die tegen het huis geplaatst was. Nu wel deze volière ging donderdagmorgen ondanks zijn plaatsje in de luwte van het huis en de schuur een stukje vliegen. Gelukkig een klein stukje maar zeker onverwacht gezien het best wel zware gewicht door roosters, inhoud en achterwand. Om die reden stond de volière ook niet verankerd. Het hokje stond reeds sinds december 2015 op de zelfde plaats en ondanks diverse stormen leverde dit nooit een probleem op.

Tot aan deze donderdag. Bij thuiskomst lag het bouwsel 90 graden gedraaid op de parkeerplaats achter het huis. Pogingen van mijn buurman het op zijn plaats te zetten liepen op niets uit. Ook de inspanningen van mijn dames kregen het bouwsel niet op de poten. Hulp van vader en neef was noodzakelijk om het hokje weer overeind te krijgen. Zonder schade was het echter niet. Het onderstel bleek zwaar beschadigd en moet vervangen worden. Als ik in Februari thuis ben zal ik de schade exact in kaart brengen en contact opnemen met Hans Bruns. Dit hokje gaat in principe mee naar Maleisië en in deze staat kan dit niet.

 

Gelukkig was dit de enige schade die aan de hokken. Ik realiseer mij nu dat iedere storm de komende jaren toch een puntje van aandacht zal blijven. Immers dan wonen mijn dames niet meer ter plaatse en zal er toch iemand anders polshoogte moeten nemen.

Overigens zal ik op Facebook diverse hokken met veel schade. Een enkel hok lag zelfs geheel op zijn kant. Er viel niet te lezen hoe het met de duiven in kwestie was afgelopen, hopelijk stond het leeg.

Ook zag ik op hetzelfde Facebook weer hokken die slachtoffer geworden van een marterachtige. Wat een ramp. Het zal je maar overkomen en de aanblik van de dode duiven in het hok zal maar moeilijk van het netvlies verdwijnen. Een en ander doet mij eens te meer realiseren dat als ik hier duiven zou willen houden ik de volières echt potdicht moet maken. Hier stikt het van het kruipende en glijdende ongedierte. Zo lijkt er op dit moment ’s nacht iets mijn keuken en badkamer te bezoeken dat knaagt aan verpakkingen en de lokdoosjes voor kakkerlakken en mieren verschuift of omgooit. Het gekke is dat ik overdag geen spoor kan ontdekken. Ook zie ik geen enkele ingang. De roosters in de vloer heb ik afgedekt en de deksels van de toiletten zijn gesloten. Tevens zijn er geen gaten te ontdekken in muren en dergelijke. Wel was er een forse kier tussen terrasdeur en muur en die heb ik nu maar dichtgestopt met keukenrol. Van tochtstrippen hebben ze hier namelijk nog nooit gehoord. Kijken wat de komende nachten brengt.

Om echter over nog “nooit gehoord” verder te schrijven. Zo’n zwakke verklaring voor het niet tijdig leveren van de vaste voetringen heb ik nog “nooit gehoord”. Op Facebook circuleerde de brief van de leverancier al enkele dagen maar afgelopen vrijdag plaatste het NPO de brief door in haar nieuwsbrief “Op de Hoogte”. AS omschreef het kort en krachtig als “slap gelul” en hierbij wil ik mij volledig aansluiten.

Het is meer van “o o wat zijn we zielig”, in plaats van het boetekleed aan te trekken. Als er nieuwe machines niet functioneren, al sinds de zomer (hetgeen een rekbaar begrip is) dan is het zaak tijdig de klant te informeren! Op een moment dat er nog alternatieven mogelijk zijn.  Dat is dus niet in december, kort voor de uitlevering. Erg onprofessioneel.

Ditzelfde geldt wat mij betreft ook voor de ondertekening. “i.o.” staat volgens mij voor “in opdracht”. De handtekening is dan ook van de sales manager in plaats van de CEO, de chief executive officer (de bestuursvoorzitter, de baas dus). Of de goede man die zijn naam onder dit zwakke schrijven zette moet sinds 2009 zijn opgeklommen tot CEO. Ik vermoed van niet en vermoed ook dat de echte baas zich niet of nauwelijks met een en ander heeft bezig gehouden. Anders was het een kleine moeite geweest om zelf te tekenen. Bovendien had het lullige briefje dan ook vast wel een paar weekjes eerder het daglicht kunnen zien.

Overigens spreekt AS vandaag over een inmiddels betere informatie voorziening vanuit de NPO. Ik weet niet waar Ad op doelt maar misschien komt het door de afstand dat het mij aan deze informatie ontbreekt.

Hopelijk leidt de trage levering niet tot meer problemen voor de liefhebbers van de verenigingen die nog geen ringen ontvangen hebben. Kweken is normaal de periode van de hoop op een mooie toekomst en niet van de stress of de ringen wel op tijd komen. Ik ben overigens wel benieuwd hoe de volgorde van productie en dus uitlevering bepaald is. Zo te lezen door de leverancier hetgeen misschien een volgend verbeterpuntje is voor de toekomst (naast het op de schop nemen van de hele procedure waarover ik al eerder schreef).

Over stress gesproken. Stress zullen de nationale bestuurders van de KBDB ook wel hebben gehad de afgelopen. Niet of in mindere mate over de ringen maar over de verkiezingsfraude in  West-Vlaanderen. Het fijne weet ik er niet van maar heeft er toe geleid dat een van de opperbobo’s binnen de Belgische duivensport vooralsnog geschorst is voor 6 jaar. Wie er meer over wil lezen kan het artikel lezen op PIPA https://www.pipa.be/nl/newsandarticles/news/breaking-nationaal-voorzitter-van-het-sportcomite-dirk-schreel-en-drie-anderen. Ik ben wel nieuwsgierig welke draai men hier aan geeft op de Plattelandstv. Genoemde bobo was in iedere aflevering een prominente gesprekspartner.

OP EIGEN HO(N)K

Behalve de schade aan de volière valt er hier weer eens wat te schrijven. Ik kreeg namelijk een vraag van een lezer over het behandelen van luizen. Hoe ik dat deed? Hoe vaak en met welke middelen? De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik dit niet 100% deed zo als ik hier onder beschrijf. Waarom, omdat ik er vaak niet aan toekwam om het te doen zoals beschreven. Tijdgebrek of simpelweg niet attent genoeg. Hierbij toch de beschrijving.

De laatste jaren gebruikte ik luizendruppels van Peter Boskamp, hiervoor die van Nanne Wolff en daarvoor die van een andere Dierenkliniek uit Wezep. Deze laatste druppels verloren echter hun werking en zowel Wolff als Boskamp hadden een sterkere variant die wel (langer) werkte. Deze druppels gaf ik enkele jaren direct na de grote rui. Het idee nam ik over van Michel Verweij. Het idee klonk immers prima om de nieuwe pennen te beschermen tegen ongedierte. Helaas schoot het er wel eens bij in om dit eind november te doen.

Het schoot er echter nooit bij in om de duiven voor het seizoen te druppelen. Een druppel in de nek zodat ze er niet te makkelijk bij konden. Qua tijdstip was ik vrijwel altijd te laat. De week voor de eerste wedvlucht is niet ideaal en ik weet er vaak de matige start aan. Er komt immers toch iets in een het bloed dat er feitelijk niet hoort. In een optimale wereld zou ik het druppelen omstreeks 1 maart uitvoeren en het dan na een dag of tien herhalen.

Dit laatste deed ik nooit door tijdgebrek maar lijkt mij wel beter. Alle jaren zag ik namelijk tegen het einde van het oude duivenseizoen de lange luizen weer oprukken. Ondanks dat deze niet zo erg zijn als schacht- en stuitluis hield en houd ik daar niet van. Vaak behandelde ik een duif een tweede keer individueel. Tot aan het seizoen 2017 met dezelfde druppels, in 2017 met een spuitbus van Natural. Deze spuitbus zorgt voor zover ik weet slechts voor een het doden van de parasieten maar dringt niet in de bloedbaan. Het sprayen deed ik dan op zaterdag direct na de vlucht.

Tenslotte nog een laatste puntje. Na de behandeling met de druppels lijkt het altijd dat de luizen niet weg zijn. Dit is feitelijk ook zo, ze zijn niet weg maar wel dood. Na een bad, bij voorkeur pas een dag of vijf na de behandeling, spoelen de luizen uit de veren.

Tot zover, tot volgende week,

Michel Beekman