H. Wittens

Weersverwachting.

Afgelopen weekend werd door diverse afdeling kenbaar gemaakt, dat het weer komend weekend is niet stabiel tot lossen.
In de context vakantie en veel oudere duivenmelkers zijn thuis werd gedacht donderdag in de mand en vrijdag lossen of over
het weekend tillen. Dat is geoordeeld uit de hoek van 'ons duivenvolkje'. We moeten dit wel georganiseerd krijgen.
In mijn club zijn dat 2 personen van het dagelijks bestuur, die daar alles voor doen. In deze tijd geen baantje om te staan springen.
George en Robert. Beide heren hebben een drukke verantwoordelijke baan en ook een privé. Zij moeten dit allemaal tussen door doen.
Daarnaast moet de vervoerder die afhankelijk is dit ook geregeld moeten zien krijger. Veel kunnen met de vrachtauto rijden, maae
transport van duiven is een andere discipline. Kortom ff een chauffeur invliegen is het niet. Daarnaast rijden de trekkers door de week
ook hun vrachten rond.
Zeg dan als afdeling - geen vlucht komend weekend-. Dan heb je personen, die voor nationale kampioenschappen vliegen.
Vriend Gert zegt het is hobby, maar door die bril wordt het niet door iedereen gezien.

Het baardmos (Usnea, soms ook wel 'oudemansbaard' genoemd) is een geslacht van korstmossen dat behoort tot de ascomyceten.
Een natuurlijk antibiticum, die ziekmakende bacteriële infecties bestrijd en daarnaast ook nog soortgelijke negatieve kiemen.
Wat gelezen hebbende zijn ze door verschillende duiven merken leverbaar.
Luchtwegproblemen, Tricho en ook cocidiose hebben de grote moeite deze usneano  weerstand te geven. Let wel, dat de inhoud per
merk verschillend kan zijn. Samenstellingen kan van 2 tot 5 usneano bevatten. Zeker de moeite waard als je de medicatie graag zoveel
mogelijk buiten de deur probeer te houden.

Duivensport hoe zie ik dit eigenlijk.

Na een kleine periode zonder duiven heb ik toch de draad opgepakt. Dat schreef ik al eerder. Veel is er eigenlijk niet verandert.
Kampioenen blijven vaak kampioenen en wat opvalt is dat sommige hokken ontploffen met het hoeveelheid duiven. Ik ben altijd voor
de kleine hokken. Vaak gerelateerd aan wat er financieel te besteden is. Groter huis, meer grond enzovoorts. Mij kan het niet bekoren
sloof van je duiven te zijn. Hoe kun je met honderden duiven observeren. Ik zie het meer als ik zet er veel, dan komt er altijd 1 door.
Ik kijk meer mijn onderdeel. Overnacht middag en ochtend lossing. Sommige hokken presteren wat jaren goed, dikke portemonnees
kopen er de duiven. Het mooie daarbij is en dat mag de grote liefhebbers aangerekend worden. Vele gunnen, die kleinere duiven en
die hebben dan toch ook weer een kans tot succes.

In 2016 viel me de 6e nationaal Perpignan ten prooi. Mooi iets. Enigste duif in het inkorflokaal. Kweker was toen mijn maat Peet Solleveld.
Toen de emoties voorbij waren werd me gevraagd naar topper Jelle Jellema te gaan. Geweldig ontvangst en een verheldert gesprek.
Toen we over de hokken liepen herkende ik de duiven uit Orion. Jelle vond het apart en ook weer opvallend. We spraken over het slechter
afkomen van de doffers t.o.v. de duivinnen. Op het kweekhok beland kreeg ik wat duiven in de hand. Een hele andere gebouwde blauwe
doffer werd me ook gegeven. Spier om van te smullen ogen als robijnen. Die duif liet me een indruk achter van pfff wat een kanon.
Ik keek op zijn nummer en meer ook niet. Tijdje later hoorde ik dat bij Jelle een duif ontsnapt was. Dat kan gebeuren natuurlijk. Het bleek
OMG 430 te zijn en de rest is bekend. Hij stond op mijn netvlies gegriefd. Ook kreeg ik in 2009 een gigant in de handen. Ik mocht voor Het
Spoor een reportage schrijven bij Jan Hooijmans. IK had de pech de reportage kwam na de andere reportage. Wat een lichaam en gezond-
heid had "Harry" . Zijn kweekwaarde is niet te overtreffen. Nu 16 jaar later galmt zijn naam nog door de duivensport. (foto met Harry)

Tot volgende schrijfs Henri Wittens