Op duivenmarktplaatst wordt gewaarschuwd voor oplichterij:
Het volgende is geplaatst:
Helaas zijn er oplichters actief ze proberen je plb antennes te verkopen
bij mij is het niet gelukt een duiven collega helaas zijn centen kwijt pas op voor dit nummer:
Nieuws
Nieuws
Een poot gebroken. Hoe gaan we dat dan oplossen.
Er zijn verschillende manieren, ook afhankelijk van de breuk.
Een breuk kan niet zoals bij mensen met een operatie de botten weer met elkaar verbinden door middel van een plaat-pin of schroeven.
Wel kan een dierenarts de botten recht tegenover elkaar zetten en met houtjes te spalken.
Met een beetje knutselen moet er dan een hangmatje (netje) gemaakt worden ,de poten komen dan vrij boven de grond te hangen worden dus niet belast.
Wat ook van belang is dat het netje voldoende weg is geknipt zodat de duif zijn ontlasting goed kwijt kan.
Zelf spalken
Spalkjes zijn tegenwoordig gewoon in de handel , rietjes die dikker zijn als de normale rietjes zijn ook goed te gebruiken als spalk.
Hang de duif op in een panty of netje wat op maat geknipt is en hang de duif 10 cm boven de grond , maak een plankje (ophoging) zodat de duif bij het eten en drinken kan.
Al vrij snel kunnen de pootjes die niet belast worden op deze manier weer zonder spalk omdat er geen gewicht op rust.
Met twee weken is alles weer geheeld en kan de duif weer wat lopen.
Kan het ook zonder spalk
Bij een breuk die wat lager in de poot zit is het ook mogelijk (vaak met goed resultaat) om geen spalk te gebruiken maar de duif in een hokje apart te zetten met in een hoek een dik pak stro eten en drinken binnen bereik ,de duif neemt dan zelf een houding aan die aangenaam is en geneest snel.
Dit gaat alleen maar als de breuk gunstig is dus de botten recht tegenover elkaar.
Wat als er een zwelling ontstaan
Wanneer de poot gebroken is waar de ring omheen zit is opgezwollen. En als het ware om de ring heen gaat groeien is het verstandig om de ring te laten verwijderen door een dierenarts. Hiervoor zou je een dierenarts kunnen inschakelen die is aangewezen door de N.P.O.
De duif kan dan zonder probleem op het hok blijven zonder ring omdat de dierenarts hiervan een melding maakt bij het NPO.
By Ome Willem / duivenhouden.com
Beste collega duivenmelkers,
Nog iets meer dan 1,5 week tot onze eerste dag 'Ouderwets Duivenmelken'🕊
Na lange tijd van voorbereiding kijken we er enorm naar uit om u te verwelkomen en hopen er samen met u een succesvolle en gezellige dag van te maken!
Wat kunt u zoal verwachten?
Een duivenmarkt
Er zijn diverse stands voor ieder wat wils. Waaronder: TopPigeons, GPS Auctions, Make-A-Wish, Diervoeders, T-shirt shop en een stand met duivenartikelen.
Een bonnenverkoop
De bonnenverkoop die gekoppeld is aan ons 100-jarig bestaan, staat in het teken van Make-A-Wish Nederland. Een groot deel van de opbrengst zal gaan naar dit goede doel. De verkoop bestaat uit 2 delen;
- Het eerste deel betreft een marathon bonnenverkoop en is gestart op 9 November op de website van TopPigeons. Deze verkoop loopt tot donderdag 7 december. De eindzaalverkoop die bestaat uit een aantal geselecteerde bonnen (deel 1 van deze verkoop), vindt plaats op zaterdag 9 december 2023.
- Het tweede deel betreft een allround bonnenverkoop en zal online starten op 22 December op de website van GPS Auctions. De eindzaalverkoop die bestaat uit aantal geselecteerde bonnen, vindt plaats op zaterdag 13 januari 2024.
Dus bent u op zoek naar hokversterking? Dan kunt u uw slag slaan op onze verkoop, met voor ieder wat wils!
Een duivenforum
Voorafgaand aan de eindverkoop zal het duivenforum plaatsvinden. In dit forum zullen diverse nationale TOPliefhebbers deelnemen om hun visie, kennis en kunde met u te delen en tevens eventuele vragen te beantwoorden. De forumleden:
- Marathon forum (9 december):
Gerard Schalkwijk, Benno Kastelein, Tim Hage en Hans Seelen.
- Allround forum (13 januari):
Ruud Bakker, Arnold Paalman, Danny de Hoogh en Henri van Doorn.
Praktische informatie
Wees van harte welkom op zaterdag 9 december 2023 en op zaterdag 13 januari 2024 bij:
Café - en zalencentrum het Twentse Ros
Twekkelerweg 227
7553 LX Hengelo (o)
Via deze weg nodigen wij u en uw leden van harte uit om deze dag bij te wonen.
In de bijlage treft u de poster en het programma voor deze dag aan.
Sportieve groet,
De jubileum commissie
PV de Luchtreizigers, Hengelo
25 en 26 November werd de RMO tentoonstelling in Rotterdam gehouden. Van elke vereniging brachten zes leden hun duiven. Wout de Vries had de keuring op zich genomen.
Het schoonste hok was van Paul Kouwenhoven 368,5 punten , ere wie ere verdiend , door omstandigheden waren de duiven gezet door Albertus Scheffer.
2 de A.Kootkar 368,5 pnt
3 de Gebroeders Poelman 367,75 pnt.
4de Comb Burg & Luijken 367,75 pnt
5 de PH Huksloot 367,5 pnt
Schoonste oude doffer: Comb Burg & Luijken 92,5 pnt
Schoonste oude duivin : G v/d Enden & zn 92,25 pnt
Schoonste jonge Doffer: A. Kootkar 92 ,25 pnt
Schoonste jonge duivin Fr. Meeuwissen 92 pnt.
De pv Blauwe doffer had het beste totaal over de 5 gezette hokken op de tentoonstelling.
Volgend jaar zal het vermoedelijk een combi tentoonstelling pv Blauwe doffer met pv de Vrijheid worden daar pv Hillegersberg opgehouden is te bestaan.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ZLU MARATHON
NAAM | WOONPLAATS | SCORE | PUNTEN | |
1. | NICO PRONK | MILL | 4 | 3340,2 |
2. | S.A. DECKERS | MEERS | 4 | 3177,8 |
3. | COMB P. STAMMEN EN ZN | HORN | 4 | 3056,8 |
4. | J. VAN 'T LAND | NAARDEN | 4 | 3033,0 |
5. | HEIKAMP & V. DOORN | ZETTEN | 4 | 2822,3 |
6. | COMB. M.& R. HERMANS | VOERENDAAL | 4 | 2754,0 |
7. | C.J.DE HEIJDE | MADE | 4 | 2748,4 |
8. | FRANS KEIJBETS | LANDGRAAF | 4 | 2698,2 |
9. | SIL VAN VLIET | TER AAR | 4 | 2667,4 |
10. | A. SAARLOOS & ZN | KLAASWAAL | 4 | 2638,3 |
KLASSEMENT ALLE 8 GETEKENDE ZLU MARATHON
NAAM | WOONPLAATS | SCORE | PUNTEN | |
1. | NICO PRONK | MILL | 7 | 5040,0 |
2. | PH. GEERDINK | HOOGERHEIDE | 7 | 2573,8 |
3. | COMB VOS-VAN WANROOI | GEFFEN | 7 | 2557,8 |
Alle prijswinnaars van harte proficiat. Bestuur ZLU.
|
Onlangs lanceerde de Belgische Duivenbond een alarmkreet over het teveel aan roofvogels in ons land én over de vogels die regelmatig een van hun duiven verorberen. In hun persbericht deed de Duivenbond zelf haar beklag dat “de groenen” roofvogels kweken en overal uitzetten. Hun bewijslast daarvan: veel van die roofvogels dragen een ring. Worden roofvogels gekweekt om uit te zetten en kunnen er te veel roofvogels zitten?
Het is een feit dat de jongste decennia een pak roofvogels en andere roofdieren zoals de marter en de vos terugkeren naar streken waar ze soms heel lang verdwenen waren. Al van in het begin van die terugkeer circuleren er vooral in jachtmiddens broodjeaapverhalen dat al die vossen gekweekt worden en uitgezet door “de groenen”. Ik hoorde ooit een jager plechtig zweren dat hij het zeker wist, want hij had een vos gezien die nog het halsbandje droeg van toen hij gekweekt en afgericht werd.
Gelijkaardige verhalen over de terugkomst van de wolf, want droeg Naya ook geen halsband? Dat laatste is juist, in verschillende landen worden wolven gevangen en ‘gezenderd’, voorzien van een halsband om ze te kunnen volgen. Zo weet men perfect het parcours dat Naya volgde voor ze in Limburg opdook.
Sommige jagers zetten zelf nog soorten als patrijs en fazant uit en kunnen maar niet geloven dat soorten op eigen kracht kunnen terugkeren. Mensen die denken dat de natuur niet zonder hun tussenkomst kan, kunnen er moeilijk weg mee dat de natuur positief kan evolueren zonder dat de mens er een hand in heeft. Aan al die mensen: de natuur op zich kan perfect zonder jullie en zelfs zonder mens als soort op zich.
Bewerk een stuk van 50 ha weide of akker 10 jaar helemaal niet en er staat 10 jaar later een jong bos op. De natuur is heel veerkrachtig. Als de omstandigheden verbeteren en er is ruimte voor, keert er natuur terug.
“Veel roofvogels zijn terug omdat de omstandigheden veranderd zijn”
Nieuw is nu het verhaal dat natuurmensen roofvogels kweken en er daardoor zoveel zitten. Om direct te starten met duidelijkheid: net als met de vos is dat complete onzin. Veel roofvogels zijn terug omdat de omstandigheden veranderd zijn. Tal van gevaarlijke pesticiden die ook dodelijk zijn voor roofvogels zijn verboden, jacht op te dieren is verboden en via tal van acties helpen natuurverenigingen aan nestplekken voor soorten als kerkuil, torenvalk, steenuil en slechtvalk. De laatste broedt het liefst op hoge plekken en nestbakken in een kathedraal of hoge zendmast zijn vaak garantie op broedsucces. De jonge vogels in de bakken worden vaak geringd, ook weer om ze te kunnen volgen als ze bijvoorbeeld dood gevonden worden, maar van kweken is geen sprake.
Dat een slechtvalk en soorten als havik en sperwer wel eens een speelduif kunnen slaan, is niet te ontkennen. Dat er onder de nestbak van een koppel slechtvalken veel resten van reisduiven en zelfs duivenringen gevonden worden is juist. Het gaat hier evenwel om veel stadsduiven die zowat overal zorgen voor overlast en waarvoor veel gemeentebesturen blij zijn dat de roofvogels die duivenplaag helpen indijken. Elke keer dat jonge duiven deelnemen aan een wedstrijd geraken er verloren. Ook al hebben ze een ring aan, de duivenmelker is maar zeer matig geïnteresseerd om die dieren terug te krijgen. Duiven die te laat zijn in een wedstrijd zijn waardeloos en worden gewoon de nek omgewrongen of gaan naar de poelier waar hen hetzelfde lot wacht. Enkel de besten krijgen een tweede kans.
“Kunnen er dan niet te veel roofvogels zijn?”
Er is hier 1 natuurwet van cruciaal belang: er kunnen van een roofvogel maar een aantal zitten naargelang van het voedselaanbod. Een paar voorbeelden. Een soort als de ransuil eet muizen, wel er gaan in een gebied maar zoveel ransuilen zitten als er muizen in de weiden, akkers en tuinen zitten. Vermindert het aantal muizen dan gaat ook het aantal ransuilen niet toenemen en gaan ze minder eieren leggen of sommige jaren zelfs helemaal niet broeden. Hetzelfde voor de torenvalk, de sperwer, de kerkuil, de buizerd, … Er zitten er maar zoveel zoals er voedselaanbod is. Minder voedsel is minder eieren of helemaal niet broeden.
Ook hierover had ik al vaak discussie met non-believers die zich afvragen hoe een roofvogel dat dan wel kan weten? Tja, dat is natuurlijk altijd een moeilijke, als mens denken dat je meester bent van de natuur, maar zelfs niet willen geloven dat andere soorten zaken weten, een instinct hebben, op een of andere manier denken en kiezen voor overleven van de soort. Ik geef dan altijd een ander vraag mee: van wie leerde de koekoek dat hij zijn ei in nest van een andere soort moet leggen, terwijl hij zijn biologische ouders nooit bij zich had en waarom weet die koekoek dat hij net als die echte ouders in het najaar naar het Congobekken moet vliegen om daar net als bij ons in de polders nachtvlinders te eten en waarom zegt hij daar geen koekoek?
https://kw.be/nieuws
DEEL 4.
Waarom komen grote fond duiven bij extreem warm weer relatief beter naar huis dan programma duiven?
Dit fenomeen heeft Steven dermate getriggerd dat hij een serie bewezen grote fond duiven, vliegers zowel als kwekers, heeft aangeschaft met de bedoeling deze te kunnen bestuderen en vergelijken met zijn oude bewezen stam dagfond duiven.
Het functioneren van de ademhaling van een duif in relatie tot de structuur van de keel
Vaak werd waargenomen dat wanneer de ademhaling niet op de juiste manier functioneert, door een niet op de juiste manier functionerende structuur van de keel, de luchttoevoer naar de longen en luchtzakken is verstoord. Daardoor wordt een juiste en goede ademhaling om lang en succesvol te vliegen, al dan niet ernstig, gehinderd.
Ook een snelle(re) ademhaling, nodig bij extreme temperaturen, is dan niet mogelijk. Als de structuur van de keel niet juist is dan komt de ingeademde lucht namelijk niet in zijn geheel in de luchtpijp terecht, maar voor een groot gedeelte in de bek en van daaruit direct weer naar buiten. Het gevolg is dat er niet genoeg frisse lucht in de longen terecht komt nodig voor een snelle en succesvolle vlucht naar het thuis hok. De luchttoevoer naar de longen en luchtzakken moet dus optimaal zijn. Dat wil zeggen: de opening van de luchtpijp moet vlakbij de tonsillen liggen. En dat is alleen mogelijk bij een juiste structuur van de keel.
Over een periode van ruim vijf jaar werden eerst de kelen van bewezen grote fond duiven op het gebied van kweken en prestaties bekeken en vergeleken. Zonder uitzondering waren de kelen van deze duiven gelijk van structuur. Deze structuur werd vervolgens vergeleken met die van de dagfond duiven die ook bewezen goed waren op de wedvluchten en op het kweekhok. Er was veel overeenkomst, maar er werd af en toe een verschil geconstateerd en dat was een kleine tot soms grote opening tussen de beide tonsil helften.
Over dezelfde periode werd de ontwikkeling van de tonsillen, want het zijn twee helften links en rechts, nauwgezet geobserveerd bij jonge duiven. Gebleken is dat het bij jonge duiven jonger dan een half jaar weinig tot geen zin heeft de tonsillen te beoordelen en te vergelijken met die van oude duiven. De reden is, dat net zoals andere kwaliteiten van het duivenlichaam, de keel ook de tijd nodig heeft om zich volledig te kunnen ontwikkelen. Uit het vergelijken van de notities van jonge duiven van een half jaar oud met dezelfde van een jaar oud bleek, dat de keelstructuur van de duiven van een jaar oud bijna altijd beter of veel beter was. En dat de jaarlingen waarvan de keelstructuur voor het vliegseizoen niet goed genoeg was of slecht presteerden of werden verspeeld.
Ook werd op het kweekhok geëxperimenteerd door duiven met een slechte keelstructuur op elkaar te zetten. Uit de koppelingen van deze duiven werd zelden of nooit een jong geboren met een goede keelstructuur en gingen deze vrijwel allemaal verloren tijdens de wedvluchten of presteerden ze slecht. Hieruit bleek dat het wel degelijk zin heeft om op een juiste keelstructuur te selecteren bij zowel kweek als vliegduiven om op die manier de kwaliteit van de volgende generatie(s) te verhogen.
Bovenstaand een afbeelding van de geopende bek van een duif. Ongeveer in het midden ziet u de zgn. Pharyngeal tonsil (keelamandelen) links en rechts van de aanwijzer van het cijfer 3, de Belgische benaming hiervoor in de volksmond is “gordijn”, die bestaat uit twee helften met ertussen de choanenspleet(3) die in meer of mindere mate open of gesloten is. Aan de onderkant is al dan niet een kartelrand waarneembaar.
Hoe beoordeel je de structuur van de tonsillen op de juiste manier? Om te beginnen moet de te beoordelen duif in de hand in rust zijn. Dit duurt meestal een seconde of tien. Open daarna voorzichtig de bek en wacht met beoordelen totdat de duif helemaal rustig is. Na een seconde of vijf is de keel in rust en gereed voor beoordeling. Bekijk de keel bij een goede verlichting want alleen dan is de al dan niet aanwezige opening, de zogenaamde choanenspleet (3) tussen beide tonsil helften, goed waarneembaar. De winterperiode, wanneer de duiven allemaal in rust zijn, is de beste tijd voor een optimale beoordeling van deze kwaliteit. De luchttoevoer wordt het best geregeld als de tonsillen nauw aaneengesloten zijn. De beste opening ertussen is maar een haar dik. Dit wordt minder naar mate de opening tussen de tonsillen groter wordt. Is de opening duidelijk waarneembaar dan neemt de sportieve waarde van de duif in kwestie flink af. De keel op de foto is hier een goed voorbeeld van. Ze zijn dan volgens de waarnemingen slecht bruikbaar voor de kweek en die wedvluchten waar hard gewerkt moet worden. Als dan de optimale ademhaling door de opening tussen de tonsillen wordt verstoord laat het resultaat zich gemakkelijk raden.
Soms zie je littekens op de tonsillen of is de scheidingslijn ertussen vervormd. Dit zijn duidelijke tekenen van slijtage naar aanleiding van een slechte vlucht die veel kracht heeft gekost. Soms is ook een ziekte de oorzaak van de vervorming. Hetzelfde is het geval met de kartelrand aan de onderkant van de tonsillen. Is deze afwezig dan is dit geen goed teken en kan een ziekte aan het ademhalingssysteem of het geel dit veroorzaakt hebben.
Uit de waarnemingen die over een periode van vijf jaar gedaan werden mag worden geconcludeerd dat het geruime tijd in beslag neemt voordat de structuur van de keel van een duif zich optimaal heeft ontwikkeld en dat je pas de juiste conclusie kan trekken als een duif een jaar oud is. Omdat de ademhaling van een duif dus tijd nodig heeft om perfect te kunnen functioneren, is het raadzaam om met name voor de vluchten met jonge duiven de aantallen duiven in de mand naar aan te passen. Tijdens de zomermaanden komt vaak extreem weer voor en dan heeft een duif veel meer zuurstof nodig om zich optimaal te kunnen koelen tijdens het transport naar de losplaats. Het moge duidelijk zijn dat dit positief wordt beïnvloed door minder duiven in de mand te doen en de belading aan te passen. Wat nog te vaak gebeurd is, dat wanneer er veel jonge duiven zijn verspeeld, de week erop twee containers worden samen gevoegd tot één. En dat die ene container van de bodem tot de nok wordt vol gestouwd. Overal wordt nog een duif extra in de mand gedaan omdat er geen plaats meer is voor de restmanden. Dit bespaart uiteraard geld maar de verliezen nemen er zeker niet door af. Bedenk dat iedere jonge duif die wordt verspeeld nooit meer een euro oplevert ten bate van de vervoerskas. Het welzijn van onze duiven moet te allen tijde voorop staan. Het mes snijdt hier aan twee kanten!
Het moge voor de geïnteresseerde liefhebbers duidelijk zijn dat het niet veel zin heeft om duiven zonder ze zelf beoordeeld te hebben blind van internet te kopen omwille van een mooie, meestal gefotoshopte, foto en voorzien van een pedigree met beroemde duiven in de achtergrond. Dat draait maar al te vaak op een teleurstelling uit. Zorg daarom voor voldoende parate kennis op het gebied van het beoordelen van een duif en gebruik dat op de juiste manier bij het aankopen ervan op het hok van de liefhebber van uw keuze of tijdens een openbare totale verkoop.
Ten slotte.
Wij hopen dat dit rapport zal helpen bij het verbeteren van de duiventransporten. Ons doel was en is: het welzijn van onze duiven te verbeteren, zodat zij beter tot hun recht komen.
U kunt het gehele rapport nalezen op de website van de WOWD onder: https://www.wowd.nl/onderzoeksresultaten/het-vervoer/
Literatuurlijst:
Steven van Breemen: Hints voor modern postduiven vervoer (1994)
Dr Colin Walker: The Flying Vet’s Pigeon Health & Management (2000)
C. Casteleyn, J. Scheers, P. Simoens, W. Van den Broeck: Respiratie bij vogels: een functioneel-anatomische benadering (2011)
Willem Mulder en Steven van Breemen: Rapportage en aanbevelingen vervoer en voeding (2012)
Willem Mulder: Dierenwelzijn tijdens vervoer (2023)
Willem Mulder: De WOWD transportvoer richtlijnen (2023)
NPO: Reglement vervoer en lossingen (2023)
Met vriendelijke groet,
Steven van Breemen en Willem Mulder.